Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Eigenschappen kadavers

Mogelijke verontreinigingen

Ziektekiemen vormen een mogelijke verontreiniging vanwege het besmettingsrisico.

Macrosamenstelling

De macrosamenstelling is organisch materiaal.

Gezondheid en Arbeidsomstandigheden

Botulisme

Botulisme is een ziekte die zich vooral voordoet onder watervogels en vissen als het water 20 graden Celsius of warmer is. Besmette dieren vertonen verlammingsverschijnselen en gaan daaraan uiteindelijk dood. Botulisme wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium botulinum. Deze bacterie produceert een zenuwgif dat verlammend werkt. Er zijn verschillende soorten botulisme, maar het type dat in Nederland voorkomt, is niet gevaarlijk voor mensen

Dode dieren moeten zo snel mogelijk uit het water worden gehaald om verdere besmetting te voorkomen. Waarschuw daarom meteen de gemeente, haal de dieren niet eigenhandig uit het water. Naarmate de dode dieren langer in het water blijven, treedt een andere verontreiniging op die wel van invloed is op mensen. Mensen die besmet zijn met botulisme gaan slechter zien en spreken, worden lusteloos en hun spieren worden slapper.

Dus: vermijd contact met de dode dieren en het water waar dode dieren zijn.

Vogelgriep

Vogelgriep is een virusinfectie waarvan het type H5NV overdraagbaar op mensen is gebleken. H5NV kent een hoge mortaliteit voor vogels. Een H5NV infectie bij mensen veroorzaakt ernstige ziekte en kan dodelijk verlopen. Het virus kan van vogels op mensen worden overgedragen door intensief contact. Experts zijn van mening dat het virus kan muteren in een vorm die eenvoudig overdraagbaar is van mens op mens. In Indonesië is één geval hiervan beschreven.

Gebleken is dat besmette trekvogels dit virus wereldwijd kunnen verspreiden. In Nederland zijn nog geen met H5NV besmette vogels aangetroffen, maar in 2006 wel in o.a. Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk. In Duitsland is ook een besmette kat aangetroffen.

Gedurende de piek van de vogeltrek moeten alle verdachte dode vogelsoorten worden gemeld. Daarbuiten blijft de vondst van tenminste drie eenden, ganzen of zwanen op één plek verdacht. Dat geldt ook voor een vondst van minimaal twintig dode vogels van andere soorten.

Verdachte gevallen kunt u melden bij de Meldkamer van de Algemene Inspectiedienst (AID), telefoon 045-5466230. Voor algemene vragen over symptomen kunt u terecht bij het LNV-loket: 0800-2233322.

Milieu

Indien dode dieren blijven liggen kan botulisme optreden en is er kans op besmetting van levende dieren. Verder gelden de volgende algemene milieuaspecten:

  • Nederland is een land met een zeer hoge wegendichtheid en verkeersintensiteit. Gemiddeld is er ruim 3 kilometer verharde weg per vierkante kilometer. Wegen leiden tot versnippering van de leefgebieden van veel planten- en diersoorten. Leefgebieden verdwijnen onder het asfalt, worden verstoord (geluid- en lichthinder) en worden opgedeeld doordat de weg een onneembare barrière vormt. Aanrijdingen van dieren vormen het meest zichtbare aspect van versnippering. Jaarlijks sterven bijvoorbeeld enkele honderdduizenden egels in het verkeer.
  • Voor een aantal diersoorten heeft de omvang van de sterfte in het verkeer invloed op de populatieomvang. Aanrijdingen met grote soorten, bijvoorbeeld ree, hebben gevolgen voor de verkeersveiligheid. Door het plaatsen van rasters wordt de kans op aanvaringen met dieren verminderd. Door tevens faunapassages, zoals tunnels en ecoducten, aan te leggen kunnen wegen veilig worden gepasseerd door dieren. Ook kan er bij de aanleg van wegen of de herinrichting van een bepaald gebied rekening gehouden worden met het gedrag van de ter plaatse voorkomende diersoorten.
  • Kadavers van beschermde diersoorten (zoals dassen, boom- en steenmarters) en geringde vogels kunnen worden aangemeld bij de betreffende instanties. De informatie afkomstig van deze meldingen draagt bij tot het algemene beeld over de verspreiding van de soort. De informatie kan bijvoorbeeld ook worden gebruikt voor onderzoek naar faunabescherming bij verkeerswegen.
  • Indien het dier nog leeft kan het naar een daarvoor in aanmerking komende opvanggelegenheid (zoals een asiel) worden gebracht.
  • Aangereden grofwild (vanaf de grootte van een ree) dient te worden aangemeld bij de (plaatselijke) politie, indien doodgereden en/of gewonde dieren gevaar opleveren voor weggebruikers.
  • Aangereden huisdieren (gewond of dood) kunnen worden opgehaald door de dierenambulance. Contact opnemen met stichting "Amivedi" (organisatie voor registratie van vermiste en gevonden huisdieren).