Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Elektrische en elektronische apparatuur

Elektrische en elektronische apparatuur

Vrijkomen

Elektrische en elektronische apparatuur komen vrij bij vervanging, vernieuwing en/of afdanking van apparatuur.

Preventie

Preventie van afval uit elektrische en elektronische apparatuur is deels synoniem aan ecodesign. Deze kreet houdt in dat er bij het ontwerp rekening gehouden wordt met de milieubelasting in de gebruiks- en afvalfase. Dit kan gedaan worden door het gebruik van lichtere, minder milieubelastende en duurzame materialen, maar ook door demontabel te ontwerpen. Gelet op het internationale karakter van de markt voor elektrische en elektronische apparatuur moet ecodesign bij voorkeur in internationaal verband worden aangepakt. De Europese Richtlijn betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (ROHS, Restriction of use of certain Hazardous Substances in electrical and electronic equipement) stelt sinds 1 juli 2006 beperkingen aan het gebruik van gevaarlijke stoffen in onder meer wit- en bruingoed. Het betreft onder meer lood, kwik, cadmium, chromaten en broomhoudende brandvertragers (PBB’s en/of PBDE’s). Sinds 1 juli 2006 moet alle nieuw op de Europese markt gebrachte elektr(on)ische apparatuur conform de richtlijn zijn. De RoHS-richtlijn heeft geen betrekking op producten die in de EU al voor deze datum op de markt zijn (en dus in de bevoorradingsketen zitten). Dergelijke producten mogen nog verder worden verkocht. Deze richtlijn is omgezet in Nederlandse wetgeving: het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur.

Voor het voorkomen van elektrisch en elektronisch afval kan gebruik worden gemaakt van meerdere strategieën. Voor het meest voorkomende elektrisch en elektronisch afval bij RWS, Openbare verlichting, worden hieronder enkele voorbeelden gegeven. Deze voorbeelden kunnen in veel gevallen ook worden toegepast op andere categorieën elektrische apparaten. Wat betreft openbare verlichting kan afval voorkomen worden door met de volgende zaken rekening te houden:

  • Is de verlichting überhaupt nodig? Niet geplaatste verlichting komt nooit in de afvalfase. 
  • Kan de hoeveelheid verlichting worden verminderd door: Overzichtelijk wegontwerp, goede wegmarkering, weggeflectie, reflectoren, enz. 
  • Gebruik indien mogelijk kleine paaltjes in plaats van hoge lichtmasten. 
  • Plaats de lichtbronnen in het midden van twee wegen of weghelften in plaats van aan beide zijkanten. 
  • Refurbishing: verwijder niet de gehele lichtmast, maar alleen het armatuur. Vervang niet het gehele armatuur, maar vervang alleen de oude lichtbron met indien nodig een nieuw binnenwerk. 
  • Als de verlichting niet meer op die locatie toegepast zal worden plaats dan de verlichting op een andere locatie waar de verlichting wel voldoet.

Voor extra informatie over voorkomen van afval van verlichting zie de externe linkWerkgroep Circulariteit en circulair inkopen van OVLNL.

Voor ICT apparatuur zijn er ook mogelijkheden om te voorkomen dat deze apparatuur als afval moet worden afgevoerd.

  • Voordat het gebruik van de apparatuur wordt beëindigd kan worden beoordeeld of deze nog aan de vereisten voldoet. Als dat zo is dan kan de apparatuur langer worden gebruikt. 
  • Daarnaast is er is een grote markt voor refurbished of tweedehands ICT apparatuur. 
  • Door veel leveranciers van ICT apparatuur wordt de apparatuur ook geleased. Dan kan de leverancier de apparatuur zelf weer geschikt maken voor hergebruik.

Onderzoek en nieuwe ontwikkelingen

Het [Landelijk afvalbeheerplan] beschrijft het beleid als volgt:

Het beleid voor elektrische en elektronische apparatuur (wit- en bruingoed) is gericht op het tot stand brengen van een lekvrije afvalbeheerstructuur. Dit betekent dat er zeer veel aandacht besteed moet worden aan inzameling en terugname. Het secundaire doel is zoveel mogelijk product- en materiaalhergebruik. In het Besluit wit- en bruingoed worden producenten en importeurs hiervoor verantwoordelijk gesteld.

Uit onderzoek van de VROM-Inspectie in 2004 is gebleken dat grote hoeveelheden afgedankte elektronische apparaten in strijd met nationale en internationale milieuwetgeving geëxporteerd worden. Om deze reden heeft de VROM-Inspectie de handhaving van de export van afgedankte elektrische en elektronische apparaten naar niet-OESO-landen als prioriteit benoemd en deze opgenomen in het meerjarenplan Handhaving EVOA 2005 - 2010.

Zie ook: