Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Eigenschappen oppervlaktebehandelingsmaterialen

Algemeen

Reparatietechnieken in de asfaltwegenbouw:

  • Oppervlakbehandeling: na reiniging van het verhardingsoppervlak worden bitumenemulsie of gemodificeerde bindmiddelen (polymeerbitumen) aangebracht en vervolgens afgestrooid met steenslag en afwalsen. Op asfaltlagen op brugdekken worden thermohardende bindmiddelen met een hoog gehalte aan epoxyhars toegepast. Oppervlakbehandeling wordt toegepast op niet-rijkswegen als onderhoudsmaatregel bij onvoldoende stroefheid of lichte rafeling. Deze methode wordt ook toegepast als conserveringslaag op rafelingsgevoelige asfaltlagen of op plaatselijk gerafeld oppervlak van dichte deklagen van Rijkswegen.
  • Lichte scheurbehandeling (het repareren van langs- of dwarsscheuren): na reiniging van de scheur wordt bitumenemulsie aangebracht en vervolgens afgestrooid met brekerzand of steenslag en (handmatig) licht aangewalst.
  • Matige tot ernstige scheurbehandeling: na het reinigen van de scheur en het (al dan niet) open frezen van de scheur wordt bitumineuze voegvulling aangebracht dat wordt afgestrooid met brekerzand of steenslag en (handmatig) licht aangewalst.
  • Ernstige scheurbehandeling: achtereenvolgens wordt het asfalt gefreesd, schoongemaakt, bitumineuze voegvulmassa in de eventueel nog aanwezige scheur aangebracht en asfaltbeton toegepast in de gefreesde deklaag.
  • Microdeklaag of spoorvulling: na het eventueel verwijderen van de wegmarkering en het incidenteel verwijderen van hobbels in het wegdek wordt het wegoppervlak gereinigd en een microdeklaag aangebracht van emulsiebeton. Wanneer asfaltbeton wordt toegepast dient dit tevens te worden gekleefd, gewalst en afgestrooid.
  • Sealen en afstrooien: bij beginnende rafeling van ZOAB-deklagen wordt de deklaag geseald, ter verlenging van de levensduur. In verband met de stroefheid moet de behandeling worden afgestrooid met brekerzand of Neorough.

Toegepaste materialen

  • Koudasfalt (RAW-code 31.21.06 lid 0130) is een mengsel van vloeibitumen of bitumenemulsie en mineraal aggregaat.
  • Emulsieasfaltbeton (koudasfalt bereid met bitumenemulsie, RAW-code 30, paragraaf 31 t/m 37) bestaat uit steenslag, brekerzand, cement of kalk en bitumenemulsie. Bitumenemulsie is een mengsel van bitumen in water.
  • Koudasfalt bereid met vloeibitumen: bestaat uit steenslag, brekerzand, een vulstof, kalk en vloeibitumen. Vloeibitumen is een oplossing van bitumen in kerosine.
  • Sealmiddel is een bitumenemulsie met verjongende eigenschappen voor de aanwezig bitumen. Het afstrooimateriaal is natuurlijk brekerzand of Neorough.

Emulsieasfaltbeton heeft de voorkeur boven koudasfalt, omdat dit minder milieubelastende stoffen (organische oplosmiddelen) bevat.

Mogelijke verontreinigingen

Bij oppervlaktebehandelingmaterialen kunnen de volgende verontreinigingen voorkomen:

  • organische oplosmiddelen (gasolie, benzine);
  • PAK.

Gezondheid en Arbeidsomstandigheden

PAK zijn schadelijk voor de gezondheid.

Milieu

PAK zijn schadelijk voor het milieu.