Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Afvalstoffase steenachtig materiaal

Omschrijving en euralcode

Definitie

Steenachtig materiaal bestaat in hoofdzaak uit beton- en metselwerk, tegels, dakpannen, stenen en steengruis en ballasgrind. Steenachtig materiaal komt vrij bij de volgende werkzaamheden: 

  • aanbrengen betonverharding; 
  • voeg- en metselwerk; 
  • heiwerkzaamheden (koppensnellen heipalen, schroefheien); 
  • vloer- en wandafwerking; 
  • overschot bij het afstrooien van een nieuw aangebrachte asfaltlaag; 
  • overschot bij het afstrooien van een bitumineuze oppervlaktebehandeling;
  • opzuigen of opvegen nieuw aangebracht steenslag of grind.

Zeer Zorgwekkende stoffen

In dit afval kunnen PAK, asbest en specifieke zware metalen mogelijk aanwezig zijn. Daarnaast kunnen er bindmiddelresten aangetroffen worden, zie afvalstoffenkaart [Bitumenemulsie, bloeibitumen en asfaltkleefmiddel] voor meer informatie over bindmiddelresten.

Euralcode

Steenachtig materiaal heeft de volgende Euralcodes:

Hoofdstuk

17 Bouw- en sloopafval (inclusief afgegraven grond van verontreinigde locaties)

Subhoofdstuk

17 01 beton, stenen, tegels en keramische producten

Specifieke code

17 01 06* c: mengsels van beton, stenen, tegels of keramische producten of afzonderlijke fracties daarvan, die gevaarlijke stoffen bevatten

17 01 07 c: niet onder 17 01 06 vallende mengsels van beton, stenen, tegels of keramische producten

Toelichting

Afhankelijk van de concentratie en de gevaarlijke eigenschappen van de verontreinigingen is het steenachtige materiaal gevaarlijk afval (17 01 06*) of niet gevaarlijk afval (17 01 07).

Afvalbeleid

Elke stof, preparaat of voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen is een afvalstof (art 1.1 lid 1 Wm). Voor afvalstoffen gelden specifieke regels en is er een afvalstoffenbeleid dat staat beschreven in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP). Voor een veel afvalstoffen is in het LAP een sectorplan opgenomen. Voor die afvalstoffen staat in de sectorplannen uitgebreide informatie over het specifieke beleid voor die afvalstoffen. Tot dat specifieke beleid behoort onder andere de minimumstandaard. Deze minimumstandaard geeft het niveau in de afvalhiërarchie waaraan de verwerking minimaal moet voldoen. In het beleidskader van het LAP staat hoe we in het algemeen met afvalstoffen in Nederland om gaan. Dit kader geeft het beleid over afvalbeheer, vergunningverlening en toezicht, acceptatie, verwerking, inzameling en gescheiden houden van afvalstoffen. In het beleidsblad [Landelijk afvalbeheerplan] staat meer informatie over de inhoud en doel van het LAP.

De minimumstandaard voor de verwerking van verpakkingsmaterialen staat in sectorplan 41, externe linkVerpakkingen algemeen in het Landelijk afvalbeheerplan 3.

De minimumstandaard voor de verwerking van steenachtig materiaal in de afvalfase staat in sectorplan 29, externe linkSteenachtig materiaal.

Opslag en transport

Geen specifieke maatregelen noodzakelijk.

Verwerking

Er wordt in het LAP3 onderscheid gemaakt tussen steenachtig materiaal dat PAK-rijk is (>50 mg/kg droge stof) en PAK-arm steenachtig materiaal (<50 mg/kg droge stof). De minimumstandaard voor PAK-arm steenachtig materiaal (<50 mg/kg droge stof) is recycling. De minimumstandaard voor PAK-rijk is (>50 mg/kg droge stof) is reiniging waarbij aanwezig PAK wordt vernietigd, gevolgd door recycling van de overige delen. Het recyclen van PAK-rijk steenachtig materiaal tot grond of bouwstof zonder voorafgaande vernietiging van de aanwezige PAK is niet toegestaan, ook niet in combinatie met immobilisatie. Meer toelichting en voorwaarden die gesteld worden voor de minimumstandaarden worden beschreven in het sectorplan externe linkSteenachtig materiaal.

Steenachtig materiaal kan, na verwerking onder andere worden ingezet voor de productie van beton, cement en asfalt (Zie voor meer informatie de afvalstoffenkaarten [Beton] en [Asfalt]. Daarnaast wordt steenachtig materiaal, eventueel na verwerking, ingezet als niet vormgegeven bouwstof, bijvoorbeeld als ophogings- en funderingsmateriaal in de wegenbouw ter vervanging van zand en cement. Om steenachtig materiaal toe te passen als bouwstof moet het voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit.

Restanten van steenslag en grind op het wegdek (waaronder de vluchtstrook) laten liggen is niet gewenst. Alvorens een weg, na het aanbrengen van een nieuwe verhardingslaag of een oppervlaktebehandeling wordt opengesteld, dient het losliggende materiaal te worden verwijderd:

  • als het grind/steenslag schoon is of licht verontreinigd is met bindmiddel, kan het worden hergebruikt hetzij elders als afstrooimiddel, hetzij als toeslagmateriaal voor asfaltbeton; 
  • als het materiaal verontreinigd is met zand, kan het materiaal worden afgevoerd naar een verwerker van bouw- en sloopafval. Daar kan het zand worden afgezeefd en is hergebruik van het materiaal mogelijk (zie verder [Sorteerzeefzand en RKGV]).

Op grond van het externe linkBesluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Bssa) geldt voor steenachtige materialen een stortverbod.

Ontwikkelingen

  • In het kader van het convenant Meer en Betere Recycling wordt het project Hoogwaardige recycling uitgevoerd. Hierin wordt onderzocht of voor specifieke vormen van steenachtig materiaal bepaalde vormen van recycling hoogwaardiger zijn dan andere. Deze studie kan gevolgen hebben voor de verwerking van sommige steenachtige materialen.
  • Door ontwikkelingen rond ‘slim breken’ van gebruikt beton, worden methoden ontwikkeld om betonpuin weer te scheiden in grind, zand, cementsteen en staal. Deze componenten kunnen uiteindelijk ingezet worden voor de productie van nieuw beton of cement.
  • Voor bakstenen zijn binnen EU-samenwerkingsprojecten ontwikkelingen aan de gang voor het terugnemen van gebruikte bakstenen om het materiaal weer in te zetten voor de productie van nieuwe baksteen (Horizon2020).