Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Materiaaleigenschappen grind

Eigenschap

Eenheid

Waarde

korrelgrootteverdeling

  • % < 63 µm

mm

% (m/m)

2 – 63

< 1

chemische, fysische en mineralogische samenstelling

  • gloeiverlies

 

 

% (m/m)

veelal kwarts, verder allerlei resistente gesteenten, silex

< 1

dichtheid

  • korreldichtheid
  • maximum proctordichtheid
  • optimum vochtgehalte
  • verdichtingsgraad

 

kg/m3

kg/m3

% (m/m)

%

 

circa 2.550 – 2.600

1.700

2 – 4

98 – 102

holle ruimte

% (V/V)

30 – 40

vochtgehalte

% (m/m)

< 2

korrelvorm

  • dikte / lengte (d/l)

-

-

veelal rond, verder plat, langwerpig

0,4 – 0,5

textuur van de korrels

-

afgerond, glad

Mechanisch gedrag

 

 

weerstand tegen breuk

  • verbrijzelingsfactor
  • dynamische verbrijzelingswaarde

 

-

%

 

0,81 – 0,84

20 – 25

wrijvingseigenschappen

  • interne wrijvingshoek
  • cohesie

 

º

 

kN/m2

 

22 – 25 (door breken te vergroten)

nihil

samendrukbaarheid

-

nihil

Hydraulisch gedrag

 

 

waterdoorlatendheid

  • permeabiliteitscoëfficiënt

 

m/s

 

> 0,1

capillaire werking

m

< 0,1

Milieuhygiënisch gedrag

 

 

samenstelling en uitloogbaarheid

mg/kg d.s.

geen relevante uitloging. Bij zeegrind letten op chloride en bromide, zie ook Leidraad Bodem van Rijkswaterstaat

Duurzaamheid

 

zeer groot

vochtgevoeligheid

-

niet vochtgevoelig

weerstand tegen erosie

-

gering, afhankelijk van de korrelgrootte

chemische en fysische stabiliteit

-

zowel chemisch als fysisch stabiel

Overig gedrag

 

 

verdichtbaarheid

  • losgestort

verdicht in het werk

 

kg/m3

kg/m3

 

1.500

1.700

verdichtingsgewilligheid

-

door de ronde korrelvorm laat het materiaal zich moeilijk verdichten