Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Bouwstoffase flugsand

Flugsand wordt toegepast als licht ophoogmateriaal op of in de bodem in grond-, weg- en waterbouwkundige werken (RAW 22).

Flugsand in de wegenbouw

Zie [Constructief gedrag en materiaaleigenschappen] voor de legenda bij deze figuur.

Toepassingen van Flugsand zijn:

  • Dijkversterkingen.
  • De aanleg van weglichamen.
  • Terreinophogingen.
  • Belastingspreidende laag.
  • Sleufaanvullingen en tijdelijke rijbanen.
  • Aanvullingen achter damwanden.

De toepassing van een bepaalde kwaliteitsklasse Flugsand is sterk afhankelijk van de aan de betreffende constructie(-onderdelen) te stellen functionele eisen. De belangrijkste kwaliteitseis die aan Flugsand wordt gesteld is de natuurlijke vochtige dichtheid.

Bouwstoffenregelgeving

Onder het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) wordt Flugsand als niet-vormgegeven bouwstof aangemerkt (bestaande werken vallen onder Besluit Bodemkwaliteit: categorie NV) (zie ook [Beleidsblad Besluit bodemkwaliteit (grondstromen)]).

Certificering

De externe linkBRL 9316 Flugsand legt de te volgen productiecontrole vast maar ook de wijze van toetsing aan de eisen in het Bbk voor ongebonden toepassing van Flugsand. In deze BRL worden alleen milieuhygiënische eisen gesteld. Op basis van de BRL 9316 wordt een NL-BSB productcertificaat afgegeven.

NEN en EN

CE-markering is voor dit materiaal van toepassing op basis van externe linkNEN-EN 13055-2.

CUR

Voor Flugsand is de externe linkCUR-aanbeveling 41 ontwikkeld.

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Maatregel

Verwering van het flugsand

Niet toepassen in gebieden met een pH<4

Slechte verdichting

In lagen van maximaal 0,4m. Van belang is met zo weinig mogelijk verdichtingsenergie een klinkvrije constructie te realiseren

Stofvorming bij toepassing

Vochtig toepassen

In het Veiligheids- en Gezondheidsplan dient onder andere aandacht besteed te worden aan de stofbelasting

Instelling van een hoge freatische lijn in het materiaal bij dijkverbreding

Goede drainage. Alleen bij landwaarts gerichte dijkverbeteringen en niet bij rivierwaarts gerichte dijkverbeteringen toepassen

Erosiegevoeligheid

Bij toepassing in de kern van een dijk de dikte van de dijkbekleding vergroten van 0,7 naar 1,0 m.