Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Materiaaleigenschappen betonelementen

Eigenschap

Eenheid

Waarde

afmetingen

m

- blok: hoogte variabel van 0,15 – 0,50

- zuil: hoogte variabel van 0,15 – 0,50

- tegel: hoogte variabel van 0,10 – 0,15

- mat: diverse vormen, hoogte variabel van 0,075 – 0,25

dichtheid

kg/m3

- blokken, zuilen, tegels: 2.200 tot 2.900, afhankelijk van het gebruikte toeslagmateriaal

- mat: 100 – 350 kg/m2 (matoppervlakte)

chemische, fysische en mineralogische samenstelling

-

de matrix bestaat vooral uit hydratatieproducten van het cement (calciumsilicaathydraat en calciumhydroxide), daarnaast ook ettringiet

poriënstructuur

-

aaneengesloten, zeer fijne poriën in de matrix en verspreide luchtbellen tot een grootte van enkele mm

poriëngehalte

% (V/V)

1 – 3

Mechanisch gedrag

 

 

weerstand tegen breuk

  • statische druksterkte

 

N/mm2

 

60 – 80

stijfheid

  • statische E-modulus

 

N/mm2

 

1,4·104 - 4·104 (afhankelijk van betonkwaliteit)

temperatuursrek / -uitzetting

  • thermische uitzettingscoëfficiënt

 

1/K

(afhankelijk van type toeslagmateriaal)

0,8 – 1,2105

Hydraulisch gedrag

 

 

waterdoorlatendheid blokkenconstructie

permeabiliteitscoëfficiënt

 

m/s

 

0,06 – 0,1 (betonblokken met veel gaten) tot < 0,001 (betonblokken met dichtgeslibte spleten)

Milieuhygiënisch gedrag

 

 

uitloogbaarheid

-

geringe uitloging, mogelijk kritische parameters Sb, Se, SO4

Duurzaamheid

 

- groot

- matten van grasbeton: ≥ 15 jaar

vorstbestendigheid

-

goed

weerstand tegen slijtage

-

goed

weerstand tegen erosie

-

op termijn aantasting door golfwerking mogelijk

chemische en fysische stabiliteit

-

stabiel

vruchtbaarheid / substraatgedrag

-

slechte voedingsbodem voor flora en fauna