Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Eigenschappen oeverbescherming, dijkbekleding en damwanden

Algemeen

Voor bodem- en oeverbescherming zijn in Nederland op grote schaal basalt blokken (en -zuilen) toegepast. De harde natuursteen kent vele civieltechnische voordelen. De winning hiervan leidt echter tot uitputting van natuurlijke voorraad. In de praktijk wordt het product vooral toegepast in de hergebruikte vorm. Toepassing van nieuw product gebeurt alleen bij specifieke constructieoplossingen. Naast de winning van de natuursteen heeft ook het transport vanaf de groeven in het buitenland (Polen, Portugal, Duitsland) nadelige effecten. Vanwege bovengenoemde aspecten, de beperkte verkrijgbaarheid en arbeidsintensieve aanleg worden natuursteenelementen steeds minder toegepast. Ze worden nog wel veelvuldig aangetroffen in bestaande werken.

Betonnen bekledingelementen worden op zeer grote schaal toegepast en zullen in de toekomst de natuursteenelementen grotendeels vervangen. De steenbekledingen worden veel gebruikt in combinatie met geotextielen. Geotextielen zijn textielproducten (vliezen en weefsels), opgebouwd uit kunststof vezels, bandjes, of garens. In de grond-, weg- en waterbouw en in de milieutechniek worden deze toegepast (bijv. als afdichting van depots en omsluiting van constructieonderdelen). Voor de productie van geotextielen (weefsels en vliezen) worden de kunststoffen polyester (PET), polypropyleen (PP), polyethyleen (PE) en polyamide (PA) gebruikt.

Naast textielen op basis van kunststoffen (aardolieproducten) worden ook geotextielen toegepast die opgebouwd zijn uit vernieuwbare, natuurlijke materialen zoals kokos, jute en sisal. Dergelijke biologisch afbreekbare geotextielen worden vooral toegepast in lichte beschermingsconstructies en vervullen hierin veelal een tijdelijke functie. Deze textielen zullen veelal na de periode waarin zij hun civieltechnische functie hebben geleverd op natuurlijke (biologische) wijze worden afgebroken. Biologisch afbreekbare geotextielen wordt een levensduur toegekend vanaf een half tot drie jaar. Zink- en kraagstukken zijn matten samengesteld uit rijshout al of niet met riet en/of een zool van geotextiel. Rijshout is met name afkomstig uit

grienden in de provincies Noord-Brabant (Biesbosch), Gelderland en Zuid-Holland. Hierdoor is het een zeer goed vernieuwbare bouwstof welke past in het Rijksbeleid om meer hout toe te passen.

Damwanden worden verticaal geplaatst toegepast als grond- en/of waterkerende constructie. In de praktijk worden damwanden toegepast van staal, beton, houten planken of houten palen. De overheid heeft als standpunt dat het gebruik van duurzaam geproduceerd hout bevorderd moet worden. De toepassing van hout in damwandconstructies is hiervan een uitstekend voorbeeld. In 2004 zijn reeds 60% van de damwanden in Nederland uitgevoerd in hout. Per definitie gaat uit het oogpunt van milieubeleid hierbij altijd de voorkeur uit naar hout dat is geproduceerd in gecertificeerde bossen (bijv. Kenniscentrum Houtconstructies van de Bouwdienst of PEFC; zie verder kaart Hout (constructie-). Hout uit duurzame bossen hoeft geen schadelijke effecten op natuurwaarden te hebben. Transportkosten zijn echter hoog en leveren milieubelasting.

Indien in houten constructies verduurzaamd hout is toegepast dient rekening gehouden te worden met de toegepaste zware metalen. Hierbij geldt bovendien dat het hout wordt aangemerkt als gevaarlijk afval, indien dit is gewolmaniseerd (CCA-hout). Dit soort hout dient als gevaarlijk afval gescheiden te worden afgevoerd naar een erkend verwerker. Wanneer verduurzaamd hout wordt toegepast in een waterkerende constructie is voor derden een Watervergunning vereist. Hierbij treedt het waterschap op als bevoegd gezag.

Mogelijke verontreinigingen

Bij oeverbescherming, dijkbekleding en damwanden kunnen de volgende verontreinigingen voorkomen:

  • coatings, verf en andere oppervlaktebehandelingsmiddelen;
  • verduurzamingsmiddelen in houten constructies;
  • steenkoolteer, toegepast als afdichtingmateriaal bij damwanden (het PAK-gehalte kan oplopen tot 250.000 mg/kg);
  • bitumen (mogelijk PAK-gehalte van 3,6 tot 7,1 mg/kg).

Gezondheid en Arbeidsomstandigheden

Met name PAK’s in steenkoolteer en bitumen vormen een gezondheidsrisico.

Door blootstelling aan PAK in dampen en vrijkomende stofdeeltjes kunnen tijdens werkzaamheden met materialen waarop deze producten zijn aangebracht schadelijke gezondheidseffecten optreden. De blootstelling kan plaatsvinden in de vorm van inhalatie, huidopname en opname via de mond. De effecten lopen uiteen van irritatie aan de huid en ogen tot long-, blaas- en huidkanker. In het externe linkArbeidsomstandighedenbesluit staan regels voor het werken met kankerverwekkende stoffen. Er zijn maatregelen noodzakelijk die huidblootstelling en blootstelling via inademing zo veel mogelijk voorkomen.

Milieu

Milieuhygiënische gezien bestaan de risico’s uit verspreiding van schadelijke bestanddelen door uitloging naar bodem en grondwater. Bij het verwijderen van oeverbescherming dient voorkomen te worden dat afdichtingsmateriaal of coatings in de omgeving terecht komen.