Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Definities van constructieve gedragsparameters

Duurzaamheid

De mate waarin de constructie tijdens de gebruiksperiode in staat blijft de bij het ontwerp gestelde functies te vervullen.

Erosiebestendigheid

De weerstand tegen de eroderende werking van stromend water of wind.

Evenwichtsdraagvermogen

De belasting waarbij nog juist geen bezwijken optreedt (in het kader van evenwichtsdraagvermogen in het specifiek geval van bezwijken van grondconstructies wordt de term Stabiliteit gebruikt: weerstand tegen afschuiven van grondmoten).

Kruip

Volume- of vormverandering bij gelijkblijvende korrelspanning (secundaire samendrukking, respectievelijk toename van de schuifvervorming in de tijd).

Uitlooggedrag

Het uittreden van opgeloste stoffen uit de constructie door waterstroming en diffusie.

Volumevastheid

De mate waarin een constructie(-onderdeel) het gegeven volume behoudt onder invloeden van samendrukking, krimp, zwel, collaps, kruip en (na)verdichting e.d.

Vormveranderingsdraagvermogen

De belasting, waarbij de elastische en plastische vervorming nog juist binnen een acceptabele grenswaarde blijft.

Waterdoorlatendheid

Het vermogen om water door te kunnen laten.