Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Handhaving, Bevoegdheid bestuursrechtelijke sanctionering

Wanneer tijdens een controle een overtreding van een wettelijk voorschrift is geconstateerd kan het bevoegde gezag een bestuursrechtelijke sanctie opleggen. Het doel van een bestuursrechtelijke sanctie is om een overtreding te beëindigen; het repareren van een illegale situatie. Dergelijke sancties kan een bestuursorgaan alleen toepassen wanneer het daartoe is aangewezen door de wet.

Welk bestuursorgaan bevoegd is om een bestuursrechtelijke sanctie op te leggen hangt af van de situatie. Net als bij de beschrijving van de relevante wetgeving maken we onderscheid tussen:

  • historische gevallen en nieuwe gevallen van verontreiniging;
  • landbodems en waterbodems.

Voor de sanctiebevoegdheid is het soms relevant of de saneringsactiviteiten binnen of buiten inrichtingen plaatsvinden.

Het bevoegde bestuursorgaan kan alleen sancties opleggen aan degene die een wettelijk voorschrift heeft overtreden. Om te bepalen wie de overtreder is van een wettelijk voorschrift moet je vaststellen tot wie het wettelijk voorschrift zich richt. Met andere woorden: wie is verplicht om het wettelijk voorschrift na te leven (de normadressaat)? De overzichten hieronder geven per verplichting telkens aan wie deze moet naleven.

Historische gevallen
Het gaat hierbij om gevallen van verontreiniging of aantasting die vóór 1 januari 1987 zijn ontstaan. De tabel hieronder geeft voor de verschillende verplichtingen aan welk bestuursorgaan bevoegd is om een bestuursrechtelijke sanctie op te leggen.

[Tabel 2: bevoegde gezag bestuursrechtelijke sanctionering historische gevallen]

Nieuwe gevallen
Hierbij gaat het om gevallen van verontreiniging of aantasting die vanaf 1 januari 1987 zijn ontstaan.

De tabel hieronder geeft voor de verschillende verplichtingen aan welk bestuursorgaan bevoegd is om een bestuursrechtelijke sanctie op te leggen.

[Tabel 3: bevoegde gezag bestuursrechtelijke sanctionering nieuwe gevallen]