Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Afvalstoffase groenafval

Omschrijving en Euralcode

Definitie

Groenafval betreft aan de bron gescheiden gehouden (grof) groenafval, als gescheiden afgegeven groenafval. Het gaat daarbij om groenafval wat vrijkomt bij aanleg en onderhoud van openbaar groen, bos- en natuurterreinen, terreinen van instellingen, hoveniers en andere bedrijven;

In deze kaart is de verwerking van bermmaaisel en slootveek buiten beschouwing gelaten. Bermmaaisel en slootveel worden behandeld in de afvalstoffenkaart [bermmaaisel en slootveek]. Ook [bermschraapsel], ook wel bermverlagingsgrond genoemd, heeft een eigen afvalkaart.

Onder het groenafval van deze afvalstoffenkaart valt voornamelijk snoeiafval. Snoeihout is het groenafval dat vrijkomt bij het snoeien van bomen, struiken in particulier en openbaar groen, bos en natuurterrein.

Zeer Zorgwekkende stoffen

Voor partijen (grof) groenafval wordt niet verwacht dat dit afval zeer zorgwekkende stoffen boven de concentratielimiet uit het LAP3 bevat.

Euralcode

Wanneer niet kan worden voorkomen dat groenafval ontstaat heeft groenafval vrijkomend bij RWS projecten in de regel de Euralcode:

Hoofdstuk

20 STEDELIJK AFVAL (HUISHOUDELIJK AFVAL EN SOORTGELIJK BEDRIJFSAFVAL, INDUSTRIEEL AFVAL EN AFVAL VAN INSTELLINGEN) INCLUSIEF GESCHEIDEN INGEZAMELDE FRACTIES

Subhoofdstuk

20 02 tuin- en plantsoenafval (inclusief afval van begraafplaatsen)

Specifieke code

20 02 01 biologisch afbreekbaar afval

In zeer specifieke casussen kan het groenafval ook een andere euralcode krijgen:

Hoofdstuk

02 AFVAL VAN LANDBOUW, TUINBOUW, AQUACULTUUR, BOSBOUW, JACHT EN VISSERIJ EN DE VOEDINGSBEREIDING EN -VERWERKING

Subhoofdstuk

02 01 afval van landbouw, tuinbouw, aquacultuur, bosbouw, jacht en visserij

Specifieke code

02 01 07 afval van de bosbouw

Afvalbeleid

Elke stof, preparaat of voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen is een afvalstof (art 1.1 lid 1 Wm). Voor afvalstoffen gelden specifieke regels en is er een afvalstoffenbeleid dat staat beschreven in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP). Voor een veel afvalstoffen is in het LAP een sectorplan opgenomen. Voor die afvalstoffen staat in de sectorplannen uitgebreide informatie over het specifieke beleid voor die afvalstoffen. Tot dat specifieke beleid behoort onder andere de minimumstandaard. Deze minimumstandaard geeft het niveau in de afvalhiërarchie waaraan de verwerking minimaal moet voldoen. In het beleidskader van het LAP staat hoe we in het algemeen met afvalstoffen in Nederland om gaan. Dit kader geeft het beleid over afvalbeheer, vergunningverlening en toezicht, acceptatie, verwerking, inzameling en gescheiden houden van afvalstoffen. In het beleidsblad [Landelijk afvalbeheerplan] staat meer informatie over de inhoud en doel van het LAP.

De minimumstandaard voor de verwerking van groenafval in de afvalfase staat in het sectorplan 8, externe linkGescheiden ingezameld groenafval . Daarnaast geldt voor Rijkswaterstaat de leidraad Beheer Groenvoorzieningen 2013. Voor onbehandeld hout geldt een speciale externe linkHandreiking onbehandeld hout.

Opslag en transport

Aan de opslag en het vervoer van bomen, struiken, takken en stobben worden geen speciale eisen gesteld. Het verdient de voorkeur om de houtresten zoveel mogelijk gescheiden naar soort op te slaan, bijvoorbeeld stamhout apart houden van houtresten die verwerkt zullen worden in een biomassacentrale.

Verwerking

Speciale omstandigheden

Wanneer het groenafval besmet is met specifieke zwammen, insecten of ziektes dient bij de verwerking met het volgende rekening te worden gehouden:

  • wanneer zich speciale omstandigheden voordoen, zoals het voorkomen van de honingzwam of de iepenziekte, dienen de stobben te worden uitgefreesd;
  • iepenhout en dennenhout moeten worden geschild en afgevoerd, waardoor verspreiding van de iepenspintkever en de dennenscheerder (de veroorzakers van de ziekte) wordt tegengegaan:
    • het aangetaste hout afvoeren naar een locatie, waar het onder gecertificeerde omstandigheden kan worden gecomposteerd;
    • het aangetaste hout afvoeren naar een verbrandingsinstallatie.

Recycling

Groenafval heeft als minimumstandaard voor verwerking recycling in de vorm van:

  • composteren met het oog op recycling als compost, of
  • vergisten met gebruik van het gevormde biogas als brandstof gevolgd door narijping (nacompostering of een andere vorm van aërobe droging) gericht op recycling van het digestaat.

Inzet als brandstof t.b.v. levering van elektriciteit en/of warmte is eveneens toegestaan. De houtachtige fractie uit de composteerinstallatie wordt als structuurmateriaal meerdere ronden gebruikt. Als er houtachtig materiaal overblijft bij de compostering dan wordt dit als biobrandstof afgezet.

Overige nuttige toepassig

Bij de thermische verwerking dient met het volgende rekening te worden gehouden:

  • Groenafval kan als biomassa worden ingezet voor de productie van elektriciteit en/of warmteopwekking;
  • het hout kan gebruikt worden voor het torrefactieproces.

Storten

Sinds 1 januari 1996 geldt conform het externe linkBesluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen een stortverbod voor groenafval.

Ziekte- en plaagbestrijding in beplanting

In bomen en struiken kunnen ziekten en plagen voorkomen. Tal van ziekten en plagen zijn niet zo erg en kunnen getolereerd worden, uitgezonderd de iepenziekte.

Overigens kunnen vele ziekten en plagen worden voorkomen door tijdige inspectie of door het plegen van onderhoud, zoals het rooien of verwijderen van (delen) van de boom.

Met inachtneming van het feit dat het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen moet worden voorkomen zijn in de tabel [Groenafval: Ziekte- en plaagbestrijding in beplantingen] ook enkele chemische bestrijdingsmiddelen opgenomen.

Stobben, die eventueel achterblijven na het rooien van bomen of struiken, kunnen weer uitlopen of een bron van infectie vormen.