Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Afvalstoffase kabels en draden

Omschrijving en euralcode

Definitie

Kabels en draden komen vrij bij de het aanleggen van bekabeling (overlengten) voor kunstwerken, straatverlichting, inductielussen (in wegen) en gebouwen, sloop en onderhoud van kunstwerken, wegen, bruggen en gebouwen en het verwijderen of vervangen van bekabeling.

Zeer Zorgwekkende stoffen

In kabels en draden is het gehalte ZZS in totaal waarschijnlijk lager dan de maximale grenswaarde. In gescheiden kunststofmantels kunnen vlam- en brandvertragers en weekmakers boven de maximale grenswaarde voorkomen. In oliehoudende kabels kunnen PAK’s, trichloorbifenyl, Polychloorterfenyl (PCT) en Polychloorbifenylen (PCB) voorkomen. Het LAP houdt reeds rekening met de aanwezigheid van PAK’s en PCB’s bij de afvalwerking. Glasvezelkabels kunnen naast ZZS in de kunststofmantel mogelijk ook Diboortrixode in de glasvezel boven de maximale grenswaarde bevatten.

Euralcode

Kabels en draden hebben de volgende Euralcodes:

Hoofdstuk

17 BOUW- EN SLOOPAFVAL (INCLUSIEF AFGEGRAVEN GROND VAN VERONTREINIGDE LOCATIES)

Subhoofdstuk

04 metaal (inclusief legeringen)

Specifieke code

17 04 10*: kabels die olie, koolteer of andere gevaarlijke stoffen bevatten; 17 04 11: niet onder 17 04 10 vallende kabels; 17 09 04: niet onder 17 09 01, 17 09 02 en 17 09 03 vallend gemengd bouw- en sloopafval (glasvezelkabels).

Afvalbeleid

Elke stof, preparaat of voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen is een afvalstof (art 1.1 lid 1 Wm). Voor afvalstoffen gelden specifieke regels en is er een afvalstoffenbeleid dat staat beschreven in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP). Voor een veel afvalstoffen is in het LAP een sectorplan opgenomen. Voor die afvalstoffen staat in de sectorplannen uitgebreide informatie over het specifieke beleid voor die afvalstoffen. Tot dat specifieke beleid behoort onder andere de minimumstandaard. Deze minimumstandaard geeft het niveau in de afvalhiërarchie waaraan de verwerking minimaal moet voldoen. In het beleidskader van het LAP staat hoe we in het algemeen met afvalstoffen in Nederland om gaan. Dit kader geeft het beleid over afvalbeheer, vergunningverlening en toezicht, acceptatie, verwerking, inzameling en gescheiden houden van afvalstoffen. In het beleidsblad [Landelijk afvalbeheerplan] staat meer informatie over de inhoud en doel van het LAP.

De minimumstandaard voor verwerking van kabels en draden staat in het sectorplan 14 externe linkPapier- en kunststofgeïsoleerde kabels en restanten daarvan. Voor de verwerking van glasvezelkabels is een apart sectorplan opgesteld: sectorplan 15 externe linkGlasvezelkabels.

Opslag en transport

Geen specifieke maatregelen noodzakelijk.

Verwerking

Zie [Stroomschema verwerking van kabels en draden]. Voor kabels en draden geldt de volgende verwerking:

  • Er zijn verschillende inzamelaars van kabels, snoeren en draden die hiervoor een vergoeding betalen afhankelijk van de koperfractie;
  • Papier- of kunststofgeïsoleerde kabels en snoeren dienen gescheiden te worden in een metaalfractie, kunststoffractie en een restfractie. De metaal- en kunststoffracties dienen gerecycled te worden, de restfractie moet minimaal worden verbrand.
  • Glasvezelkabels kunnen (nog) niet worden gerecycled vanwege verontreinigingen met aramidevezels en gel. De minimumstandaard is verwijderen door verbranden. Export van afval van glasvezelkabels is niet toegestaan;
  • Oude kabels waarin PCB olie verwerkt is kunnen worden ingeleverd bij een verwerker van olieafval die gespecialiseerd is in het vernietigen van de PCB’s. Het verbranden van de olieresten levert energie op en er kan eventueel chloride worden teruggewonnen uit de olie.