Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Kwaliteitszorg, software voor uitwisseling bodemdata

Kwaliteitszorg, software voor uitwisseling bodemdata

In toenemende mate worden in Nederland bodemgegevens digitaal uitgewisseld. Het is voor de gebruiker van die data (overheid en bedrijfsleven) van groot belang om zeker te weten dat er geen data door het inlezen verloren gaan of onderweg van betekenis veranderen.

Daarom heeft SIKB in nauwe samenwerking met leveranciers van bodemsoftware en ‘datagebruikers’ een uitwisselingsformaat ontwikkeld waarmee bodemgegevens op een eenduidige wijze kunnen worden uitgewisseld. Het doel van de standaard is een foutloze uitwisseling van data. Maar daarnaast is ook de efficiencywinst van een standaard groot. De standaard bespaart degenen die bodeminformatie moeten genereren, bijvoorbeeld het bevoegd gezag, veel tijd omdat overtypen van data achterwege kan blijven. Ook voor de softwareleveranciers is de standaard erg praktisch: aanpassingen aan de eigen software door wijzigingen bij een andere leverancier kunnen achterwege blijven. De standaard is vastgelegd in het SIKB-protocol 0101 met bijbehorend gegevenswoordenboek. Het protocol maakt gebruik van XML. Het protocol richt zich in de eerste plaats tot de softwaremakers.

Relatie met KWALIBO
KWALIBO zal zich naar verwachting beperken tot intermediairs en geen uitspraken doen over software; certificatie van software blijft dus ook in de toekomst vrijwillig.

Relatie met standaard voor water
De Aquo-standaard maakt het mogelijk om op een uniforme manier gegevens uit te wisselen tussen partijen die betrokken zijn bij het waterbeheer. Het externe linkIHW beheert de Aquo-standaard die de uniformiteit biedt om gegevens en informatie uit te wisselen. In opdracht van het College Standaardisatie werkt het IHW samen met het SIKB aan harmonisatie van definities, domeintabellen en uitwisselformaten van bodem- en watergegevens. Door de Aquo-standaard goed af te stemmen op de standaard voor waterbodemgegevens kunnen waterbeheerders gemakkelijker gegevens uitwisselen.

Ontwikkelingen: bodeminformatie en verbreding bodembeleid

Het bodeminformatiebeheer in brede zin staat op de agenda van diverse landelijke en Europese ontwikkelingen. Voorbeelden daarvan zijn de basisregistratie ondergrond (BRO), gegevensverkenningen in het kader van de Omgevingswet (Laan van de Leefomgeving, Informatiehuizen), INSPIRE. Deze ontwikkelingen zullen in de toekomst van invloed kunnen gaan zijn op de gehanteerde uitwisselingsformaten en op de bodemsoftware.

De Basisregistratie Ondergrond is een nieuwe basisregistratie die 1 januari 2017 van kracht wordt. In deze basisregistratie worden vanaf 2017 gefaseerd 26 gegevensobjecten opgenomen die zo belangrijk zijn voor Nederland dat het een wettelijke verankering rechtvaardigt. Voorbeelden van gegevensobjecten zijn sonderingen en WKO-systemen. Milieukundige bodemonderzoeksgegevens zijn voorlopig niet opgenomen in de BRO, wellicht dat hier in een tweede fase aandacht voor komt. De Laan van de Leefomgeving (LvdL) is een metafoor voor een infrastructuur waarin alle (gevalideerde) leefomgevinginformatie op eenduidige wijze wordt ontsloten.

De Laan is een product van het programma Gegevens voorziening Omgevingswet voor Activiteiten in de Leefomgeving (GOAL) wat oplossingen aanreikt voor de gegevensvoorziening rond de (aanstaande) Omgevingswet. Onderdeel van de Laan zijn verschillende thematische Informatiehuizen, waaronder het Informatiehuis Bodem en Ondergrond.

INSPIRE is een Europese Richtlijn die ervoor zorgt dat we milieugerelateerde geo-informatie van alle Europese lidstaten kunnen zoeken, bekijken en downloaden van achter onze computer. Om INSPIRE te laten werken, standaardiseren overheidsorganisaties hun gegevenssets en stellen deze als webservice beschikbaar. Alle Europese lidstaten werken mee. INSPIRE werkt met 34 thema’s. Bodem is één van deze thema’s.