Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Definities over de aard van het materiaal

Bodemstructuur

Het stelsel van scheuren en aggregaten in de bodem tengevolge van klimatologische invloeden, tezamen met holten en poriën tengevolge van plantaardig en dierlijk leven.

Dichtheid

De massa per eenheid van volume. Onderscheiden worden de korreldichtheid (dichtheid van de korrel, dus inclusief de poriën in de korrel), de vaste stof dichtheid (dichtheid van de vaste stof, dus exclusief de poriën) en de bulkdichtheid (dit is de dichtheid van het materiaal in een werk of depot, dus inclusief de holle ruimte tussen de korrels).

Korrelgrootteverdeling

De cumulatieve verdeling van de korrels naar grootte.

Poriëngehalte

Het percentage van het volume van de grond dat uit poriën tussen de korrels en open poriën in de korrels bestaat.

Rijpheid

De mate van ontwikkeling van een bodemvormend proces, waarbij een sediment dat wordt blootgesteld aan drogere hydrologische omstandigheden, nagenoeg onomkeerbaar wordt omgezet in een compacter, geaëreerd en doorlatender materiaal, waarvan de fysische eigenschappen afhankelijk zijn van de nieuwe hydrologische omstandigheden en dat kan worden betiteld als grond.

Samenstelling (chemisch, fysisch)

De materiaalsoorten of chemisch-mineralogische componenten waaruit het materiaal bestaat, uitgedrukt in hun relatieve aandeel.

Vochtgehalte

Het massapercentage van water ten opzichte van de droge stof.

Opmerking: vochtgehalte wordt ook wel watergehalte genoemd.