Materiaaleigenschappen breuksteen
Eigenschap |
Eenheid |
Waarde |
- korrelgrootteverdeling - sorteringen - D85/D15 |
mm
-
|
> 32 mm nominaal sorteringen tot 15 ton nominaal 1,2 – 2,1 (afnemend met de zwaarte van de sortering) |
dichtheid
|
kg/m3 kg/m3 |
2.500 – 3.400 (eis (NEN 5186): 2.500) 1.550 – 2.100 |
holle ruimte |
% (V/V) |
ca. 38% (afhankelijk van D85/D15) |
vochtgehalte |
% (m/m) |
0,5 tot ca. 5 |
vorm gesteente
|
- - |
onregelmatig, soms iets plat, bij basalt soms zuilvorm volgens NEN 5183 geldt dat gehalte aan steenstukken met een verhouding d/l<1/3 20% moet bedragen |
textuur |
- |
varieert, meestal ruw. De textuur van de steenstukken is mede van invloed op de begroeibaarheid |
chemische, fysische en mineralogische samenstelling |
- |
afhankelijk van het type gesteente, o.a.: - basalt: donkere silicaten en zware mineralen - graniet: kwarts en lichte silicaten - kalksteen: CaCO3 De samenstelling is mede bepalend voor de begroeibaarheid en sterkte van het materiaal |
vreemde bestanddelen |
- |
volgens NEN 5180 mag breuksteen geen visueel waarneembare of chemisch te bepalen verontreinigingen of vreemde bestanddelen bevatten in zodanige hoeveelheden dat deze schadelijk zijn voor de constructie of voor het milieu waarin de constructie wordt toegepast |
oppervlakteverontreiniging |
- |
volgens NEN 5180 mag breuksteen, bestemd om te worden toegepast in een te penetreren laag, niet bedekt zijn met klei of leem |
kleur |
- |
varieert. Afhankelijk van het type steen kan op termijn enigszins verandering van kleur optreden. Soms is kleur en kleurvastheid om architectonische redenen belangrijk. |
Mechanisch gedrag |
|
|
weerstand tegen breuk
druksterkte |
% N/mm2 |
10 – 40 (eis (NEN 5186): < 40) 150 – 400 |
wrijvingseigenschappen
cohesie |
º kN/m2 |
25 – 55 0 |
Hydraulisch gedrag |
|
|
waterdoorlatendheid permeabiliteitscoëfficiënt |
m/s |
zeer laag |
capillaire werking |
m |
nihil |
Milieuhygiënisch gedrag |
|
|
samenstelling en uitloogbaarheid |
mg/kg of mg/m2 |
voldoet over het algemeen aan eisen voor vormgegeven bouwstof. Eventuele overschrijdingen zijn afhankelijk van de geologie en daarmee van de locatie van de groeve. Mogelijk kritische component: F |
Duurzaamheid |
|
|
levensduur |
- |
afhankelijk van de belastingen in een constructie. In statisch stabiele constructies kan de levensduur > 100 jaar bedragen |
weerstand tegen erosie |
- |
ontwerpbepaald: afhankelijk van de mate van belasting door golf- of stromingsaanval |
weerstand tegen slijtage - micro-Deval (nat) |
% |
voldoende 5 – 30 |
vochtgevoeligheid |
- |
niet vochtgevoelig |
vorstbestendigheid |
- |
voldoende indien wateropneming, bepaald conform NEN 5187, 0,5% bedraagt |
chemische en fysische stabiliteit |
- |
voldoende. Sommige basalten vertonen zonnebrand waardoor deze geleidelijk uiteenvallen. Dolomiet en kalksteen zijn (langzaam) oplosbaar, met name in een zuur milieu |
verschijnselen van zonnebrand |
- |
volgens NEN 5188 mag het gehalte aan steenstukken basalt dat zonnebrand vertoont niet meer dan 2,5% bedragen |