Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Dakbedekking (dakleer, bitumen- en teerhoudend)

Dakbedekking (dakleer, bitumen- en teerhoudend)

Vrijkomen

Dakbedekking (dakleer, bitumen- en teerhoudend) komt vrij bij de volgende werkzaamheden:

  • slopen van gebouwen of kunstwerken;
  • renoveren van gebouwen of kunstwerken.

Preventie

Om bitumenafval te voorkomen (teerhoudende dakbedekking opbrengen is tegenwoordig verboden) kan ook ander materiaal gebruikt worden voor het dakleer zoals EPDM rubbers of kunststof. De levensduur van deze dakbedekking is in de regel langer.

Beplanting op het dak kan de levensduur van het dakleer verlengen, doordat het straling tegenhoudt en het dakleer daardoor minder snel opwarmt en uitdroogt. De levensduur van het dak wordt ook verlengd door niet zonder daarvoor geschikte loopplanken of tegels over het dak heen te lopen.

Alleen een deskundige kan het verschil vaststellen tussen teerhoudende- en niet teerhoudende dakbedekking. Daarom wordt aangeraden om vóór aanvang van sloopwerkzaamheden, waarbij bitumen- of teerhoudende materialen vrijkomen, een deskundige in te schakelen. Door gebruik te maken van de PAK-markermethode kan snel worden vastgesteld of het monster PAK bevat boven de grens van 250 mg/kg. Vanaf 75 mg/kg wordt de maximum grenswaarde echter al overschreden. De PAK marker wordt op het monster gespoten, waarna binnen enkele minuten aan de hand van een eventuele verkleuring kan worden vastgesteld of het monster PAK bevat. De werking berust op de fluorescerende eigenschappen van PAK-moleculen. De verkleuring is uitgesproken paars onder Uv-licht. Aanvullend zijn mogelijk nog een DLC methode en HPLC of CG/MS methode nodig, om concentraties onder 250 mg/kg vast te stellen.

Om verontreiniging van het bouw- en sloopafval met PAK te voorkomen, is het in het Bouwbesluit 2012 Hoofdstuk 4 Lid 1. verplicht gesteld teerhoudende dakbedekkingsmaterialen selectief te slopen en het sloopmateriaal, inclusief het vervuilde dakgrind, gescheiden af te voeren.

Renovatiewerkzaamheden

Na de vaststelling door een deskundige dat er teerhoudende materialen aanwezig zijn, zijn er twee mogelijkheden voor renovatie:

  • Door goed onderhoud kan het dakleer zo lang mogelijk mee gaan;
  • Bij voorkeur wordt de bestaande dakbedekking wordt eerst selectief gesloopt en verwijderd;
  • Indien slopen niet mogelijk is dienen maatregelen te worden genomen om teerlekkages te voorkomen. Bovendien is een scheidingslaag tussen de bestaande en de nieuw te plaatsen dakbedekking nodig om onderlinge verkleving te voorkomen, menging van teerhoudende en niet-teerhoudende materialen dient immers zoveel mogelijk te worden voorkomen.

Onderzoek en nieuwe ontwikkelingen

Voor dakbedekking (dakleer, bitumen- en teerhoudend) wordt het volgende onderzoek gedaan en vinden nieuwe ontwikkelingen plaats:

  • Een van de technieken om bitumen dakbedekking opnieuw in te zetten is via een techniek die de firma Biturec in Nederland introduceerde. Hierbij wordt het aangeleverde dakbedekkingmateriaal gesorteerd en worden ongewenste verontreinigingen en ongewenste soorten dakbedekkingmateriaal verwijderd. Als onderdeel van het kwaliteitssysteem wordt aangeleverd materiaal aan de poort op de eventuele aanwezigheid van teer getoetst. Vervolgens worden de uitgesorteerde partijen cryogeen (bij zeer lage temperaturen) gegranuleerd. Het resultaat is een bitumenhoudend granulaat dat onder andere kan worden ingezet bij de productie van asfalt.
  • Het BIELSo-proces van de firma Icopal is een techniek om bitumen terug te winnen en geschikt te maken als volwaardige grondstof voor nieuwe bitumineuze producten.
  • Hergebruik is alleen mogelijk na selectief slopen.

Zie ook: