Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Nazorg, organisatorisch: stortplaatsen

In de praktijk blijkt dat voormalige stortplaatsen vaak om financiële en praktische redenen niet de bestemming krijgen waar zij gezien hun ligging wel voor in aanmerking komen (zie Advies Nazorg voormalige stortplaatsen. In voornoemd advies is aangegeven dat de uitvoering (initiatiefnemers) van de nazorg van voormalige stortplaatsen een gecombineerde verantwoordelijkheid is van marktpartijen en de overheid. Afhankelijk van de mate van maatschappelijke dynamiek en investeringskracht van partijen ligt het accent meer bij de overheid of meer bij de marktpartijen.

Heden (1 januari 2007) is nog geen sprake van een integrale toetsing van nazorgplannen door één bepaalde overheidsinstantie. Zowel provincies, rijkswaterstaat en de rechtstreekse gemeenten kunnen optreden als bevoegd gezag. Oorzaak is dat het wettelijk kader nog niet duidelijk is (zie Nazorg, beleid en wetgeving: stortplaatsen).

Voor de uitvoering zijn de volgende actoren te onderscheiden:

  • milieuadviesbureaus (stellen de plannen op en verrichten verificatie- en controleonderzoeken);
  • saneringsaannemers (aanbrengen, onderhoud en verwijderen systemen).

Zie voor beschrijving rollen en taken van bevoegd gezag en uitvoeringsorganisaties ook onder Nazorg, organisatorisch: bodemsaneringslocaties.

De provincies zijn verantwoordelijk (nazorgplichtigen) voor de nazorg van operationele en inmiddels gesloten stortplaatsen. De provincies zijn tevens bevoegd gezag. Heden (1 januari 2007) kunnen de provincies echter nog geen eisen stellen aan herontwikkelingen op gesloten (operationele) stortplaatsen (zie Voorontwerp Besluit algemene regels inrichtingen en reactie van het IPO.