Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, bovenafdekking met leeflaagconstructie, toepassingsgebied specifiek, levensduur

Levensduur
Ten aanzien van de levensduur geldt voor de elementen die van belang zijn voor de primaire functie het volgende:

  • De gebruikslaag bestaat uit klei of zand al dan niet in combinatie met kunststof (geotextiel). Indien voldoende maatregelen zijn getroffen ten aanzien van de beperkingen als gevolg van locatiekenmerken (zie tabel Ruwe contour toepassingsgebied bovenafdekking met leeflaagconstructie), is de levensduur in principe onbeperkt.
  • De regulerende laag kan bestaan uit grofkorrelig materiaal om opwaarts vochttransport tegen te gaan bij mobiele verontreinigingen. Door uitspoeling van het minder grofkorrelige materiaal uit de gebruikslaag kan de drainerende en anticapillaire werking van de regulerende laag verloren gaan, zodat verontreinigingen kunnen doordringen in de gebruikslaag. Hierdoor verslechterd ook de signaalfunctie en wordt beworteling minder tegengegaan. Uitspoeling uit de bovenliggende lagen kan worden tegengegaan door een geleidelijke overgang tussen de lagen. Ook kan in dit verband een geotextiel worden toegepast.
  • Een geotextiel tussen de regulerende laag en de gebruikslaag moet fysische vermenging van materiaal uit de beide lagen voorkomen en heeft tevens een wortelwerende functie. Als gevolg van beïnvloeding langs fysische, chemische en biologische weg is de levensduur van een dergelijk doek eindig.

In situaties waarin in beperkte mate sprake is van mobiele stoffen of de kans op aanwezigheid van mobiele verontreinigende stoffen niet kan worden uitgesloten kunnen binnen de leeflaagconstructie, tegen geringe meerkosten, aanvullende voorzieningen worden getroffen (secundaire functies). Hierbij kan gedacht worden aan het aanbrengen van:

  • een drainagesysteem om de infiltratie van neerslagwater zo veel mogelijk te beperken. De drainagebuizen zullen op den duur verstopt raken. Dit kan worden tegengegaan door de buizen regelmatig door te spuiten. De maximale levensduur van het drainagesysteem wordt bepaald door de levensduur van het materiaal waaruit de drainagebuizen zijn gemaakt (voor meer informatie zoek ook op gehydrologische isolatie);
  • een bodemluchtonttrekkingssysteem in de regulerende laag om het eventueel aanwezige uitdamprisico aan het maaiveld bij vluchtige stoffen zo veel mogelijk te beperken. De ontrekkingsbuizen zullen niet verstopt raken als voorkomen wordt dat ze onder water komen te staan. De levensduur van het onttrekkingssysteem zal derhalve bepaald worden door de levensduur van het materiaal waaruit de luchtonttrekkingsbuizen zijn gemaakt;
  • een monitoringsysteem bestaande uit peilbuizen om de hydrologische situatie, de verontreinigingssituatie en de risico’s te controleren. De maximale levensduur van de peilbuizen wordt bepaald door de levensduur van het materiaal. Door verstoppingen kan de levensduur van het monitoringsysteem aanzienlijk korter zijn.