Beleidsblad Rijkswaterstaat Zuid-Holland
Overzicht documenten beleid en regelgeving
Document |
Datum |
Status |
Omgaan met verontreinigde oevers van de Lek |
Januari 2000 |
Vastgesteld |
Saneringsvisie kreken Dordtse Biesbosch |
Augustus 2002 |
Vastgesteld |
Saneringsvisie Haringvliet en Hollandsch Diep West |
Januari 2003 |
Vastgesteld |
Samenvatting belangrijkste documenten
De drie nota’s beschrijven de visie van Rijkswaterstaat Zuid-Holland op het saneren van de waterbodem in diverse watersystemen in het beheersgebied. Daarbij wordt rekening gehouden met gebiedspecifieke kenmerken, functies, ontwikkelingen en kwaliteitsdoelstellingen. De saneringsvisie geeft inzicht in de sanerings(on)mogelijkheden en beschrijft een aantal oplossingen. In de visie wordt gestreefd naar het creëren van win-win situaties aangaande de combinatie van sanering, natuurontwikkeling (milieuverbetering), een voortvarende uitvoering en acceptabele kosten.
De visie leidt tot onder meer de volgende mogelijkheden als saneringsaanpak:
- Door de aanmerkelijke kwaliteitsverbetering van het ‘recente’ slib behoeven locaties die in voldoende mate worden afgedekt door de rivier niet te worden gesaneerd (er is sprake van natuurlijke afdekking).
- Indien de verontreiniging echter niet of nauwelijks door de rivier wordt afgedekt met schoner slib, zullen saneringsmaatregelen uitgevoerd moeten worden om de risico’s van deze verontreiniging in afdoende mate weg te nemen.
- De diepere delen kunnen veelal worden gesaneerd door hier een laag voldoende schoon materiaal aan te brengen. Bij voorkeur wordt daarbij gebruik gemaakt van grondoverschotten die ontstaan bij andere werken in of nabij het rivierengebied.
- De ondiepere delen van het gebied hebben veelal een specifieke ecologische functie, die direct samenhangt met de hoogteligging ervan. Afdekking zou betekenen dat deze gebieden zodanig verondiepen, dat deze specifieke functie mogelijk wordt aangetast. In dergelijke gevallen zal de verontreiniging daarom (deels) moeten worden verwijderd. Sanering kan daarbij in veel gevallen worden gecombineerd met herinrichting, zodat afstemming wordt bereikt met de gewenste natuurwaarde.
In de nota’s wordt op hoofdlijnen aangegeven welke methoden voor specifieke gebieden het meest geschikt zijn. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de indeling in gebieden met een specifieke morfologie, bodemopbouw en bodemkwaliteit. De saneringsmethoden (natuurlijke afdekking / actief afdekken / (gedeeltelijk) verwijderen in combinatie met inrichten (actief afdekken) / verwijderen) zijn geselecteerd op basis van de gebiedskenmerken, de technische en financiële mogelijkheden en de te realiseren milieuverbetering.
De concrete uitwerking van de voorgestelde saneringsaanpak vindt plaats in saneringsplannen, die voor elke afzonderlijke sanering worden opgesteld. De saneringsplannen worden voorbereid in overleg met de projectomgeving en doorlopen een openbare goedkeuringsprocedure op grond van de Wet bodembescherming. Daarnaast is de Wet beheer rijkswaterstaatswerken van toepassing en kan nadere besluitvorming nodig zijn op grond van onder meer de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet.
De drie nota’s zijn vooral voor intern gebruik. Het verdient aanbeveling dat derden (initiatiefnemers voor waterbodemprojecten) er kennis van nemen.
Bij gebruik van deze nota’s dient erop te worden gelet dat de nota’s zijn opgesteld vóór het van kracht worden van de gewijzigde Wbb per 1 januari 2006 en de Circulaire sanering waterbodems.
Nadere informatie
Internet: www.rijkswaterstaat.nl/regiooverzicht/zuidholland
Telefoon: RWS- Zuid-Holland, 010 - 40260200
E-mail:
Contactpersoon: De heer A. Broekhuizen (tel. 010 - 40260200)