Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Eigenschappen calamiteitenafval

Algemeen

In het algemeen taalgebruik en in de wetgeving worden voor het woord incident verschillende definities gebruikt. Een incident kan omschreven worden als een storende, onvoorziene gebeurtenis met in sommige gevallen ook leed, letsel of nadelige effecten als gevolg. Indien door het incident een (grote) rampsituatie of situatie van algemene noodtoestand ontstaat, spreekt men van een calamiteit. In de [Wet milieubeheer] (Wm) en de [Wet bodembescherming](Wbb) (zie ook [Beleidsblad Bodembescherming Wet bodembescherming]) wordt het begrip “ongewoon voorval” gebruikt. Daaronder wordt verstaan “een gebeurtenis die bij een normale gang van zaken niet zou hebben plaatsgevonden en waardoor nadelige gevolgen voor het milieu zijn ontstaan of dreigen te ontstaan”.

Bij inspecties van een verzorgingsplaats, bij de uitvoering van een werk of bij (goederen)transport op de weg of over water kunnen zich incidenten voordoen. Tijdens die incidenten kunnen afvalstoffen vrijkomen die een bedreiging vormen voor het milieu en in sommige gevallen ook voor personen die daarmee in aanraking komen. De afvalstoffen kunnen afkomstig zijn van diverse bronnen en kunnen bestaan uit vaste of vloeibare stoffen. Het gevaar voor zowel het milieu als de mens is afhankelijk van de aard van de stof.

De vlotte afhandeling van incidenten wordt naast de aanwezigheid van werkbare procedures ook bevorderd door duidelijke vastlegging van de taken en verantwoordelijkheden en door goede afstemming tussen de diverse partijen. In principe geldt dat de burgemeester van de gemeente waar het incident plaatsvindt het opperbevel heeft. De burgemeester heeft de operationele leiding van brand- en ongevalbestrijding gedelegeerd aan de brandweer van de plaats van het incident. In het geval van de verkeersveiligheid en handhaving van de openbare orde ligt de leiding bij de politie.

Volgens de Wet heeft Rijkswaterstaat als wegbeheerder een taak ten aanzien van het beheer van rijkswegen.

Inbreuk op normaal gebruik van deze rijkswegen, bijvoorbeeld door het blokkeren van een of meer rijstroken door een vrachtwagen, wordt volgens genoemde wet gezien als onrechtmatig. Volgens het Burgerlijk recht is de wegbeheerder gerechtigd in te grijpen als een onrechtmatigheid zich voordoet. Een blokkade en meestal ook schade aan het wegdek of wegmeubilair als gevolg van het incident vormt een inbreuk op het normale gebruik van rijkswegen. Goede afspraken en/of afstemming tussen Rijkswaterstaat als wegbeheerder en de verschillende politiediensten is van belang voor de adequate afhandeling van incidenten.

Tenslotte heeft de waterkwaliteitsbeheerder (het waterschap, de provincie, Rijkswaterstaat) de leiding ingeval de kwaliteit van het grond- of oppervlaktewater aangetast dreigt te worden.

Mogelijke verontreinigingen

Bij een calamiteit kunnen direct of indirect verschillende verontreinigingen vrijkomen, zoals:

  • Olieachtige stoffen (bijv. minerale olie, benzine, diesel, gasolie)
  • Chemicaliën;
  • Grond;
  • Poeders;
  • Veegvuil;
  • Drijvend vuil.

Gezondheid en Arbeidsomstandigheden

De risico’s zijn afhankelijk van de soort en samenstelling van de verontreiniging. Per incident zal bekeken moeten worden welke afvalstoffen in welke hoeveelheid vrij zijn gekomen om de gezondheidsrisico’s in kaart te brengen en om maatregelen te treffen om deze risico’s te beperken. Tevens zal aandacht besteed moeten worden aan Externe Veiligheid.

Milieu

De milieurisico’s zijn afhankelijk van de soort en samenstelling van de verontreiniging. Per incident zal bekeken moeten worden welke afvalstoffen in welke hoeveelheid vrij zijn gekomen om de milieurisico’s in kaart te brengen en om maatregelen te treffen om de milieuschade te beperken. Bij incidenten is vaak sprake van olieverontreiniging. Hoewel het meestal gaat om vrij geringe hoeveelheden kan de milieuschade aanzienlijk zijn, wanneer bijvoorbeeld verontreinigingen via het afstromend wegwater (run-off) in het oppervlaktewater terechtkomen.