Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Sturing in-situ saneringen, organisatorisch

Saneringsplichtigen
De saneringsplichtigen betreffen de initiatiefnemers van het saneringsplan. Zij zijn verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstelling van het saneringsplan waarvan de sturing van de in-situ sanering onderdeel is. Het betreffen:

  • overheden (rijk, provincies en gemeenten);
  • bedrijven (waaronder tevens begrepen PPS-verbanden, projectontwikkelaars, en dergelijke);
  • gespecialiseerde uitvoeringsorganisaties, indien zij de verantwoordelijkheden van de verplichtingen hebben overgenomen (nieuwe geadresseerde beschikking).

De saneringsplichtigen zijn verantwoordelijk voor het zetten van de onderscheiden processtappen, maar voeren de concrete werkzaamheden die bij die stappen horen in de regel niet zelf uit. Zij treden op als opdrachtgever voor de groep van actoren die bestaat uit:

  • milieuadviesbureaus (stellen de plannen op en verrichten verificatie- en controleonderzoeken);
  • saneringsaannemers (aanbrengen, onderhoud en verwijderen systemen);
  • uitvoeringsorganisaties,(indien zij fungeren als opdrachtnemer van initiatiefnemers voor bepaalde taken en niet de verantwoordelijkheid voor een locatie hebben overgenomen).

Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag Wet Bodembescherming heeft de volgende taken:

Bevoegde gezagen hebben de wettelijke taak verwoord in bodemsaneringsprogramma’s en/of handhavingprogramma’s. De bevoegde zagen Wbb stellen regels (artikel 39d lid 5) omtrent de gegevens die in het saneringsplan dienen te worden opgenomen. Het IPO heeft een model ontwikkeld Model provinciale milieuverordening. Per bevoegd gezag zijn de eisen vastgelegd in:

  • de provinciale milieuverordening van provincies (zie onderdeel Samenvatting beleid van Richtlijn);
  • de bodemverordeningen van gemeenten die als bevoegd gezag Wbb zijn aangewezen (zie onderdeel Samenvatting beleid).

Zie voor beschrijving rollen en taken van saneringsplichtige, bevoegd gezag en uitvoeringsorganisaties onderdeel J3 Beheer in-situmaatregelen van de Richtlijn.

Uitvoeringsorganisatie
De uitvoeringsorganisaties bestaan uit:

  • milieuadviesbureaus (stellen de plannen op en verrichten verificatie- en controleonderzoeken);
  • saneringsaannemers (aanbrengen, onderhoud en verwijderen systemen),
  • uitvoeringsorganisaties,(indien zij fungeren als opdrachtnemer van initiatiefnemers voor bepaalde taken en niet de verantwoordelijkheid voor een locatie hebben overgenomen).

De sturing van in-situ saneringen vindt plaats door deskundige en onafhankelijke partijen. Ten aanzien van de kwaliteitseisen wordt verwezen naar Sturing in-situ saneringen, kwaliteit van de sturing. Een belangrijke uitgangspunt in de BRL SIKB 6000, is de functiescheiding binnen milieukundige begeleiding van saneringen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de milieukundig processtuurder en milieukundig verificator. De processturing vindt plaats tijdens de sanering met als doel de bodemsanering aan te sturen door onder meer het aangeven van verontreinigingsgrenzen, en de bestemming van vrijkomende grond- en afvalstromen, het toezien op juiste instelling en plaatsing van installaties en het nemen van monsters voor de voortgangscontrole en in het kader van vergunningen.
De verificatie heeft als doel om onafhankelijk het eindresultaat van de sanering te beoordelen. Heden (1 januari 2007) is nog sprake van een advies over deze functiescheiding en is deze scheiding niet afdwingbaar.

De saneringsplichtige kan de verantwoordelijkheid voor de maatregelen overdragen aan een uitvoeringsorganisatie of aannemer. Bij het overdragen zijn garanties van degene die de verantwoordelijkheid overneemt van belang. Voor meer informatie wordt verwezen naar de organisatie rondom nazorg in Nazorg, organisatorisch: bodemsaneringslocaties.