Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Afvalstoffase dakbedekking (dakleer, bitumen- en teerhoudend)

Omschrijving en Euralcode

Definitie

Dakbedekking (dakleer, bitumen- en teerhoudend) komt vrij bij het slopen of renoveren van gebouwen en kunstwerken.

Zeer Zorgwekkende stoffen

In dakbedekking (dakleer, bitumen- en teerhoudend) kunnen ZZS voorkomen. Het gaat hierbij om PAK-componenten.

Euralcode

Bitumen- en teerhoudende dakbedekking hebben de volgende Euralcodes:

Hoofdstuk

17 Bouw- en sloopafval (inclusief afgegraven grond van verontreinigde locaties)

Subhoofdstuk

03 bitumineuze mengsels, koolteer en met teer behandelde producten

Specifieke code

17 03 01* c: Bitumineuze mengsels die koolteer bevatten

17 03 02 c: Niet onder 17 03 01 vallende bitumineuze mengsels

17 03 03 *: Koolteer en met teer behandelde producten

Toelichting

Teerhoudende dakbedekking is gevaarlijk afval en krijgt de code 17 03 03*. Gaat het om materiaal dat verontreinigd is met koolteer, dan is het afhankelijk van de concentratie koolteer of het materiaal gevaarlijk afval (17 03 01*) of niet gevaarlijk afval is (17 03 02).

Afvalbeleid

Elke stof, preparaat of voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen is een afvalstof (art 1.1 lid 1 Wm). Voor afvalstoffen gelden specifieke regels en is er een afvalstoffenbeleid dat staat beschreven in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP). Voor een veel afvalstoffen is in het LAP een sectorplan opgenomen. Voor die afvalstoffen staat in de sectorplannen uitgebreide informatie over het specifieke beleid voor die afvalstoffen. Tot dat specifieke beleid behoort onder andere de minimumstandaard. Deze minimumstandaard geeft het niveau in de afvalhiërarchie waaraan de verwerking minimaal moet voldoen. In het beleidskader van het LAP staat hoe we in het algemeen met afvalstoffen in Nederland om gaan. Dit kader geeft het beleid over afvalbeheer, vergunningverlening en toezicht, acceptatie, verwerking, inzameling en gescheiden houden van afvalstoffen. In het beleidsblad [Landelijk afvalbeheerplan] staat meer informatie over de inhoud en doel van het LAP.

De minimumstandaard voor de verwerking van dakafval (dakleer, bitumen- en teerhoudend) in de afvalfase staat in het sectorplan 33, externe linkDakafval. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen dakafval dat PAK-rijk is (> 75 mg/kg droge stof) en PAK-arm dakafval (< 75 mg/kg). Bij PAK-rijk dakafval is de essentie van de minimum standaard het vernietigen van de PAK. Teerhoudend dakafval is zelden PAK-arm, bitumineus dakafval is zelden PAK-rijk. Daarnaast kan er ook nog dakgrind verkleefd zijn met het teer of het bitumen. Tot slot kunnen teerhoudend en bitumineus dakafval gemengd zijn en kan het dakafval gemengd of verkleefd zijn met andere ‘dakbedekkingvreemde’ materialen, dit wordt composiet dakafval genoemd.

Opslag en transport

Het materiaal dient afgedekt opgeslagen en vervoerd te worden zodat geen verspreiding optreedt. Verder geen speciale maatregelen.

Verwerking

De verwerking voor PAK-arm en PAK-rijk dakafval verschilt iets van elkaar. Hieronder per type dakafval de verwerking zoals gewoonlijk wordt gehanteerd.

PAK-rijk dakafval (PAK10 > 75 mg/kg droge stof):

  • alle vormen van verbranding zijn toegestaan, mits het inerte deel van het dakafval uiteindelijk gerecycled wordt. Hierbij kan gedacht worden aan een AVI, cementoven of TAG-reiniger. In totaal is hier in Nederland genoeg capaciteit voor;

PAK-arm dakafval (PAK10 < 75 mg/kg droge stof):

  • verwerking in TAG-reinigers ; het inerte deel wordt gerecycled en de rest wordt verbrand voor energieterugwinning; 
  • bitumen kan worden teruggewonnen als volwaardige grondstof en worden gerecycled in nieuwe bitumineuze producten. Deze verwerking verdient vanuit circulair oogpunt de voorkeur, omdat het bitumen op deze manier in de keten blijft. 
  • verwerking in asfalt; zowel bitumen als het inerte deel kan in asfalt worden gerecycled; 
  • PAK-arm dakafval is een van de stromen waarvoor in het kader van convenant Meer en Beter Recyclen (onderdeel van het VANG) een ketenaanpak is gestart. Hiermee wordt beoogd de keten zoveel mogelijk circulair te maken.

Een aantal algemene opmerkingen met betrekking tot verwerking:

  • Op basis van het beleid rond gescheiden houden zoals beschreven in hoofdstuk B.3 in het LAP 3 moet dakafval (dakleer, bitumen- en teerhoudend) in beginsel gescheiden worden gehouden van andere categorieën afvalstoffen en niet-afvalstoffen, tenzij het voldoet aan de voorwaarden voor mengen in externe linkhoofdstuk B.7. Ook bij de gemeentelijke milieustraat dient het gescheiden te worden opgeslagen. 
  • In geval van composiet dakafval of dakafval verkleefd met grind moet verwerking plaats vinden, opdat het dakafval gescheiden wordt van de ‘dakbedekkingsvreemde’ materialen. 
  • Om te voorkomen dat bouw- en sloopafval verontreinigd raakt met het vervuilde grind, moet vervuild grind eerst gereinigd worden voordat het naar een scheidingsinstallatie voor bouw-en sloopafval afgevoerd wordt. Voor gereinigd grind geldt de minimum standaard recycling, zoals beschreven in het sectorplan 33. 
  • Wanneer sprake is van dakbedekking op basis van bitumen moet het dakgrind naar een grindreinigingsbedrijf worden gebracht. Voor het gereinigde grind geldt de minimumstandaard recycling zoals beschreven in het sectorplan 33. 
  • Grind, afkomstig van een teermastiekdak, kan thermisch worden gereinigd.