Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Handhaving, veiligheid en informatie

Arbeidsveiligheid en openbaarheid en toegankelijkheid van informatie zijn aspecten waarmee toezichthouders en opsporingsambtenaren in de praktijk te maken krijgen.

Veiligheid
Bij het controleren van bodemsaneringen of verontreinigde grond kunnen toezichthouders en opsporingsambtenaren in aanraking komen met gevaarlijke stoffen die zich in de bodem of de grond bevinden. De gezondheidsrisico’s die hieruit voortvloeien dienen ingeperkt te worden. Zowel de toezichthouder/opsporingsambtenaar zelf als zijn werkgever (de gemeente, provincie, milieudienst etc.) zijn op grond van de arbeidsomstandighedenwetgeving ervoor verantwoordelijk dat er veilig wordt gewerkt.

Verantwoordelijkheid werkgever
De werkgever draagt er onder andere zorg voor dat de toezichthouder en opsporingsambtenaar:

  • goed worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden, de daaraan verbonden risico’s en de maatregelen die erop gericht zijn deze risico’s te voorkomen of te beperken;
  • worden ingelicht over de wijze waarop deskundige bijstand (op verschillende gebieden) voor de werknemers is georganiseerd;
  • doeltreffend worden opgeleid met betrekking tot arbeidsomstandigheden;
  • de instructies en voorschriften naleven die zijn gericht op het voorkomen of beperken van de risico’s van de te verrichten werkzaamheden en op het juiste gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen.

Verantwoordelijkheid werknemer
De toezichthouder en opsporingsambtenaar zijn als werknemer ervoor verantwoordelijk dat zij:

  • in verband met de arbeid de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht nemen en naar vermogen zorgdragen voor de eigen veiligheid en gezondheid en die van andere personen;
  • actief deelnemen aan de voor hen georganiseerde opleidingen;
  • de door hen opgemerkte gevaren voor de veiligheid of de gezondheid, terstond ter kennis brengen van de werkgever of degene die namens deze ter plaatse met de leiding is belast;
  • de werkgever, werknemers, andere deskundige personen en de arbodienst, indien nodig, bijstaan bij de uitvoering van hun verplichtingen en taken op grond van de Arbeidsomstandighedenwet.

Uiteraard zullen toezichthouders en opsporingsambtenaren ook puur uit eigen belang ervoor willen zorgdragen dat ze zo min mogelijk risico’s lopen bij de uitvoering van hun taken. Los van de wettelijke verplichtingen kunnen deze ambtenaren zelf het volgende doen:

  • goed voorbereiden: bij saneringen zijn normaal gesproken de onderzoeksgegevens bekend omdat ze onderdeel uitmaken van het saneringsplan of de melding; van de aard van de te verwachten verontreinigende stoffen kan de ambtenaar van tevoren kennis nemen;
  • op de locatie niet eten, drinken of roken en na het verlaten van de locatie handen wassen;
  • verstrekte persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze gebruiken en voor het doel waarvoor ze zijn bestemd;
  • de aangeboden instructiebijeenkomsten van of door de werkgever bijwonen;
  • de aanwezige uitvoerder of milieukundig begeleider vragen naar de risico’s en hun aanwijzingen opvolgen (voor zover niet in strijd met de toezichtstaak);
  • gezonde verstand gebruiken;
  • risico’s en gevaren die hij tijdens het werk ervaart direct melden bij de werkgever.

Persoonlijke beschermingsmiddelen
Behalve de hiervoor genoemde verplichtingen is de werkgever ook verplicht om de toezichthouder en opsporingsambtenaar te voorzien van de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen en ervoor te zorgen dat zij op de hoogte zijn van doel, werking en gebruik van deze middelen. De toezichthouder en opsporingsambtenaar zijn er zelf verantwoordelijk voor dat hij deze door de werkgever ter beschikking gestelde middelen op de juiste wijze gebruikt.

Het Praktijkboek Bodemhandhaving (SDU uitgevers, 2007) somt de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen op die je kunt gebruiken bij het onderzoek van bodemsaneringen en verontreinigde grond: veiligheidsschoenen, veiligheidslaarzen, veiligheidshelm, gehoorbescherming, veiligheidsbril, chemicaliënbestendige overall, wegwerpoveralls, veiligheidsjas en/of vest met opschrift of logo van de handhavende organisatie, werkhandschoenen en chemisch bestendige veiligheidshandschoenen met lang manchet. Afhankelijk van de te verwachten verontreinigingen (op grond van onder andere de onderzoeksgegevens) kun je ook denken aan een volgelaatsmasker met aangepaste filters en een explosie-zuurstof-PID meter.

Arbo-Informatiebladen
Voor werkzaamheden waarbij contact met verontreinigde grond of verontreinigd grondwater kan voorkomen is een richtlijn opgesteld in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: het informatieblad “externe linkAI-22 Werken met verontreinigde grond en verontreinigd grondwater”.

Voor het werken in diepe saneringsputten kun je tevens het informatieblad “AI-5 Veilig werken in besloten ruimten” toepassen (beperkt geventileerde ruimte met gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie.

Asbestgevaar
Vanwege de gevaren van asbest is het van belang dat de toezichthouder en opsporingsambtenaar het risico inschatten van mogelijke blootstelling. Wanneer een van de volgende situaties zich voor doet bestaat er een reële kans op bloostelling en zullen deze ambtenaren de nodige veiligheidsmaatregelen moeten treffen (zie: Praktijkboek Bodemhandhaving (SDU uitgevers, 2007):

  • op de locatie ligt (puin)granulaat;
  • in de bodem liggen (delen van) oude leidingen (mogelijk van asbestcement);
  • er zijn (half)verhardingen (al dan niet puur asbestafval) aanwezig;
  • de locatie bevindt zich nabij een afgebrand of geëxplodeerd pand of installatie (stukjes asbest liggen meestal binnen een straal van 100 meter; vezels kunnen zich enkele kilometers verplaatsen);
  • op de locatie ligt waterzuiveringsslib of slib van onderwaterbodems;
  • op de locatie heeft een van de volgende activiteiten plaatsgevonden: sloop van panden, breken van puin, activiteiten met asbesthoudende producten, puin of grond, onderhoud aan asbesthoudende producten (remvoeringen, pakkingen e.d.) of erosie van asbesthoudende producten (daken en borstbewering).

Toegang geweigerd
De saneringsaannemer is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn werknemers op de saneringslocatie. In de praktijk komt het wel eens voor dat de aannemer een toezichthouder of opsporingsambtenaar de toegang weigert omdat deze volgens hem niet voldoet aan de Arbo-eisen. De toezichthouder en opsporingsambtenaar zijn echter geen werknemers van de aannemer. De aannemer is dan ook niet verantwoordelijk voor de arbeidsveiligheid van deze ambtenaren. Verantwoordelijk is de werkgever van de toezichthouder en opsporingsambtenaar. De aannemer kan dan ook niet de toegang weigeren aan een toezichthouder of opsporingsambtenaar die in de uitoefening van zijn wettelijke bevoegdheden de saneringslocatie wil betreden.

[Handhaving, Toezichtbevoegdheden]

[Handhaving, Opsporingsbevoegdheden Wet op de economische delicten]

Informatierecht van burgers en bedrijven
Burgers en bedrijven hebben volgens de wet vrije toegang tot milieu-informatie. Dat kan onder meer informatie zijn die is opgenomen in handhavingsdossiers. Dit recht vloeit voort uit het Verdrag van Aarhus, de Wet milieubeheer en de Wet openbaarheid van bestuur. In bepaalde gevallen kan een bestuursorgaan de toegang tot informatie weigeren, bijvoorbeeld wanneer het bedrijfs- en fabricagegegevens betreft die vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld.

Bewaren en verstrekken van gegevens
Wanneer persoonsgegevens in het geding zijn is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing. Deze wet bepaalt dat het verwerken van persoonsgegevens in overeenstemming met de wet en op behoorlijke en zorgvuldige wijze moet plaatsvinden. Verder schrijft de wet voor dat je persoonsgegevens alleen voor bepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden mag verzamelen.

De Wet politieregisters heeft betrekking op persoonsgegevens die de politie verwerkt. De wet bevat regels voor het beheer en de verstrekking van deze gegevens door de politie. Het verzamelen en ontvangen van politiegegevens en het verstrekken hiervan moet aan strikte regels voldoen. Het verstrekken van gegevens uit een politieregister kan onder andere aan buitengewone opsporingsambtenaren in dienst van een publiekrechtelijk lichaam, zoals gemeenten, provincies, milieudiensten en ministeries. Deze ambtenaren moeten de gegevens wel nodig hebben voor een opsporingsonderzoek waarbij zij zijn betrokken. Verder kunnen gegevens uit een politieregister worden verstrekt aan toezichthouders voor o.a. de Wet milieubeheer en de Wet bodembescherming indien deze toezichthouders deze gegevens nodig hebben voor een goede uitvoering van hun taak. Bovendien mogen de gegevens alleen betrekking hebben op overtredingen van deze wetten.

Geheimhoudingsplicht
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt een geheimhoudingsplicht voor gegevens met een vertrouwelijk karakter, waarvan de ambtenaar het geheime karakter kent of redelijkerwijze moet vermoeden. In het Wetboek van Strafrecht is bepaald dat degene die een geheim schendt dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift moet bewaren strafbaar is.