Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Afvalstoffase vloerbedekking

Omschrijving en Euralcode

Definitie

Vloerbedekking komt vrij bij de afvoer van oude vloerbedekking, bij het aanbrengen van nieuwe vloerbedekking, snijafval na het aanbrengen van nieuwe vloerbedekking en bij het slopen van gebouwen.

Zeer Zorgwekkende stoffen

In tapijt kunnen ZZS in de vorm van vlamvertragers, weekmakers en kleurstoffen boven de concentratiegrenswaarde aanwezig zijn. Het is sinds 2004 verboden vlamvertragers pBDE en PBB in tapijt te verwerken. In tapijten van voor 1994 kan asbest verwerkt zijn.

Asbesthoudende vloerbedekking blijft vaak heel lang liggen. Dit komt doordat de vloerbedekking, die zit vastgelijmd aan de vloer, in de praktijk vaak niet wordt verwijderd, maar bedekt wordt door de nieuw aan te brengen vloerbedekking.

Wanneer er wel tot verwijdering wordt overgegaan is gelden er regels waaraan de verwijdering moet voldoen(vanaf 35 m2). Zie hiervoor de afvalstoffenkaart [Astbesthoudende materialen].

Euralcode

Vloerbedekking heeft de volgende Euralcodes:

Hoofdstuk

17 BOUW- EN SLOOPAFVAL (INCLUSIEF AFGEGRAVEN GROND VAN VERONTREINIGDE LOCATIES)

Subhoofdstuk

02 hout, glas en kunststof

Specifieke code

17 02 01 hout;

17 02 03: kunststof;

17 02 04*: glas, kunststof of hout die gevaarlijke stoffen bevatten of daarmee verontreinigd zijn.

Toelichting

Afhankelijk van de concentratie en de gevaarseigenschappen van de verontreinigingen is de vloerbedekking gevaarlijk afval (17 02 04*) of niet gevaarlijk afval (17 02 03).

Afvalbeleid

Elke stof, preparaat of voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen is een afvalstof (art 1.1 lid 1 Wm). Voor afvalstoffen gelden specifieke regels en is er een afvalstoffenbeleid dat staat beschreven in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP). Voor een veel afvalstoffen is in het LAP een sectorplan opgenomen. Voor die afvalstoffen staat in de sectorplannen uitgebreide informatie over het specifieke beleid voor die afvalstoffen. Tot dat specifieke beleid behoort onder andere de minimumstandaard. Deze minimumstandaard geeft het niveau in de afvalhiërarchie waaraan de verwerking minimaal moet voldoen. In het beleidskader van het LAP staat hoe we in het algemeen met afvalstoffen in Nederland om gaan. Dit kader geeft het beleid over afvalbeheer, vergunningverlening en toezicht, acceptatie, verwerking, inzameling en gescheiden houden van afvalstoffen. In het beleidsblad [Landelijk afvalbeheerplan] staat meer informatie over de inhoud en doel van het LAP.

De minimumstandaard voor de verwerking van tapijt staat in sectorplan 84, externe linkOverige monostromen. De verwerking van overige typen vloerbedekking van kunststof staat in sectorplan 11, externe linkKunststof. De minimumstandaard voor de verwerking van houten vloerbedekking staat in sectorplan 36, externe linkHout. Voor de verwerking van vloerbedekking met asbest of asbesthoudend materiaal is de minimale standeraard beschreven in sectorplan 37, externe linkAsbest en asbesthoudend materiaal.

Opslag en transport

Voor asbesthoudende vloerbedekking gelden speciale eisen voort transport. Zie hiervoor de afvalstoffenkaart [Asbesthoudende materialen]. Voor overige vloerbedekking zijn geen speciale maatregelen noodzakelijk.

Verwerking

Zie [Stroomschema verwerking vloerbedekking] voor de verwerking van vloerbedekking.

Voor vloerbedekking vinden de volgende activiteiten plaats om vloerbedekking zo hoogwaardig mogelijk te verwerken:

  • Er is lijm ontwikkeld die gedeactiveerd kan worden door de fabrikant. Op deze manier kan de backing onder juiste omstandigheden los gemaakt worden van het tapijt en kunnen beiden bestandsdelen gerecycled worden.
  • Enkele leveranciers hebben een eigen recycleprogramma, waarbij ze de oude tapijten weer retour nemen. Deels worden de tapijten volledig gerecycled naar nieuw garen en backing (b.v. Interface, Desso) en deels worden de tapijten vermalen tot brandstofkorrels.
  • In Nederland zijn enkele bedrijven die textiele vloerbedekking verwerken tot brandstof. Deze shreds worden in Duitsland en België ingezet in cementfabrieken. Indien dit "product" wordt aangemerkt als afvalstof moet er voor uitvoer een kennisgeving gedaan worden in het kader van de EVOA. Eén van de bedrijven scheidt vooraf nylon en perlon van het overige materiaal. Dit wordt gegranuleerd en ingezet voor nieuwe producten, zoals nylondraad.
  • Snijresten van linoleum kunnen gerecycled worden tot nieuw linoleum. De stalen worden gerecycled tot energiepellets.
  • Voor asbesthoudende vloerbedekkingsmaterialen is het vernietigen van asbestvezels door thermische of chemische technieken toegestaan, het resterende materiaal moet minimaal als nuttige toepassing verwerkt worden.
  • Houten vloerbedekking moet minimaal gerecycled worden. Voor tapijten geldt dat ze minimaal als nuttige toepassing verwerkt moeten worden. Textiele vloerbedekking, vinylvloerbedekking en linoleum kunnen worden verbrand. Door de AEC's wordt wel als eis gesteld dat het materiaal verkleind en eventueel vermengd met ander afval wordt aangeleverd.

Overige vloerbedekkingen van kunststof (bv PVC vloeren) hebben dezelfde verwerkingseisen als Kunststoffen.

Storten

De overige vloerbedekkingsmaterialen vallen, afhankelijk van de herkomst, onder de categorieën bouw- en sloopafval, grof huishoudelijk afval of KWD-afval (kantoor, winkel en dienstenafval). Voor deze categorieën afval geldt een stortverbod.