Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, geohydrologisch, toepassingsgebied algemeen voor horizontale drains in combinatie met bovenafdichting, vuistregels

Levensduur
Indien een geohydrologische isolatie met horizontale drains wordt gecombineerd met een bovenafdichting is er sprake van twee isolatietechnieken met een afwijkend toepassingsgebied ten aanzien van het aspect levensduur. Zeker indien een intensief onttrekkingssysteem (b.v. bij hoge kwelintensiteit) in het verontreinigde gebied onder de bovenafdichting wordt toegepast, kunnen problemen ontstaan wanneer het horizontale onttrekkingssysteem na een bepaalde tijdsperiode niet meer voldoende functioneert (vervangbaarheid). Om het risico op vroegtijdige vervanging te verkleinen is bij een project een dubbele drain aangebracht.

Gezien de verwachte levensduur van horizontale drains moet bij het ontwerp van de bovenafdichtingsconstructie er rekening mee worden gehouden dat de horizontale drains op een eerder tijdstip kunnen worden vervangen (bijvoorbeeld bepaalde stroken vrijhouden van bebouwing). Eventueel kan ook worden overwogen de horizontale drains met behulp van de horizontale boortechniek (HDD) te vervangen.

Waterdoorlatendheid in relatie tot het onttrekkingsdebiet
Door een horizontaal drainagesysteem te combineren met een bovenafdichting zal het benodigde onttrekkingsdebiet om de locatie te isoleren worden beperkt. De mate waarin het onttrekkingsdebiet wordt gereduceerd is afhankelijk van de bijdrage van de infiltratie van neerslagwater aan het totale onttrekkingsdebiet en de waterdoorlatendheid van de toe te passen bovenafdichting

Voor een niet bebouwde locatie (braakliggend terrein begroeid met gras) wordt op basis van het netto neerslagoverschot uitgegaan van een infiltratie van circa 300 mm/jaar. Indien de locatie voor een belangrijk deel bebouwd of verhard is zal de infiltratie van neerslagwater gemiddeld circa 100 tot 150 mm/jaar bedragen. Door het aanbrengen van een bovenafdichting kan de infiltratie verder worden gereduceerd tot 20 mm/jaar en lager (zie tabellen Toepassingsgebied ten aanzien van (initiële) waterdoorlatendheid (natuurlijke materialen), Toepassingsgebied ten aanzien van (initiële) waterdoorlatendheid (kunststoffolies) en Toepassingsgebied ten aanzien van (initiële) waterdoorlatendheid (civieltechnische verhardingsmaterialen). Een vergaande reductie van de infiltratie dient te worden afgewogen tegen de hoeveelheid toestromend water vanuit de diepte (kwelwater).

Onttrekkingsdebiet
Door het aanbrengen van een bovenafdichting zal er minder doorstroming van de bovenste verontreinigde bodemlagen plaatsvinden.

Uit de projectevaluaties blijkt dat het benodigde onttrekkingsdebiet, zelfs bij grote locaties, relatief beperkt is. Derhalve zal het onttrekkingsdebiet niet limiterend zijn in de toepassing van deze combinatie van technieken. De keuze voor een bovenafdichting wordt dan bepaald door de zuiveringskosten. Uit de projectevaluaties kan worden afgeleid dat de zuiveringskosten bij relatief lage onttrekkingsdebieten vaak hoog zijn (enkele tientallen euro's per m³). De prijs wordt in belangrijke mate bepaald door de aanwezige verontreinigende stoffen.

Beheersniveau
Door het aanbrengen van een bovenafdichting zal de opbolling tussen de horizontale drains verkleinen, omdat er geen of nauwelijks meer voeding van bovenaf plaatsvindt. Dit betekent dat het beheersniveau ter plaatse van de drain kan worden verhoogd of de intensiteit van de drains kan worden verlaagd.

Effecten op omgeving
De effecten op de omgeving zullen kleiner of vergelijkbaar zijn met geohydrologische isolatie met alleen horizontale drains. Voor de optredende grondwaterstandsverlagingen en effecten in de omgeving zullen droge zomermaanden maatgevend zijn.

Zettingen/zettingsverschillen
Bij een combinatie van een bovenafdichting met horizontale drains verdient met name het aspect zettingsgevoeligheid van de bodem extra aandacht. Enerzijds kunnen zettingen optreden als gevolg van het aanbrengen van een extra bovenbelasting (gewicht van de bovenafdichting), anderzijds kunnen zettingen optreden als gevolg van de verlaging van de grondwaterstand door het geohydrologisch isolatiesysteem. Indien voorafgaand aan het aanbrengen van de isolatiemaatregelen ook nog een herprofilering van het terrein plaatsvindt (uitvullen oude sloten, maaiveldniveau uitvlakken), dan wordt het risico op zettingsverschillen extra vergroot.

Bij een geëvalueerd project heeft voorafgaand aan het aanbrengen van de bovenafdichting en de horizontale drains een herprofilering van de locatie plaatsgevonden, onder andere bestaande uit het opvullen van oude sloten. Omdat het materiaal waarmee de sloten zijn opgevuld zeer divers van samenstelling was, zijn plaatselijk stagnerende elementen in de watervoerende laag ontstaan, waardoor de afstroming naar de horizontale drains wordt belemmerd. Ook op de scheiding van het oude maaiveld en de opgebrachte laag heeft zich een stagnerende laag gevormd, waardoor op het oude maaiveldniveau schijngrondwaterspiegels zijn ontstaan. Als daarbij een bovenafdichting wordt aangebracht, zal hierbij de ondergrond extra worden belast. Het risico op een verslechterde waterdoorlatendheid van de onderliggende bodemlagen wordt hierdoor verder vergroot.