Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Afvalstoffase asbesthoudende materialen

Omschrijving en Euralcode

Definitie

Asbest is een verzamelnaam voor zes soorten minerale vezels die onder te verdelen zijn in twee hoofdgroepen: serpentijnen en amfibolen.

Asbesthoudende materialen zijn materialen (oa. ook bouwmaterialen en grond) die voor 10% of meer uit asbest bestaan. En materialen met een concentratie lager dan 10% indien de lage(re) waarde door mengen met andere (afval)stoffen is bereikt. De productregeling asbest uit 2005 schrijft methoden voor die gebruikt moeten worden voor de bepaling van de asbestconcentratie in asbesthoudende producten.

Sinds 1983 is het verboden om producten, waarin asbest in min of meer losse vorm (niet hechtgebonden) is verwerkt, zoals spuitasbest, zachte isolatieplaten, pakkingen, brandwerende kleding, filtermateriaal, asbestdoek, asbestkarton etc. toe te passen. Tot 1993 heeft in Nederland nog productie van asbesthoudende producten plaats gevonden, waarin het asbest gebonden is aan andere materialen. Dit betreft met name producten van asbestcement, zoals golfplaten, gas-, water- en rioleringsbuizen, bloembakken, koppelingsplaten en remvoeringen.

Sinds 1 juli 1993 geldt in Nederland op grond van het Arbeidsomstandighedenbesluit een verbod op productie, toepassing en recyclen van asbest en asbesthoudende producten. Met de inwerkingtreding van het externe linkProductenbesluit asbest op 8 maart 2005 zijn alle uitzonderingen op het verbod op toepassingen waaraan met opzet asbest is toegevoegd, vervallen. Ook is het particulieren verboden om asbest of asbesthoudende producten in voorraad te hebben en te hergebruiken. De regels voor hergebruik van asbesthoudende grond, baggerspecie en puin(granulaat) zijn enigszins versoepeld door inbedding van de restconcentratienorm van 100 mg/kg gewogen in het besluit.

Na 1993 zijn er geen asbesthoudende materialen meer gemaakt. Echter komt asbest nog wel vrij bij o.a het renoveren en slopen van constructies. Verwijdering van asbesthoudende materialen (waaronder losse elementen) dient te gebeuren door speciaal hiervoor, volgens de SC-530 gecertificeerde bedrijven.

Zeer Zorgwekkende stoffen

In asbest en asbesthoudend materiaal zitten asbestvezels, dit zijn ZZS. Asbestvezels kunnen door versplintering van het materiaal in de lucht terechtkomen. Het inademen van deze vezels kan tot ernstige ziekten als asbestose, longkanker en mesothelioom leiden. Deze gezondheidsrisico’s hebben geleid tot het huidige verbod op het be- en verwerken van asbest.

Euralcode

De onderstaande Euralcodes kunnen betrekking hebben op afval dat valt onder afvalstoffase asbesthoudende materialen. Deze opsomming is indicatief. Euralcodes kunnen namelijk relevant zijn voor meerdere sectorplannen.

Hoofdstuk

06 Afval van anorganische chemische processen

10 Afval van thermische processen

16 Niet elders in de lijst genoemd afval

17 Bouw- en Sloopafval (inclusief afgegraven grond en verontreinigde locaties)

Subhoofdstuk

06 07 Afval van bereiding, formulering, levering en gebruik van halogenen en chemische processen met halogenen

06 13 afval van niet elders genoemde anorganische chemische processen

10 13 afval van de fabricage van cement, (ongebluste) kalk en pleistermortel en producten die hiervan zijn gemaakt.

16 01 afgedankte voertuigen van verschillende soorten vervoer (met inbegrip van niet voor de weg bestemde machines) en afval van de sloop van afgedankte voertuigen en het onderhoud van voertuigen (exclusief 13, 14, 10 06 en 10 08)

16 02 afval van elektrische en elektronische apparatuur

17 06 Isolatiemateriaal en asbesthoudend bouwmateriaal

Specifieke code

06 07 01 asbesthoudend afval van elektrolyse

06 13 04 afval van asbestverwerking

10 13 09 afval van fabricage van asbestcement dat asbest bevat

16 01 11 remblokken die asbest bevatten

16 02 13 niet onder 16 02 09 tot en met 16 02 12 vallende afgedankte apparatuur die gevaarlijke onderdelen (2) bevat.

17 06 01 asbesthoudende isolatiemateriaal

17 06 05 asbesthoudende bouwmaterialen

Afvalbeleid

Elke stof, preparaat of voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen is een afvalstof (art 1.1 lid 1 Wm). Voor afvalstoffen gelden specifieke regels en is er een afvalstoffenbeleid dat staat beschreven in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP). In het LAP staat hoe we met afvalstoffen in Nederland om gaan, waaronder beleid over afvalbeheer, vergunningverlening en toezicht, acceptatie, verwerking, inzameling en gescheiden houden van afvalstoffen. Voor een groot aantal afvalstoffen is in het LAP een sectorplan opgenomen waarin specifiek voor die afvalstof het beleid is vastgelegd. Hiertoe behoort onder andere de minimumstandaard. Deze minimumstandaard geeft het niveau in de afvalhiërarchie waaraan de verwerking minimaal moet voldoen. In het beleidsblad Landelijk afvalbeheerplan kan meer informatie gevonden worden over de inhoud en doel van het LAP.

Asbest en asbesthoudende afvalstoffen vallen onder sectorplan 37, externe linkAsbest en asbesthoudende materialen, en astbesthoudende grond valt onder sectorplan 39, externe linkGrond.

Asbesthoudende stoffen zijn per definitie ZZS houdend. Het beleid in Nederland is om ZZS-en uit de maatschappij te weren. Afvalstoffen met daarin ZZS mogen slechts onder strikte voorwaarden gerecycled worden, voor enkele stoffen geldt dat zij per definitie vernietigd moeten worden. Voor meer informatie over ZZS zie het beleidskader van het Landelijk afvalbeheerplan Hoofdstuk B 14.

Belasting op Milieugrondslag

Als afvalstoffen worden gestort of verbrand dan moet belasting op milieugrondslag worden betaald. Asbest houdend afval is als enige afvalstof uitgezonderd van deze belasting.

Asbestverwijderingsbesluit 2005

Het doel van het externe linkAsbestverwijderingsbesluit 2005 is om het vrijkomen van asbestvezels te voorkomen. Asbestvezels kunnen vrijkomen bij:

  • het geheel of gedeeltelijk afbreken of uit elkaar nemen van een bouwwerk of een object,
  • het verwijderen van asbesthoudende producten uit een bouwwerk of een object
  • het opruimen van asbest of asbesthoudende producten na incidenten.

Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 is op 1 maart 2006 in werking getreden en vervangt het oude Asbestverwijderingsbesluit (dat dateert uit 1993) evenals het [Arbeidsomstandighedenbesluit] voor zover het gaat om de regels voor het werken met asbest.

De belangrijkste punten van het Asbestverwijderingsbesluit zijn:

  • Opdrachtgevers van sloopwerkzaamheden zijn verplicht gebruik te maken van gecertificeerde bedrijven. De reden hiervan is dat in het verleden, met name enkele bedrijfsmatige opdrachtgevers, om financiële redenen gebruik hebben gemaakt van malafide inventarisatie- en sloopbedrijven.
  • De voorschriften, gericht op het bedrijfsleven (zoals de certificatieverplichting voor asbestinventarisatie- en asbestverwijderingsbedrijven) zijn overgeheveld naar het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dit geldt niet voor de voorschriften, geldend voor opdrachtgevers,
  • Het bevoegde gezag op het gebied van sloopvergunningen heeft niet langer de mogelijkheid om onderscheid te maken op de asbestinventarisatieplicht, dit om selectieve sloop beter te waarborgen.
  • De houder van de sloopvergunning of de opdrachtgever is verplicht om asbestverwijderingswerkzaamheden aan de externe linkInspectie SZW te melden omdat deze verplichting al geldt voor het asbestverwijderingsbedrijf.
  • De houder van de sloopvergunning moet de aanvang van de werkzaamheden aan het bevoegd gezag melden
  • De strafmaat voor overtredingen is op onderdelen verzwaard en daarmee zoveel mogelijk gelijk getrokken.

Asbest daken moeten voor 2024 zijn verwijderd. Dit wordt opgenomen in het Asbestverwijderingsbesluit 2005. Het maakt hierbij niet uit of het asbest dak eigendom is van een bedrijf, particulier of overheid.

Asbestinventarisatie

Sinds 1 januari 1997 is men verplicht om, voordat een gebouw of een werk wordt gesloopt, eerst na te gaan, of asbest is toegepast als bouwmateriaal. Een en ander kan worden nagegaan door het laten uitvoeren van een asbestinventarisatie door een SC-540 gecertificeerd bedrijf. Een asbestinventarisatie bestaat uit deskresearch (archiefonderzoek) en een inspectie van het te slopen gebouw of object. Bij het aantreffen van asbestverdachte materialen vindt monstername plaats en worden de monsters in het laboratorium geanalyseerd op de aanwezigheid van asbest.

Risicobeoordeling

Bij het aantreffen van asbesthoudende materialen, wordt door het bedrijf dat de asbestinventarisatie uitvoert, beoordeeld, in hoeverre het verantwoord is de materialen te laten zitten. Indien de materialen niet verwijderd hoeven worden, kan het nodig zijn ze luchtdicht af te schermen, bijvoorbeeld door middel van een coating of een scheidingswand, en ze te merken als zijnde asbesthoudend materiaal (asbestetiketsticker).

De zgn. hechtgebonden asbesthoudende materialen, zoals golfplaten en rioleringsbuizen leveren, mits ze in goede staat zijn en niet worden bewerkt, weinig tot geen risico voor de gezondheid op.

Meldingsplicht

In het Asbestverwijderingsbesluit staat omschreven dat er een meldingsplicht is voor bepaalde sloopwerkzaamheden:

  1. voorafgaand aan het slopen of renoveren van een bouwwerk, dient een asbestinventarisatie te worden uitgevoerd door een BRL 5052 gecertificeerd bedrijf. Het asbestinventarisatierapport dient bij de aanvraag van de sloopvergunning te worden gevoegd. De gemeente kan na goedkeuring van de activiteit een sloopvergunning of een mededeling onder voorschrift verstrekken voor deze sloopwerkzaamheden (zie schema 1). De asbestverwijderingswerkzaamheden moeten vooraf worden gemeld bij de Inspectie SZW door zowel de opdrachtgever van de sloop als het bedrijf dat de werkzaamheden uit gaat voeren;
  2. wanneer sprake is van de verwijdering van asbest uit objecten (niet aard- of nagelvast verbonden) is een melding bij de gemeente niet verplicht (zie schema 2). Wel moeten de werkzaamheden worden gemeld bij de Inspectie SZW.

In [Beleid en regelgeving ten aanzien van asbest] staat aan welke verplichtingen men moet voldoen bij de verwijdering van de verschillende bovengenoemde categorieën asbesthoudend materiaal.

Deskundig sloop- en verwijderingsbedrijf

Voor het slopen en verwijderen van asbest of asbesthoudende materialen uit een bouwwerk of uit een asbesthouden. De externe linkRaad van Accreditatie is eindverantwoordelijk voor de certificering van asbestsloopbedrijven. De certificerende instellingen zullen de controle op deze bedrijven uitvoeren.

Voor de verwijdering van een aantal specifieke asbesthoudende materialen is het inschakelen van een BRL 5050 gecertificeerd bedrijf niet verplicht. Dit betreft:

  • de verwijdering van hechtgebonden asbesthoudende materialen tot een oppervlakte van 35 m2 door particulieren;
  • het geheel of gedeeltelijk uit elkaar nemen van gas-, waterleiding- en rioleringsbuizen, van asbestcement, pakkingen, remmingen en frictiemiddelen.

Draaiboek en arbeidsomstandigheden

Wanneer bedrijfsmatig sloopwerkzaamheden worden verricht zonder de vereiste veiligheidsmaatregelen in acht te nemen dan is er sprake van een ernstige overtreding of een misdrijf, waartegen de Inspectie SZW kan optreden. Hierbij kan worden gedacht aan het opmaken van een proces verbaal of het werk stil leggen voor een bepaalde periode.

Het Asbestverwijderingsbesluit is niet alleen bedoeld voor de sloop van asbesthoudende gebouwen, maar ook voor de ontmanteling van objecten, waarin asbest is verwerkt. In een werkplan moeten de opruimings- en verwijderingsstrategie voor de sloop van het werk zijn aangegeven, waaronder het selectief slopen van asbesthoudende materialen uit bouwwerken (eerst asbest dan de rest). Hierbij dienen de veiligheidsvoorschriften, zoals weergegeven in het Arbeidsomstandighedenbesluit en het Asbest verwijderingsbesluit, opgevolgd te worden.

Asbest in bodem

De volgende protocollen en handreikingen opgesteld die van toepassing zijn voor omgang met asbest in bodem, grond en puin(granulaat):

Opslag en transport

Voor alle soorten asbesthoudend afval geldt dat het dubbel moet worden verpakt in plastic van voldoende dikte (0,15 of 0,2 mm) en sterkte. Vervolgens moet het worden afgevoerd naar een stortplaats die asbest accepteert.

Verwerking

De minimumstandaard voor asbest en asbesthoudende materialen is gericht op het vernietigen en verwijderen van de asbestvezels en storten (bij 100% asbest). Asbestafval dat vrijkomt bij de sloop dient naar een daarvoor geschikte stortplaats afgevoerd te worden. Andere nuttige toepassing is vanwege de aard en gevaar voor mens en milieu niet toegestaan, ook niet in combinatie met immobilisatie. Voor alle detailbepalingen over de verwerking van asbest en asbesthoudende materialen zie het sectorplan in het LAP.

Restmateriaal waar asbestvezel uit is verwijderd of vernietigd mag worden toegepast conform de minimumstandaard in het betreffende sectorplan waar het restmateriaal dan onder valt. Asbestvezels in asbesthoudende steenachtig materiaal kunnen verwijderd worden tot beneden de restconcentratienorm (d.w.z. een concentratie van serpentijnasbest vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest, van minder dan 100 milligram per kilogram droge stof).

Ontwikkelingen

Er zijn verschillende partijen bezig met het ontwikkelen van methoden om asbestvezel te vernietigen. Met asbest verontreinigd staal zal binnen afzienbare tijd kunnen worden verwerkt. Een initiatiefnemer is op met moment van schrijven bezig met het bouwen van een fabriek waar dit plaats kan vinden. Het staal wordt gesmolten, en bij deze hoge temperaturen wordt asbest vernietigd.

Asbestvezels in cement zoals toegepast in dakplaten en drinkwaterleidingen kan worden vernietigd. Het restmateriaal kan vervolgens worden omgezet in een bouwstof. De ontwikkelingen op dit gebied zijn echter op veel plaatsen op een lager pitje komen te staan toen er werd besloten asbest vrij te stellen van de stortbelasting.