Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Bouwstoffase groenafval

Hergebruik

Direct hergebruik

  • Gezond hout kan achtergelaten worden wanneer er geen gevaar bestaat voor verspreiding van ziekten of insectenplagen. Dood hout heeft een belangrijke natuurwaarde en speelt een grote rol voor zoogdieren, vogels, insecten, mossen en schimmels. Voor iepenhout wordt evenwel geadviseerd om dat altijd te verwijderen, omdat de iepenspintkever zich ook daarin kan nestelen;
  • dunningshout in beplanting achterlaten bij voorkeur op rillen (stapels). Bij een struweel e.d. rillen opbouwen op enkele meters vanaf de rand van de beplanting;
  • hout vrijkomend bij niet gesloten beplanting (bomenrijen, boomweide, boomgroep, solitaire boom, enz.) in zijn geheel in gesloten beplanting (bos, singel, enz.) brengen;
  • stamhout ter plekke versnipperen/verspanen en bij voorkeur achterlaten in hopen. Wanneer het oppervlak versnipperd hout te groot wordt, kan de ondergroei negatief worden beïnvloed. Daarom wordt aangeraden het versnipperde hout in de begroeiing op hopen achter te laten. Wanneer het achterlaten op hopen niet mogelijk is dient het (versnipperde) hout te worden afgevoerd (zie verwerkingsopties).

Materiaalhergebruik

Wanneer de gezonde bomen, boomdelen of struiken niet ter plaatse kunnen worden verwerkt, zijn er verschillende verwerkingsmogelijkheden: Versnipperen op locatie of elders en inzet van de houtfractie voor energiedoeleinden. De overige fijne fractie afvoeren voor compostering of structuurverbetering in de landbouw. Daarnaast zijn de volgende opties mogelijk:

  • verspanen: verkleinen van resthout (ook oud hout) t.b.v. de productie van spaanplaat, houtwolcementplaat en klossen;
  • verpulpen van resthout voor toepassing in de papier- en kartonindustrie. Overigens is er sprake van veel concurrentie in de vorm van oud papier;
  • composteren. Toepassing van resthout (vooral schors en plantsoenhout) en niet verduurzaamd houtzaagsel en -boorsel als structuurmateriaal bij het composteringsproces (met zuurstof) of vergistingsproces van rioolwaterzuiverings- en industrieel slib. Het eindproduct is in te zetten als compost of als brandstof. Houtsnippers kunnen een gunstige invloed hebben op de C/N (koolstof/stikstof-)verhouding in de compost.
  • Naast de “officiële” groencomposteerinstallaties wordt door diverse (samenwerkende) gemeenten, op kleinere schaal op een tijdelijke opslagplaats, na eenmalige verkleining en een vorm van extensieve compostering een product gemaakt dat vergelijkbaar is met groencompost. Dit product kan direct in de gemeente(n) worden ingezet;
  • resthout kan verwerkt worden tot stalstrooisel;
  • Inzet als biomassa.