Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Nazorg IBC-saneringen, nazorgprogramma, beheercyclus stap 3, evaluatie

Na de toetsing van de resultaten van de monitoring en controlemetingen aan de actiewaarden kunnen afwijkingen worden geconstateerd die op basis van de uitgevoerde risico-evaluatie zijn herkend als mogelijke afwijkingen met een grote kans van optreden. Voor deze “voor de hand liggende” afwijkingen is het wenselijk vooraf reeds een terugvalscenario op te stellen, zodat ingeval ingrijpen noodzakelijk is, snel en adequaat kan worden gereageerd, zonder onnodig tijdverlies. In onderstaand figuur wordt de positie van de evaluatie weergegeven ten opzichte van de andere stappen uit de beheercyclus.

Nadat een overschrijding van de actiewaarden is vastgesteld, moet overleg plaatsvinden tussen de probleembezitter en het bevoegd gezag. Zijn er anders dan bij kwetsbare objecten geen duidelijk fysieke grenzen dan moet tijdens het overleg worden teruggrepen op de motivatieregels. In overleg wordt de afweging van de baten en de lasten opnieuw uitgevoerd, uitgaande van de veranderde omstandigheden. Er wordt beslist of de toenmalige variantkeuze nog steeds legitiem is, of dat nu het terugvalscenario moet worden geactiveerd.

Tijdens dit overleg komen bij de evaluatie de volgende vragen aan de orde:

  • Wat is de oorzaak van de geconstateerde afwijking? Betreft het een extreme situatie?
  • Wat kunnen de gevolgen zijn van deze afwijkingen? Is de afwijking acceptabel?
  • Is het noodzakelijk om correctieve maatregelen te treffen om de gewenste IBC-situatie op zo kort mogelijke termijn te herstellen?
  • Is het wenselijk om preventieve maatregelen te treffen om de geconstateerde afwijking in de toekomst te voorkomen?

Klik hier voor een voorbeeld van een beslisschema voor de afweging van de verschillende typen maatregelen, (zie ook literatuur A15).

Indien het wenselijk is om curatieve maatregelen te treffen, dienen de volgende vragen te worden beantwoord:

  • Op welke wijzen kan het saneringssysteem zodanig worden aangepast, dat de afwijkingen ten opzichte van de gewenste situatie worden verkleind tot binnen de gestelde bandbreedte?
  • Wat is de meest wenselijke aanpassingsoptie?

Het resultaat van de evaluatiestap kan bijvoorbeeld bestaan uit:

  • een aanpassing binnen het systeem, bijvoorbeeld het bijplaatsen van een onttrekkingsbron;
  • aanpassing van het principe van het IBC-systeem zelf, bijvoorbeeld het treffen van een aanvullende maatregel, bestaande uit het treffen van kruipruimtevoorzieningen. Hiervoor is mogelijk een nieuwe beschikking noodzakelijk;
  • een aanpassing van het monitoringssysteem, bijvoorbeeld door bijplaatsing van peilbuizen.

Evaluatie door initiatiefnemer in de nazorg- beheercyclus
De doelstelling van de uitvoering van nazorg is het op de lange termijn handhaven van de gerealiseerde IBC-situatie. Als gevolgen van technologische ontwikkelingen of wijzigingen in het beleid kan het wenselijk zijn om een gerealiseerd IBC-systeem te heroverwegen en een bezinningsslag/optimalisatie uit te voeren.

Deze optimalisatie zal (afhankelijk van is georganiseerd of aanbesteed) op initiatief van de eigenaar/probleemhebber moeten plaatsvinden; het bevoegd gezag heeft mogelijkheden om aanvullende zaken te eisen, aangezien een beschikking zij op het nazorgplan nog een beschikking moet afgeven.

In het kader van de kennistransfer is het wenselijk dat de opgedane ervaringen gestructureerd worden vastgelegd in (tussentijdse) evaluatierapporten. Deze informatie kan worden gebruikt voor:

  • evaluatie van technieken ten behoeve van het vaststellen van het toepassingsgebied;
  • in de toekomst uit te voeren projecten (‘leergeld’).