Bouwstoffase beton (incl. colloïdaalbeton)
Toepassing van beton is algemeen gangbaar in:
- Wegenbouw: constructie van wegverhardingen (RAW-code 31) en kunstwerken, zoals viaducten, bruggen en tunnels (RAW code 42)
- Waterbouw: toepassing als penetratiemateriaal voor oeverbekledingen van breuksteen en voor de constructie van plaatbekledingen op dijken en oevers (colloïdaal beton, RAW 52). Daarnaast toepassing in diverse kunstwerken zoals dijken, bruggen, dammen (RAW-code 42).
Wegenbouw
Wegverhardingen
Zie [Constructief gedrag en materiaaleigenschappen] voor de legenda bij deze figuur.
Bouwstoffenregelgeving
Onder het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) valt beton voor wegverhardingen voor het grootste deel onder de categorie V (vormgegeven bouwstof) (zie ook [Beleidsblad Besluit bodemkwaliteit (grondstromen)]). Bestaande werken vallen onder Besluit bodemkwaliteit: categorie V.
Verhardingslagen hebben te lijden van afslijting en desintegratie. Deze afslijting kan bij bepaalde materialen zoals asfalt over een gebruiksperiode van tien tot twintig jaar aanzienlijk zijn. Slijtlagen van asfalt worden daarom onder het Bbk als niet-duurzaam vormvast aangemerkt worden en vallen daarmee in de categorie N (niet-vormgegeven bouwstof). In tegenstelling tot asfalt wordt betonverharding onder normale omstandigheden niet van een slijtlaag voorzien. Betonnen (weg)verharding valt in de praktijk daarom altijd onder vormgegeven bouwstoffen.
Certificering
Vanaf 1 januari 2015 mag het bekende KOMO-keur met bijbehorende certificaat niet meer worden gebruikt, indien er voor dat materiaal een geharmoniseerde Europese norm (EN) is vastgesteld. Ten gevolge van Europese regelgeving mogen na deze datum mogen geen KOMO-certificaten worden afgegeven voor de civieltechnische kwaliteit van dergelijke producten. Hier komt een CPR- verklaring of DoP (Declaration of Performance) conform Construction Products Regulation (CPR) voor terug. In de volksmond ook wel CE-markering genoemd. Voor de milieuhygiënische aspecten is er het NL-BSB-keurmerk. De CPR is rechtstreeks werkende regelgeving waar een individuele lidstaat geen eigen invulling aan mag geven. Indien er voor een product geen geharmoniseerde EN is vastgesteld, mag hiervoor het KOMO-certificaat of een ander nationaal certificaat gevoerd worden.
Milieuhygiënisch (niet limitatief):
- BRL 1801: Betonmortel (stationaire en mobiele betoncentrales)
- BRL 2505: Poederkoolvliegas voor toepassing in ongewapend en gewapend beton en in mortels
- BRL 2506: Recyclinggranulaten voor toepassing in beton, wegenbouw, grondbouw en werken
Civieltechnisch (niet limitatief):
- BRL 1802: Combinatie van cement en poederkoolvliegas voor toepassing als bindmiddel in beton
- BRL 1803: Hulpstoffen voor mortel en beton
- BRL 1804: Steenmeel voor toepassing als vulstof in beton en mortel
- BRL 2501: Licht toeslagmateriaal
- BRL 2502: Harde, dichte toeslagmaterialen voor beton en cementgebonden mortels
- BRL 2601: Cement
- BRL 2604: Cement voor toepassing in beton
- BRL 5061: Staalvezels voor toepassing in beton
- BRL 9340: Combinatie van gemalen gegranuleerde hoogovenslak en portlandcement voor toepassing als bindmiddel in beton.
Waterbouw en betonwerken
Zie [Constructief gedrag en materiaaleigenschappen] voor de legenda bij deze figuur.
Voor andere toepassingen dan wegenbouw verschillen in feite uitsluitend de Bouwstoffenregelgeving en de RAW bepalingen.
Bouwstoffenregelgeving
Onder het Besluit bodemkwaliteit valt beton voor overige toepassingen dan wegverhardingen voor het grootste deel onder de categorie V (vormgegeven bouwstof). Bestaande werken vallen onder Besluit Bodemkwaliteit: categorie V.
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico |
Maatregel |
Alkali Silica Reactie (ASR), schademechanisme dat beton inwendig uit elkaar drukt |
Gebruik van beton en gecertificeerde grondstoffen (met name cement en toeslagmateriaal) CUR aanbeveling 89 voor het voorkomen en CUR aanbeveling 102 voor het beoordelen van ASR |