Zwerfafval, roostervuil en afval van verzorgingsplaatsen
Vrijkomen
Zwerfafval, roostervuil en afval van verzorgingsplaatsen komt vrij bij de volgende werkzaamheden:
- Het opruimen van afval (inclusief zwerfafval) op verzorgingsplaatsen.
- Het verzamelen van zwerfafval afkomstig van bermen en vluchtstroken, carpoolplaatsen en bij op- en afritten van snel- en autowegen.
- Het opruimen van illegale afvaldumpingen.
- Verzamelen van zwerfafval in natuur- en recreatiegebieden (waaronder stranden).
- Verzamelen van zwerfafval van oevers.
- Schoonmaakwerkzaamheden nabij sluizen na perioden van hoog water.
- Het verwijderen van roostervuil nabij gemalen en stuwen.
- Afgewerkte olie en ladingrestanten in het oppervlaktewater: zie verder kaart Scheepsafvalstoffen.
Preventie
Besluit beheer verpakkingen en papier en karton
Besluit waarmee volledige producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen is ingevoerd. Dat betekent dat producenten en importeurs die verpakte producten op de Nederlandse markt brengen, individueel verantwoordelijk voor de preventie, inzameling en recycling van het gebruikte verpakkingsmateriaal. Dat moet ervoor zorgen dat steeds minder verpakkingsmateriaal in het huisvuil of op straat (zwerfafval) terecht komt. Daardoor draaien niet langer de gemeenten op voor die kosten. Gemeenten berekenden de kosten voor inzameling tot voor kort in de afvalheffing door aan hun inwoners. Het besluit is gebaseerd op de Europese richtlijn 2004/12. Het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton verplicht bedrijven om maatregelen te nemen om zwerfafval zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast is het bedrijfsleven verplicht ministens 55% van de kleine flesjes in te nemen en te recyclen.
Het [Activiteitenbesluit] verplicht bedrijven om binnen een straal van 25 meter van hun bedrijf al het zwerfafval te verwijderen.
Landelijk afvalbeheerplan
De overheid wil de hoeveelheid zwerfafval terugdringen. Het ministerie van IenM is namens de rijksoverheid verantwoordelijk voor het afvalbeleid. Daaronder valt ook de aanpak van dit afval. Het beleid voor zwerfafval staat in het [Landelijk afvalbeheerplan] (LAP3). Sectorplan 10 handelt hierover en hierin staan de uitgangspunten voor het beleid voor zwerfafval. Het ministerie van IenM, de VNG en VNO-NCW hebben gezamenlijk het zwerfafvalbeleid uitgewerkt in het Impulsprogramma Zwerfafval 2007-2009. In dit programma zijn maatregelen opgenomen die er voor moeten zorgen dat er minder zwerfafval ontstaat, het zwerfafval effectiever kan worden opgeruimd en de handhaving op regels die zwerfafval moeten voorkomen wordt versterkt. Het Impulsprogramma werd uitgevoerd door SenterNovem, de VNG en de Stichting Nederland Schoon. Bij de uitvoering van het programma zijn de belangrijkste doelgroepen de bedrijven, gemeenten en andere terreinbeheerders en consumenten.
Om te meten hoe schoon Nederland is voert Rijkswaterstaat sinds 2008 in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de landelijke monitor zwerfafval uit. Hierbij meet Rijkswaterstaat op ongeveer 1.400 locaties verspreid door het land hoe schoon het is en wat de samenstelling van het zwerfafval is. Daarnaast wordt met een digitale enquête onder 1000 respondenten gemeten hoe schoon Nederland wordt beleefd.
Structurele aanpak
Het CROW en de Stichting Nederland Schoon hebben een gezamenlijke publicatie opgesteld: "Afrekenen met zwerfafval". Daarin zijn drie handzame instrumenten voor de aanpak van het zwerfafvalprobleem gebundeld. De publicatie is bedoeld om zowel beleidsmakers als uitvoerders bij dienstkringen te ondersteunen bij de bestrijding van zwerfafval.
Normering
Om zwerfafval goed te kunnen aanpakken en om te beoordelen of en welke vorderingen worden gemaakt, is het nodig de mate van vervuiling volgens objectieve en eenduidige normen vast te leggen. De publicatie "Afrekenen met zwerfafval" bevat met dit doel een normeringsysteem, dat ook goed bruikbaar is voor Rijkswegen en verzorgingsplaatsen.
Het normeringsysteem voor zwerfafval is gebaseerd op fotomateriaal van zwerfafvalsituaties in Nederland en kent vijf schoonheidsgraden, oplopend van zeer schoon (A+) tot zeer vuil (D). Deze graden gelden voor zowel grof zwerfafval (> 10 cm) als fijn zwerfafval (< 10 cm). De beelden zijn onderbouwd met tellingen van het aantal stuks zwerfafval.
Deze combinatie maakt dat de schoonheidsgraden breed toepasbaar en controleerbaar zijn. De medewerkers op straat kunnen aan de hand van de foto’s eenvoudig zien of het nodig is om een straat schoon te maken. De frequentie van de reiniging en de inzet van mensen worden afgestemd op de gewenste schoonheidsgraad en de vervuilingsnelheid van het betreffende verzorgingsgebied of wegvak.
Verzorgingsplaatsenafval
Preventie van verzorgingsplaatsenafval kan op diverse manieren worden bewerkstelligd:
- Intensieve voorlichting (ook op de verzorgingsplaatsen zelf, door middel van aanplakborden) met als doel een mentaliteitsverbetering te bewerkstelligen.
- In samenspraak met het Ministerie van IenM (voor afgewerkte olie en gevaarlijk afval) en met gemeenten (voor de overige afvalstoffen) werken aan goede inzamelsystemen voor verschillende afvalstoffen, of aansluiten bij reeds bestaande systemen, gevolgd door een duidelijke voorlichting richting weggebruiker.
- De dienstkringen Venlo-wegen en DAS-Eindhoven van Rijkswaterstaat hebben op enkele parkeerplaatsen langs rijkswegen grote ondergrondse afvalcontainers geplaatst, het zgn. Molok-systeem. Deze containers vervangen de kleine bovengrondse voorzieningen en hebben als voordeel dat zij door de veel grotere capaciteit veel minder snel vol zijn. Overigens is het Molok-systeem in totaal niet goedkoper doordat de vuilniszakken erg duur zijn en de zakken uitsluitend met een kraan uit de containers verwijderd kunnen worden.
- Op een aantal verzorgingsplaatsen in Overijssel zijn de bestaande vuilniscontainers vervangen door containers met een kleinere inwerpopening. Hierdoor wordt het onmogelijk om de standaard huisvuilzakken in de containers te deponeren.
Onderzoek en nieuwe ontwikkelingen
Voor banden wordt het volgende onderzoek gedaan en vinden nieuwe ontwikkelingen plaats:
- Samenwerking met de Stichting Nederland Schoon en de gemeenten met als doel het wegwerpgedrag te beperken.
- Door de DWW is in 1998 het onderzoeksproject "Afval langs wegen" gestart met als doel de hoeveelheid afval langs rijkswegen en daarmee de verwijderingskosten te beperken. In aansluiting op het in Noord-Brabant uitgevoerde pilot-project, is in 2002 en 2003 een landelijke campagne gevoerd om de hoeveelheid zwerfafval te beperken. Daarnaast is binnen Rijkswaterstaat een afvalregistratiesysteem ingevoerd waardoor een beter inzicht ontstaat in de kosten en de hoeveelheden vrijkomende afvalstoffen.
- Overleg met gemeenten (VNG) en ondernemers langs de snelweg (exploitanten van benzinestations en restaurants) voeren over afstemming beleid op de doelstelling van vermindering van zwerfafval, bijvoorbeeld door de uitbouw van het systeem van convenanten.
- Bij het ontwerp van een verzorgingsplaats meer rekening houden met zwerfafvalgevoeligheid door ervoor te zorgen dat potentiële dumpers zo min mogelijk kans hebben om ongezien te blijven (voldoende verlichting, beperken dichte en hoge begroeiing etc.).
- Het Ministerie van IenM intensiveert haar beleid voor het terugdringen van de hoeveelheid zwerfafval, vooral op het gebied van verpakkingsmateriaal, waaronder blikjes en petflessen.
- Op diverse plaatsen worden campagnes georganiseerd samen met Nederland Schoon om zwerfafval in de provincie en gemeentes terug te dringen. De acties zijn gericht op automobilisten, fietsers en scholieren, omdat zij veel zwerfafval veroorzaken en hier tegelijkertijd onverschillig tegenover staan.
- VNG en VNO-NCW dragen eindverantwoordelijkheid voor het Focusprogramma Zwerfafval (2010-2012, waarbij de operationele werkzaamheden zijn gedelegeerd aan respectievelijk NL Milieu en Leefomgeving en Stichting Nederland Schoon. De financiering van dit programma gebeurt uit het Afvalfonds. Op de website www.afvalcirculair.nl staan regelmatig nieuwtjes, campagnes en andere informatie weergegeven.
Zie ook: