Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Handhaving, Waterbodemingrepen

De handhaving van het ontgraven van baggerspecie en / of toepassen in oppervlaktewater berust bij waterbeheerders. Voor de Rijkswateren wordt de handhaving en het toezicht uitgevoerd door of respectievelijk namens de Inspectie Leefomgeving en Transport. Dit zijn de zogeheten “eigen dienst” werkzaamheden.

Aspecten met betrekking tot waterbodemkwaliteit bij ontgraven of toepassen worden in hoofdzaak gereguleerd door het Besluit lozen buiten inrichtingen (Bbi) en / of het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). De algemene regels van het Bbk of Bbi geven geen dispensatie van andere wettelijke kaders. Regels vanuit bijvoorbeeld de natuurbeschermingswetgeving, andere ruimtelijke kaders blijven bij het uitvoeren van handelingen die milieutechnisch gezien voldoen aan het Bbk dan wel het Bbi blijven onverkort van toepassing. Bij het beoordelen van waterbodemingrepen die voldoen aan de algemene regels uit het Bbk, kunnen dergelijke aspecten (zoals natuurbescherming) omgekeerd geredeneerd nooit meespelen in de overwegingen.

Bij ontgraving van baggerspecie maakt het verschil of de ontgraving plaats vindt in het kader van onderhoud of in het kader van aanleg of wijziging van het waterstaatswerk.

Ontgraving
Baggeren wordt volgens de Waterwet gezien als een lozing. Op grond van het Besluit lozen buiten inrichtingen moet voor ieder baggerwerk een melding worden gedaan, vier weken voor de aanvang van de baggerwerkzaamheden. Dit geldt niet wanneer door of namens een regionale waterbeheerder wordt gebaggerd in het kader van onderhoud. De waterbeheerder is bevoegd om maatwerkvoorschriften op te leggen ten aanzien van de gemelde baggerwerkzaamheden.

Sterk verontreinigde baggerspecie
Wanneer sprake is van sterk verontreinigde baggerspecie dient een werkplan aan de Bbi-melding te worden toegevoegd. De regionale waterbeheerder of Rijkswaterstaat handhaaft de Bbi-meldingen van derden. De ILenT handhaaft de Bbi-meldingen van de eigen dienst werkzaamheden door RWS.
Verder geldt op grond van de Besluit en de Regeling bodemkwaliteit (Kwalibo) dat het ontgraven van meer dan 1.000 m3 sterk verontreinigde baggerspecie door een erkende aannemer moet worden uitgevoerd, volgens BRL SIKB 7000, protocol 7003. In het verlengde daarvan geldt dat milieukundige begeleiding volgens BRL SIKB 6000, protocol 6003 noodzakelijk is. De naleving van deze kwalibo-aspecten wordt gehandhaafd in de keten. De handhaving berust in dat geval bij de ILenT.

Aanleg of wijziging
Werkzaamheden met betrekking tot de aanleg of wijziging van een waterstaatwerk (verdiepen, verbreden, aantakken, ontstenen) zijn vergunningplichtog op grond van hoofdstuk 5 van de Waterwet. Er is sprake van aanleg of wijziging als normatieve toestand wijzigt (de richting, vorm, afmeting of constructie). Voor onderhouds- en herstelwerkzaamheden geldt geen vergunning- dan wel projectplanplicht.
De vergunningplicht geldt voor derden; waterbeheerders hebben een projectplanplicht. Dit projectplan is feitelijk een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Het projectplan beschrijft het werk en de wijze waarop het zal worden uitgevoerd. Daarbij gaat het niet alleen om de technische realisatie van het project, maar ook om de inpassing ervan in de omgeving, de mogelijke nadelige gevolgen van de uitvoering van het project en de maatregelen die worden getroffen om deze nadelige gevolgen te beperken.

De vergunningvoorschriften dan wel de uitvoering zoals beschreven in het Projectplan worden door de waterbeheerder (zelf) dan wel ILenT gehandhaafd.