Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Afvalstoffase bermmaaisel en slootveek

Omschrijving en Euralcode

Definitie

Bermmaaisel en slootveek ontstaan bij respectievelijk het maaien van bermen en van watergangen.

Zeer Zorgwekkende stoffen

Voor partijen (grof) groenafval wordt niet verwacht dat dit afval zeer zorgwekkende stoffen boven de concentratielimiet uit het LAP3 bevat.

Euralcode

Bermmaaisel en slootveek hebben de volgende Euralcode:

Hoofdstuk

20 STEDELIJK AFVAL (HUISHOUDELIJK AFVAL EN SOORTGELIJK BEDRIJFSAFVAL, INDUSTRIEEL AFVAL EN AFVAL VAN INSTELLINGEN) INCLUSIEF GESCHEIDEN INGEZAMELDE FRACTIES

Subhoofdstuk

20 02 tuin- en plantsoenafval (inclusief afval van begraafplaatsen)

Specifieke code

20 02 01 biologisch afbreekbaar afval

Afvalbeleid

Elke stof, preparaat of voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen is een afvalstof (art 1.1 lid 1 Wm). Voor afvalstoffen gelden specifieke regels en is er een afvalstoffenbeleid dat staat beschreven in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP). Voor een veel afvalstoffen is in het LAP een sectorplan opgenomen. Voor die afvalstoffen staat in de sectorplannen uitgebreide informatie over het specifieke beleid voor die afvalstoffen. Tot dat specifieke beleid behoort onder andere de minimumstandaard. Deze minimumstandaard geeft het niveau in de afvalhiërarchie waaraan de verwerking minimaal moet voldoen. In het beleidskader van het LAP staat hoe we in het algemeen met afvalstoffen in Nederland om gaan. Dit kader geeft het beleid over afvalbeheer, vergunningverlening en toezicht, acceptatie, verwerking, inzameling en gescheiden houden van afvalstoffen. In het beleidsblad [Landelijk afvalbeheerplan] staat meer informatie over de inhoud en doel van het LAP.

De minimumstandaard voor de verwerking van bermmaaisel en slootveek in de afvalfase staat in het sectorplan 8, externe linkGescheiden ingezameld groenafval.

RWS heeft een beleid voor het beheren van groenvoorzieningen. Dit is terug te vinden op deze website:externe linkKader beheer groenvoorzieningen 2013 .

Opslag en transport

Opslag

Een plek, waar regelmatig of structureel 5 m3 of meer bermmaaisel of slootveek wordt opgeslagen of waar regelmatig of structureel bermmaaisel of slootveek wordt overgeslagen, kan worden aangemerkt als een inrichting voor op- en overslag van afvalstoffen. Voor een dergelijke inrichting is een omgevingsvergunning nodig. Het bevoegd gezag ligt bij de gemeente voor een totale opslagcapaciteit tot 50 m3 en voor een totale overslagcapaciteit van 1000 m3. Bij een grotere capaciteit ligt de bevoegdheid bij de provincie. Voor het composteren in eigen beheer is de provincie bevoegd tot het verlenen van een vergunning.

In een vergunning worden voorzieningen ter bescherming van het milieu voorgeschreven. Daarbij valt te denken aan een vloeistofdichte vloer en stankbestrijding.

Transport

Er hoeven geen speciale voorzorgsmaatregelen te worden genomen bij het transport van bermmaaisel en slootveek.

Verwerking

De volgende verwerkingsopties kunnen worden toegepast voor bermmaaisel en slootveek:

Composteren en vervolgens nuttig toepassen:

  • Bermmaaisel en slootveek zijn geschikt om te verwerken tot compost. Op dit moment wordt het grootste deel van het vrijkomende bermgras gecomposteerd.
  • Het maaisel kan worden aangeboden bij regionale composteerbedrijven, vanzelfsprekend zo droog mogelijk, aangezien de kosten per ton worden berekend. Er moet wel rekening worden gehouden met aanvoereisen, die door composteerbedrijven (zie ADR.05) worden gesteld;
  • Er wordt ook nog gecomposteerd in eigen beheer. Het is in voorkomende gevallen wel noodzakelijk om ter verbetering van het composteringsproces snoeihout toe te voegen. Voor het oprichten van een composteerinrichting is bovendien een vergunning op basis van de Wet milieubeheer nodig. In de vergunning worden eisen opgenomen, die aan de inrichting worden gesteld.

Bermmaaisel en slootveek kunnen eveneens worden aangeboden bij een vergister, waar wordt vergist met gebruik van het gevormde biogas als brandstof gevolgd door narijping (na compostering) gericht op recycling van het digestaat.

Er zijn steeds meer initiatieven die bermmaaisel gebruiken als inputmateriaal voor hun proces. Denk aan de productie van vezels voor papier, vezels voor brandstofkorrels.

Storten

In het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen staat dat per 1 januari 1996 een stortverbod van kracht is voor plantsoen- en groenafval. Dat geldt ook voor bermmaaisel.