Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Bouwstoffase bermmaaisel en slootveek, bermschraapsel, veegvuil, RKG- en ZOAB-slib

Hergebruik

Bermmaaisel en slootveek

Maaisel laten liggen:

  • Nog steeds komt het voor dat bermgras of slootveek niet wordt afgevoerd. Ter wille van het verschralingsbeheer van bermen en slootkanten wordt deze optie sterk ontraden.

Nuttige toepassing van bermmaaisel zijn:

  • Inzet als biomassa.
  • Veevoer: toepassing van bermgras als veevoer (rundvee, maneges) vindt regelmatig plaats. Het gras dat hiervoor wordt aangeleverd moet droog zijn. De voorkeur gaat uit naar direct hergebruik. Vooral de eerste snede is daarvoor geschikt. De afzetmogelijkheden nemen momenteel wel af. Uit onderzoek blijkt dat als belangrijkste redenen zwerfvuil en (vermeende) chemische verontreinigingen, een overschot aan hooi en de samenstelling (een tekort aan eiwitten) worden genoemd.
  • Compost: Sinds november 2005 is toepassing van het vrijkomende bermgras en slootveek als groenbemester of bodemverbeteraar op landbouwgronden geregeld in de Vrijstellingregeling plantenresten en tarragrond (anno 2011 gewijzigd in Vrijstellingsregeling plantenresten, en valt tarragrond onder het Besluit bodemkwaliteit. Deze toepassingsmogelijkheid is nu in alle provincies gelijk en wordt beperkt door een aantal randvoorwaarden: bermmaaisel wordt uitsluitend op of in de bodem gebracht, indien dit geschiedt:
    • op de plaats of het perceel waar dit is vrijgekomen,
    • op het aangrenzende perceel, of
    • in gevallen waarin het aangrenzende perceel niet geschikt is: op een ander perceel van het bedrijf waartoe het aangrenzend perceel behoort, en dat ligt binnen een afstand van maximaal één kilometer van de plaats waar het bermmaaisel is vrijgekomen,
    • sprake is van schoon en onverdacht bermmaaisel,
    • de hoeveelheid die op of in de bodem wordt gebracht, uit oogpunt van goede landbouwpraktijk, in evenwichtige verhouding staat tot het oppervlak van het ontvangende perceel, en
    • het bermmaaisel gelijkmatig wordt verspreid over het ontvangende perceel en dit niet significant bijdraagt aan de verspreiding van nutriënten en zware metalen.
  • Opslag van maaisel is in de meeste gevallen niet mogelijk. Mogelijke problemen vormen de aanwezigheid van onkruidzaden. Maaisel in gebieden waar het giftige Jacobskruiskruid voorkomt moet in ieder geval niet op weidepercelen worden toegepast. Slootveek uit gebieden waar besmetting met de bruinrotbacterie voorkomt kan beter niet worden ondergewerkt op akkerbouwpercelen, en zeker niet op percelen waaraardappel of tomaten worden geteeld.

Bermschraapsel

Voor de gebruiksmogelijkheden van grond zie [Grond (boor-)]. Het bermschraapsel kan worden toegepast in een nuttige toepassing als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit, zie ook ([Beleidsblad Besluit bodemkwaliteit (grondstromen)]). In het geval de bermverlagingsgrond niet toepasbaar is wordt deze afgevoerd naar een erkende verwerker. Verspreiden in de zin van het Besluit bodemkwaliteit en het toepassen op een naastgelegen berm is niet toegestaan en ook niet wenselijk vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid.

Veegvuil, RKG- en ZOAB-slib

Het zand kan, afhankelijk van de milieuhygiënische kwaliteit, worden hergebruikt. Het zand kan worden ingezet voor de productie van asfalt en als drainagezand op stortplaatsen. Ook kan het in civiele werken worden toegepast. Het afgescheiden zand wordt als grond in de zin van het Besluit bodemkwaliteit beschouwd. De toepassingsmogelijkheden dienen binnen dat toetsingskader te worden bepaald. Omdat er aan het proces van zandafscheiding/-reiniging water dient te worden toegevoegd, kan het afgescheiden water na reiniging weer worden ingezet in het proces.

Vanwege het lage organische stofgehalte is het composteren van het afgescheiden slib gevolgd door nuttige toepassing niet aan de orde. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld zuiveringsslib dat een hoog gehalte aan organisch stof bevat.

Hergebruik is verder afhankelijk van de mate van verontreiniging van het slib. Kolkenslib is in veel gevallen verontreinigd met minerale olie, PAK en lood. Het slib kan niet zonder meer worden toegepast als ophoogmateriaal of als aanvulgrond. In de praktijk bestaan slechte ervaringen met het toepassen RKG in grootschalige bodemtoepassing als gevolg van fermentatie en gasontwikkeling.

Vanwege de verontreinigingen die mogelijk aanwezig zijn in veegvuil is het direct verspreiden in de wegberm niet toegestaan. Ook mag veegvuil niet worden toegepast als opvulmateriaal (grondvervanger) voor de berm.

Juridische aspecten

Bij de hier bovengenoemde toepassingen van bermmaaisel, afkomstig van buiten de inrichting of van derden, gelden de volgende wettelijke regelingen:

Composteren en bodemverbetering

  • Wet bodembescherming
  • Wet milieubeheer
  • Besluit bodemkwaliteit
  • Meststoffenwet

Het productieproces van samengestelde producten, met minder dan 10% organische stof, van grond en compost kan gecertificeerd worden volgens protocol 4 van de externe linkBRL 9335 grond.

Compost met een gehalte van meer dan 10% organische stof valt overigens niet onder het Bbk, maar onder de Meststoffenwet. De regels hiervoor zijn opgenomen in het Besluit gebruik meststoffen en bijbehorende uitvoeringsregeling.