Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Materiaaleigenschappen beton conform NEN 5950

Materiaaleigenschappen beton conform externe linkNEN 5950

Eigenschap

Eenheid

Waarde

Dichtheid

kg/m3

- lichtbeton: 1.000 – 1.850

- beton: 2.200 – 2.500

- zwaar beton: 2.800 – 3.200

poriënstructuur

-

aaneengesloten, zeer fijne poriën in de matrix en verspreide luchtbellen tot enkele mm’s grootte

Luchtgehalte

% (V/V)

1 – 3

oppervlaktetextuur

-

dicht

verdichtbaarheid

-

betonspecie is over het algemeen goed verdichtbaar

verdichtingsgewilligheid

-

voor consistentiegebied 1 relatief veel verdichtingsenergie vereist, tegen zeer weinig verdichtingsenergie voor consistentiegebied 4.

Het type toeslagmateriaal heeft hierbij een belangrijke invloed. Gebroken toeslagmateriaal (kiezelslag, BSA-granulaat, fosforslak e.d.) vraagt een hogere verdichtingsinspanning dan rond toeslagmateriaal

gevoeligheid voor ontmenging

-

ontmenging treedt onder meer op bij een onjuist mengselontwerp

plastische vervormbaarheid

-

is sterk afhankelijk van de mengselsamenstelling, toegepaste hulpstoffen en de verhardingsomstandigheden

vorstbestendigheid

-

de specie is vorstgevoelig

weerstand tegen erosie

-

de specie is erosiegevoelig


Mechanisch gedrag

 

 

weerstand tegen breuk

  • druksterkte

 

N/mm2

 

bepaald door de keuze van de sterkteklasse. Voor het vaststellen van de sterkte worden in externe linkNEN 6720 en CEB-FIP MC90 rekenregels gegeven.

In Nederland wordt beton tot sterktes van 120 N/mm2 toegepast. In het buitenland worden mengsels tot 200 tot 300 N/mm2 toegepast

stijfheid

  • statische elasticiteitsmodulus

 

 

N/mm2

 

bepaald door de keuze van de sterkteklasse. Voor het vaststellen van de stijfheid worden in externe linkNEN 6720 en CEB-FIP MC90 rekenregels gegeven. De rekenregels zijn gebaseerd op gangbare toeslagmaterialeNV)

Zwel

bij bevochtiging na 30 jaar < 0,2

Opmerking: bij staalslak als toeslagmateriaal bestaat de kans op destructieve zwel.

Krimp

bij aanvang: 0,7 – 1,2

bij drogen: 1 – 4

plastische vervormbaarheid

  • kruip

 

-

verlaging van de E-modulus met een factor (1+), met = 1 à 3

temperatuursrek / -uitzetting

  • thermische uitzettingscoëfficiënt

 

1/K

(afhankelijk van type toeslagmateriaal)

0,8 – 1,2105

  • vermoeiing

-

rekenregels genoemd in CEB-FIP MC901)

(voor verhardingen in (RWS-DWW, 1998)

Hydraulisch gedrag

 

 

waterdoorlatendheid

  • permeabiliteitscoëfficiënt

 

m/s

 

5,6·1010 tot 1,1·109

Milieuhygiënisch gedrag

 

 

uitloogbaarheid

mg/kg d.s.

geringe uitloging, geen kritische parameters


Eigenschap

Eenheid

Waarde

Duurzaamheid

 

 

vorstbestendigheid

-

goed

weerstand tegen slijtage

-

goed

weerstand tegen erosie

-

goed. In de waterbouw is op termijn aantasting door golfwerking mogelijk

chemische en fysische stabiliteit

-

stabiel

vruchtbaarheid / substraatgedrag

-

slechte voedingsbodem voor flora en fauna

akoestische eigenschappen

-

afhankelijk van de mate van onvlakheid en de textuur van het wegoppervlak

1)Alternatieve (secundaire) toeslagmaterialen, als BSA-granulaat, geven in het algemeen een lagere sterkte en stijfheid dan grindbeton met een vergelijkbare samenstelling, dan wel hebben een hogere cementbehoefte. Dit heeft dan weer gevolgen voor de krimp en andere mechanische eigenschappen.