Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Nazorg, beleid en wetgeving: stortplaatsen

De nazorg van voormalige stortplaatsen (gesloten vóór 1 september 1996) is – echter niet volledig - wettelijk geregeld middels de Wet Bodembescherming (Wbb) en milieuvergunningen in het kader van de Wet Milieubeheer (Wm). Omdat de stortplaatsen zelf onder de Wm vallen, is de Wbb pas van toepassing bij (dreigende) belasting van de omliggende bodem ten gevolge van de aanwezigheid van het stort. Hierdoor is onder de huidige wet- en regelgeving de nazorg niet voor alle aspecten bij stortplaatsen geregeld. Een voorbeeld is de aanpak van stortgassen waarvoor geen wettelijk kader beschikbaar is.

Voor de aanpak van voormalige stortplaatsen is een specifiek project ‘nazorg voormalige stortplaatsen’ (NAVOS). Het doel van het NAVOS-project is het formuleren van haalbare voorstellen voor inhoud, organisatie en financiering van de nazorg van voormalige stortplaatsen. Een overzicht van de huidige stand van zaken wordt gegeven in het externe linkAdvies Nazorg voormalige stortplaatsen. De bevoegde gezagen Wbb (zie overzicht bevoegde gezagen) geven in bodemsaneringsprogramma’s specifiek uitwerking aan de inhoud, organisatie en financiering van het NAVOS-project.

Voor operationele stortplaatsen schrijft het Stortbesluit voor welke voorzieningen op een stortplaats aanwezig moeten zijn om een bepaald beschermingsniveau te kunnen waarborgen. De nazorg voor operationele stortplaatsen die zijn gesloten (stortplaatsen gesloten na 1 september 1996) is geregeld in de Nazorgregeling Wet milieubeheer voorheen Leemtewet.

Nadere informatie:
Informatie op externe linkwww.nazorgstortplaatsen.nl.