Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Beleidsblad Rijkswaterstaat Limburg

Overzicht documenten beleid en regelgeving

Document

Datum

Status

Leidraad grondverzet in uiterwaarden

2007

Vastgesteld door de Inspectie Verkeer en Waterstaat

Beleidsnotitie Actief Bodembeheer Maas (ABM)

14 mei 2003, nr. DGW 2003/95

Vastgesteld door de Staatssecretaris van V&W, de provincies Limburg, Gelderland en Noord-Brabant

Samenvatting belangrijkste documenten

Leidraad grondverzet in uiterwaarden
De Leidraad is van toepassing op het grondverzet binnen het Wbr-beheersgebied van Rijkswaterstaat Oost Nederland en Limburg. Fysiek gaat het voor Rijkswaterstaat Limburg om het winter- en zomerbed van de Maas, alsmede het Julianakanaal, in het beheersgebied van Rijkswaterstaat Limburg. De Leidraad bestaat uit een aantal afzonderlijke modules, die gezamenlijk het gehele traject van vooronderzoek tot en met uitvoering beslaan:

  • het vooronderzoek;
  • het bodemonderzoek;
  • milieukundige begeleiding;
  • beheer en nazorg.

De verschillende modules van deze Leidraad kunnen afzonderlijk worden toegepast, en in de Leidraad wordt verwezen naar bestaande protocollen en richtlijnen voor zover deze van toepassing kunnen zijn op waterbodemprojecten in het beheersgebied van Rijkswaterstaat Limburg.
Het waterbodemonderzoek conform de Leidraad kan als wettelijk bewijsmiddel dienen voor het grondverzet binnen dit gebied. Het onderzoek dient ter vaststelling van de actuele bodemkwaliteit, of ter vaststelling van de kwaliteit van grond die wordt ontgraven en binnen het beheersgebied wordt toegepast.

Toekomstige ontwikkeling
De Leidraad grondverzet in uiterwaarden is opgenomen in de Concept Regeling Bodemkwaliteit als zijnde een protocol dat geldt voor specifieke gebieden of toepassingen. RWS Oost-Nederland en Limburg zullen de Leidraad waar nodig aanpassen aan de definitieve versie van het Besluit bodemkwaliteit.

Beleidsnotitie Actief Bodembeheer Maas (ABM): ingetrokken na evaluatie en inwerkingtreding Bbk
In het rivierbed van de Maas zijn ten behoeve van de bescherming tegen hoogwater en ten behoeve van de natuurontwikkeling een aantal, soms grootschalige herinrichtingprojecten gepland onder de noemer "Grensmaas" en "Zandmaas". Bij de uitvoering komen dermate grote hoeveelheden diffuus verontreinigde weerdgrond vrij, dat het milieuhygiënisch en economisch niet mogelijk is al deze grond doelmatig buiten het gebied te transporteren, te verwerken en/of te storten. De beleidsnotitie geeft regels voor een gebiedsgerichte toepassing van bestaande regelgeving met betrekking tot het omgaan met diffuus verontreinigde weerdgrond in het riviersysteem. Feitelijk bevat het een toetsingskader voor de bevoegde gezagen bij het gebruik van hun respectievelijke bevoegdheden in het kader van de Wet milieubeheer (Wm), de Wet bodembescherming (Wbb) en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo).

De volgende aan documenten zijn relevant bij de toepassing van de beleidsnotitie ABM:

  • Spelregels ABR/ABM. In dit document wordt de saneringsdoelstelling omschreven en met name hoe hieraan getoetst moet worden.
  • De handreiking Afwegingsmethode en kosteneffectiviteitstoets beschrijft stapsgewijs hoe de afwegingsmethode en de kosteneffectiviteitstoets bij herinrichtingsprojecten kunnen worden uitgevoerd. De toets vormt daarmee een basis voor eenduidige besluitvorming door zowel initiatiefnemers als het bevoegd gezag. Bij deze handreiking zijn ook twee rekenhulpmiddelen ontwikkeld die in projecten kunnen worden toegepast. De rekenmethoden zijn vanaf de website te downloaden.
  • De handreiking grondstromenplan biedt ondersteuning bij het opstellen van een gedegen grondstromenplan voor projecten in het rivierengebied. De informatie die in een grondstromenplan kan worden vastgelegd heeft in hoofdlijnen betrekking op de aard, de kwaliteit, de kwantiteit, de herkomst en de bestemming van grondstromen. Het grondstromenplan kan gelijktijdig als saneringsplan functioneren. Het grondstromenplan betreft hierdoor een document waarin als één geheel de informatie met betrekking tot grondstromen wordt vastgelegd die het bevoegd gezag voor de Wbb, Wvo, Wm en Ow nodig heeft om een besluit te kunnen nemen met betrekking tot de voorgenomen (her)inrichtingsmaatregel(en).

De geldigheidsduur van ABR/ABM is beperkt als gevolg van het tezijnertijd van kracht worden van de Leidraad uiterwaarden en het in ontwerp zijnde Besluit bodemkwaliteit.

Nadere informatie

Internet: externe linkwww.rijkswaterstaat.nl/rws/riza/actiefbodembeheer/nieuws/main.html

Telefoon: helpdesk Water, 0800 - 6592837

Contactpersoon: RWS- Dienst Limburg, externe linkRobinia Heerkens, tel. 043-3294302