Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Thermische reiniging grond, kosten

6 KOSTEN(Zie literatuurverwijzing 1, 8)

In hoofdstuk D1 zijn de algemene aspecten van de verwerkingsprijs uiteen gezet en is de opbouw van de verwerkingsprijs gepresenteerd. In de volgende paragrafen worden de verschillende kostenposten voor thermische reiniging besproken.

6.1 Financiële lasten

De investering in de thermische grondreinigingsinstallaties is vergeleken met de overige in Nederland operationele technieken het hoogst. De geïnvesteerde bedragen zijn niet aan te geven omdat elk bedrijf zijn eigen strategie toepast bij het investeren van aanpassingen en wijzigingen van de installatie.
De benodigde investering voor het realiseren van een nieuwe installatie is aanmerkelijk lager dan de historische cumulatieve investeringen van de bestaande installaties. Met name in de ontwikkelingsfase hebben de thermische grondreinigers een aanzienlijk leergeld betaald, dat in de investeringsbedragen is opgenomen.
De afschrijving van de installaties wordt niet bepaald door technische veroudering. Door intensief onderhoud waarbij belangrijke procesonderdelen regelmatig worden vervangen, blijven de installaties in volledige operationele staat.
De afschrijving wordt bepaald door de procesmatige veroudering (nieuwere technieken, goedkopere technieken, grotere capaciteit,..). Er is sprake van een continu proces van vernieuwingen van de installaties. De Nederlandse bedrijven passen ieder een eigen afschrijvingstermijn toe. Een aantal niet vernieuwde onderdelen zijn reeds afgeschreven. Welke de werkelijke afschrijvingen zijn is niet aan te geven.
De afschrijving per ton capaciteit is lager naarmate de capaciteit hoger is.
De totale financiële lasten liggen in de orde van 20% van de operationele kosten.

6.2 Onderhoud

In hoofdstuk D2.3.5 is uiteengezet dat de installaties continu worden bedreven en dat door een goed onderhoudssysteem meer dan 7500 operationele uren per jaar mogelijk zijn.
Dit is alleen mogelijk door een intensief preventief onderhoud. Bij continu draaiende installaties kost iedere stop vanwege een storing vele productieuren. Er zijn immers geen stilstandsuren (zoals weekends) waarin reparaties uitgevoerd kunnen worden. Daarom zijn stops als gevolg van storingen kostbaar.
Het onderhoudsbudget van iedere grondreinigingsinstallatie ligt in de orde van miljoenen euro's per jaar.

6.3 Personeel

Het personeelsbestand van de thermische grondreiniging is groot door de continue dienst. Bij continudienst gedurende 5 dagen per week zijn voor iedere functie 3 arbeidsplaatsen nodig, bij 7 dagen per week en een vol jaar in bedrijf vergt de bezetting van iedere functie 5 arbeidsplaatsen.

De ploeg die de installatie bestuurt bestaat minstens uit twee personen. De volgende taken worden toegewezen aan het personeel:
- controle besturingssysteem;
- onderhoud installatie;
- voeding installatie;
- controle emissies en kwaliteitscontrole grond;
- leiding team;
- administratie.

In de praktijk zijn voor iedere grondreinigingsinstallatie tussen 25 en 35 personen nodig.

6.4 Energie

Het energieverbruik van thermische grondreiniging is hoog, gemiddeld wordt (het equivalent van) 40 tot 50 liter lichte stookolie per ton gereinigde grond verbruikt. De kosten zijn afhankelijk van de grondstof:
- lichte stookolie en propaan circa € 0,27/kg;
- aardgas circa € 0,18 per kg;
- afvalolie afhankelijk van de restwaarde.
Bij gebruik van lichte stookolie zijn de energiekosten € 9,- à € 11,- per ton invoer. De energiekosten bij gebruik van afvalolie zijn significant lager. In tabel 6.10 is een gemiddelde opgenomen.
De kosten van het verbruik van elektriciteit zijn een fractie van de kosten van het brandstofverbruik.

6.5 Hulpstoffen

De voornaamste hulpstoffen die worden toegepast voor de rookgasreiniging bestaan uit kalk en actiefkool. De kosten liggen in de orde van grootte van € 0,45 per ton invoer.

6.6 Afzet

De kosten voor de afzet van het rookgasreinigingsresidu worden beperkt door zo min mogelijk residu te storten. De stortkosten zijn hoog: van € 113,- tot € 182,- per ton residu. De kosten zijn beperkt maar bedragen toch enkele euro's per ton verwerkte grond aan de invoer.
Het gereinigd product heeft nooit een positieve waarde. De kosten van afzet van het gereinigde product zijn afhankelijk van de samenstelling:
zand € 2 à € 7 per ton;
Klei/leem € 7 à € 11 per ton.
Deze bedragen betreffen het gehele traject van transport, analyses, keuring, etc.

6.7 Analyses

De kosten voor analyses zijn opgebouwd uit de volgende posten:
- kwaliteitscontrole invoer;
- kwaliteitscontrole uitvoer;
- emissiemetingen schoorsteengassen.
De kosten van de kwaliteitscontrole invoer zijn afhankelijk van de partijgrootte.
De controle van de uitvoer gaat per tijdsperiode, het aantal monsters per dag is onafhankelijk van de bewerkte hoeveelheid grond. Daardoor zijn de kosten per ton invoer mee afhankelijk van de capaciteit.
De emissiemetingen van de schoorsteengassen gebeurt in vele gevallen tweemaal per jaar en zoveel meer als voorgeschreven wordt door het bevoegd gezag indien bijzondere verontreinigingen in de grond aanwezig zijn (zoals gechloreerde koolwaterstoffen en of kwik).

De totale analysekosten bedragen € 1 tot 5 per ton invoer.

6.8 Opslag en logistiek

De thermische grondreinigingsbedrijven hebben alle een bedrijfsmatige opslagplaats. De bewerkingen zoals laden, lossen, wegen, afdekken van grond en het onderhoud aan de opslagplaats vormen een aanvullende kostenpost die snel meer dan € 5,- per ton invoer bedraagt.

6.9 Totale kosten

Het commerciële tarief voor de thermische reiniging van grond in Nederland ligt anno 2003 in de bandbreedte van € 40,- tot € 60,- per ton verwerkte grond.
Voor relatief droge zandige grond zonder (veel) chloorhoudende verbindingen liggen de marktprijzen in de orde van € 40,- tot € 45,- per ton. Voor grond met een hoger vochtgehalte (kleiachtige grond en veen) ligt de bandbreedte in de orde van € 45,- tot € 60,- per ton.
Voor grond die verontreinigd is met gehalogeneerde koolwaterstoffen liggen de marktprijzen in de orde van € 50,- tot € 60,- per ton.

6.10 Opbouw van de kosten

In de volgende tabel wordt een gemiddelde kostenopbouw gegeven zoals die geldt in 1997. Vanzelfsprekend kan deze variëren afhankelijk van de soort grond (immers capaciteitsbepalend) en de installatie.

Tabel D2.7 Opbouw van de kosten

kostenpost

relatief aandeel [%]

vast/variabel

financiële lasten

20

vast

onderhoud

15

vast

personeel

30

vast

energie

15

variabel

hulpstoffen

2

variabel

afzet residu

3

variabel

analyses

5

variabel

opslag en logistiek

10

variabel/vast

totaal

100

65% vast;

35% variabel