Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Bouwstoffase puin en granulaten

Hergebruik

Beton- en metselwerkpuin kunnen indien het voldoet aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit (zie ook [Beleidsblad Besluit bodemkwaliteit (grondstromen)]) worden hergebruikt. Om het hergebruik te optimaliseren zijn maatregelen en onderzoek noodzakelijk. Een toelichting volgt hieronder.

Historisch onderzoek

Historisch onderzoek dient uit te wijzen of er risico’s zijn dat het sloopobject verontreinigd is en welke verontreinigende stoffen mogelijk kunnen worden aangetroffen. Het materiaal is verdacht indien er bijvoorbeeld een benzinestation op de verharding heeft gestaan, of wanneer op de locatie verdachte materialen, zoals asbest of teer, zijn toegepast.

Aangeraden wordt om bij grote sloopobjecten vooraf een inspectie van het sloopobject te laten uitvoeren door de bewerkingsinrichting. Daarbij geeft men aan welke materialen wel en welke materialen niet kunnen worden aangevoerd.

Asbestinspecties zijn sinds 1 juni 1997 verplicht, waardoor de kans kleiner is geworden dat er asbest in het puin terecht komt (zie verder onder “kwaliteitsborging”).

Analyse

Van verdachte objecten dienen de verdachte locaties te worden begrensd. Vervolgens kunnen de locaties indicatief worden onderzocht op bijvoorbeeld PAK, zware metalen en minerale olie. De resultaten kunnen worden vergeleken met de acceptatiecriteria van de puinbreker om na te gaan of het puin na bewerking eventueel toepasbaar zal zijn.

Het sloopwerk

Afhankelijk van de inspectie en de analyseresultaten kan worden besloten om delen van het sloopobject gescheiden te slopen en te verwijderen, zoals puin dat verontreinigd is met asbest, gips of bitumineuze dakbedekking.

Tijdens de sloopwerkzaamheden moet worden voorkomen dat het puin vermengd wordt met grond. Hiermee kan een eventuele verontreiniging van het puin worden tegengegaan en wordt voorkomen dat te veel materiaal moet worden afgevoerd.

Een deel van het puin wordt op de slooplocatie afgezeefd en/of in een mobiele breker verwerkt. Het afzeven van de grond wordt afgeraden om vermenging met de ondergrond en een eventuele verontreiniging van de ondergrond te voorkomen.

Sorteren

Veel puin gaat rechtstreeks naar een (mobiele) puinbreker, zeker wanneer het de steenachtige fractie van het bouw- en sloopafval betreft die vrijkomt bij selectief slopen of scheiden aan de bron bij nieuwbouw. Alleen gemengd bouw- en sloopafval gaat naar een sorteerbedrijf voordat het puin gebroken wordt.

Wanneer het bouw- en sloopafval wordt aangeboden bij een sorteerder of breker wordt het visueel beoordeeld. Als zich in het puin grote hoeveelheden ongewenste materialen bevinden, kan het puin worden geweigerd of alleen tegen een veel hoger tarief worden afgegeven. Beton en metselwerk worden zo veel mogelijk gescheiden gehouden.

Voordat het puin naar de puinbreker kan, moeten aanwezige (grote) macroverontreinigingen worden verwijderd. In een sorteerinstallatie worden hout, glas, kunststoffen, maar ook bijvoorbeeld aanhangende grond verwijderd. De fijne fractie, waaronder de aanhangende grond, wordt afgezeefd: het sorteerzeefzand (zie [Sorteerzeefzand en RKGV]). Daarna worden nog andere materialen (schroot, papier, [Kunststoffen] etc.) machinaal of handmatig verwijderd.

Zachte puinsoorten, zoals kalkzandsteen, kunnen tot een bepaald maximum worden toegepast in meng- en metselwerkgranulaat. Gips en cellenbeton zijn vanwege een hoog sulfaatgehalte niet geschikt om te verwerken tot recyclinggranulaat. Deze puinsoorten kunnen daarom het beste apart worden ingezameld en afgevoerd voor verder bewerking.

Breken

Bij de brekerinrichting wordt het aangevoerde materiaal na de acceptatiecontrole zo veel mogelijk gescheiden opgeslagen als betonpuin, metselwerkpuin en gemengd puin.

Na de zeefstap, waarbij [Brekerzeefzand] vrijkomt, wordt het materiaal in verschillende stappen ontdaan van materialen als schroot, non-ferro etc. Bij een deel van de puinbrekers wordt het puin gewassen, teneinde lichte materialen (bijv. hout, cellenbeton, gips en aan het puin vastklevende stof-, zand- en gronddeeltjes) te verwijderen. Het wasslib wordt momenteel nog gestort. Het brekerzeefzand kan worden geanalyseerd. Wanneer het voldoet aan technische- en milieukwaliteitseisen, kan het zeefzand worden teruggevoerd in het productieproces of worden toegepast. Indien wordt aangetoond dat het brekerzeefzand altijd voldoet, vervalt overigens deze verplichting (externe linkBRL 2506).

Nuttige toepassing van recyclinggranulaat na bewerking

Betongranulaat heeft meer hergebruikmogelijkheden en heeft een betere civieltechnische kwaliteit dan metselwerkgranulaat. Menggranulaat is een tussenkwaliteit en bestaat uit een mengsel van metselwerkgranulaat en tenminste 50% betongranulaat. Menggranulaat wordt geproduceerd om te voorkomen dat er een overschot aan metselwerkgranulaat ontstaat en heeft evenals betongranulaat hoogwaardige toepassingsmogelijkheden. Menggranulaat wordt ook bewerkt tot hydraulisch menggranulaat.

Betongranulaat wordt toegepast als:

  • funderingslaag in de wegenbouw (RAW 28)
  • toeslagmateriaal in beton (externe linkNEN 5905)

Ten behoeve van het [Landelijk afvalbeheerplan] (LAP3) zijn diverse toepassingen vergeleken van puingranulaat als ophoog- en funderingsmateriaal en als toeslagmateriaal in beton. De resultaten van deze vergelijking zijn geen aanleiding om in de minimumstandaard bepaalde toepassingen uit te sluiten. Beide toepassingsmogelijkheden worden daarom hier beschreven. Een aantal provincies heeft echter in haar grondstoffenplan aangegeven dat voor toepassing in beton menggranulaat de voorkeur heeft boven betongranulaat.

Metselwerkgranulaat wordt toegepast als funderingslaag in de wegenbouw (RAW 28) onder lichtbelaste wegen. Daarnaast wordt metselwerkgranulaat beperkt toegepast als toeslagmateriaal in beton.

Menggranulaat kan, afhankelijk van de betonkwaliteit, worden toegepast als grindvervanger in nieuw beton. Indien een dergelijke hoogwaardige wijze van hergebruik niet mogelijk is, kan een laagwaardige toepassing als ongebonden fundering worden overwogen. Daar er diverse andere materialen zijn, die geschikt zijn voor ongebonden steenfunderingen moet een dergelijke laagwaardige toepassing van menggranulaat echter zoveel mogelijk worden voorkomen.

Indien een fundering van menggranulaat wordt toegepast kan deze -ongeacht de constructieve waarde- functioneel worden toegepast als werkweg tijdens de uitvoering en als ondergrond voor de verdichting van de eerste laag asfalt.

De volgende toepassingen van menggranulaat worden hieronder beschreven:

  • toeslagmateriaal in beton (externe linkNEN 5905)
  • funderingslaag in de wegenbouw (RAW 28)

Hydraulisch menggranulaat wordt toegepast als funderingslaag in de wegenbouw (RAW 28).

Storten

Sinds 1 januari 1996 is er een landelijk stortverbod voor herbruikbaar bouw- en sloopafval van kracht. Vanaf mei 2000 geldt ook een stortverbod voor brandbaar bouw- en sloopafval.

Zie ook: