Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Zand

Zand

Zand is een grondsoort van grotendeels minerale deeltjes, waarvan minimaal 50% (m/m) een korrelgrootte heeft tussen 63 µm en 2 mm en maximaal 8% (m/m) een korrelgrootte heeft kleiner dan 2 µm. In Nederland wordt grond naar de grootte en aard van de gronddeeltjes geclassificeerd volgens externe linkNEN-EN-ISO 14688.

De externe linkNEN-EN-ISO 14688 stelt samen met externe linkNEN-EN-ISO 14688-1 de grondslagen vast voor de identificatie en classificatie van grond op basis van de materiaal- en massa-eigenschappen die het meest gangbaar zijn voor constructieve doeleinden. De van belang zijnde kenmerken kunnen verschillen en daarom kunnen voor specifieke projecten of materialen meer gedetailleerde onderverdelingen van de beschrijvende en classificerende termen geschikt zijn. De identificatie en beschrijving van grond worden behandeld in externe linkISO 14688-1. Aan de hand van de grondslagen voor classificatie die in dit deel van externe linkISO 14688 worden uiteengezet, kunnen gronden worden gegroepeerd in klassen met vergelijkbare samenstelling en geotechnische eigenschappen, met betrekking tot hun geschiktheid voor geotechnische bouwprojecten zoals: - funderingen; - grondverbeteringen; - wegen; - dijken; - dammen; - ontwateringssystemen. Dit deel van externe linkNEN-EN-ISO 14688 is van toepassing op natuurlijke gronden in situ en vergelijkbaar kunstmatig materiaal, in situ en teruggeplaatst, maar is geen opzichzelfstaande classificatie van grond.

De volgende soorten zand worden onderscheiden: beton- en metselzand, kalkzandsteenzand, zilverzand, asfaltzand, ophoogzand en zand uit baggerspecie. Hier wordt met name ophoogzand behandeld, aangezien toepassing van dit type zand in de weg- en waterbouw het meest gangbaar is.

Ophoogzand is afkomstig uit de Noordzee (continentaal plat), uit natte winningsgebieden (zoals Maas, Lek, Westerschelde, Waddenzee, IJsselmeergebied en diverse zandplassen), uit onderhoudsbaggerwerk, uit grindwinning, uit droge winningen (onder andere perceelverlaging en recreatie- en natuurbouwprojecten) en uit boortunnels.

Zand afkomstig uit zandscheiding verschilt niet wezenlijk van zand uit directe zandwinning, hoewel de herkomst ligt in grond die vrijkomt als afval (zie [Grond (boor-)]). De eigenschappen en dus ook de toepassingsmogelijkheden zijn in principe gelijk. Om de acceptatie van het materiaal te vergroten, wordt het vaak nog extra gezeefd. Zo worden ook componenten als plastic en stenen verwijderd. Bij zandscheiding uit baggerspecie wordt de zandfractie van de fijnere fractie gescheiden. De zandfractie kan als bouwstof toegepast worden. Als er verontreinigingen aanwezig zijn, zullen deze meestal op de fijne (niet te hergebruiken) fractie achterblijven. Er bestaan verschillende scheidingstechnieken:

  • natuurlijke sedimentatie in een bekken
  • mechanische scheiding
  • een combinatie van beide

Een sedimentatiebekken is een langwerpig ondiep bekken dat onder een lichte helling wordt aangelegd. De baggerspecie wordt door het bekken geleid, waarbij het grove zand als eerste sedimenteert. Het water stroomt met de fijnste fractie uit het depot.

Bij mechanische scheiding wordt als eerste stap de grove fractie (> 2 mm) afgezeefd. Daarna volgt hydrocyclonage op een scheidingspunt van doorgaans 60 µm. Aan de onderzijde van de cycloon wordt zand afgevoerd, aan de bovenzijde het water met de fijne fractie. Het is mogelijk de zandfractie na te behandelen op grond van verschil in:

  • dichtheid
  • oppervlakte-eigenschappen
  • magnetische eigenschappen

De (sterk) verontreinigde fijne fractie kan direct of na ontwatering gestort worden óf kan verder verwerkt worden tot een hoogwaardig bouwmateriaal door middel van thermische immobilisatie.

Voor succesvolle zandscheiding moet de baggerspecie matig tot sterk zandig zijn. Bij baggerspecie met een zandgehalte van meer dan 60% d.s. vindt verwerking grotendeels plaats conform de Minimum VerwerkingsStandaard (zie [Grond (boor-)]). Technisch kan ook baggerspecie met lagere zandpercentages verwerkt worden. Bij een mechanische scheidingsinstallatie kan het scheidingsrendement boven de 90% liggen. Bij sedimentatiebekkens is het scheidingsrendement ongeveer 60%.

Bij verwerking van zoute of brakke specie met te zout proceswater ontstaat een zout product, dat alleen in een zout milieu afzet kan vinden. Als de zandfractie net als zeezand te ontzilt wordt door het zand te spoelen, is het universeel toepasbaar.

Zand uit baggerspecie is breed toepasbaar, maar voldoet bijna nooit aan de technische eisen die gesteld worden aan industriezand (betonzand, metselzand, kalkzandsteenzand).

De verkoopprijs van zand uit baggerspecie is enigszins vergelijkbaar met die van primair zand.

Zand wordt geleverd door zowel zandwinners als handelsbedrijven.

Leverancier

zandwinners als handelsbedrijven.

Leveringsvorm

Zand/ophoogzand

Zie ook: