Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Communicatie bij bodemverontreiniging, Interview 2, Marieke Nonhebel DHV BV, communicatie bij de bodemsanering Oostergasfabriek te Amsterdam

Kun je kort wat vertellen over het project Sanering Oostergasfabriek en vervolgens over je eigen werkzaamheden?

Ik ben omgevingsmanager bij het project sanering Oostergasfabriek. Aan de Polderweg in Amsterdam wordt een oud bedrijventerrein herontwikkeld. Uiteindelijk komen hier woningen en bedrijven en gebouwen voor maatschappelijke instellingen zoals het Huis van de Dans. Om te kunnen bouwen moet eerst de bodem gesaneerd worden. Er heeft hier vroeger een gasfabriek gestaan, daarna hebben er verschillende bedrijven de bodem vervuild. Uiteindelijk is de grond sterk verontreinigd en moet deze eerst gesaneerd worden voordat er op gebouwd kan worden.
Ik ben de centrale contactpersoon voor omwonenden, de aanwezige school, de sociale dienst en het politiebureau. Als mensen vragen hebben kunnen ze bij mij terecht. Klachten kunnen ook direct bij mij gemeld worden of ik krijg ze binnen via de officiële klachtenlijn. Ik behandel de klacht binnen 24 uur, ik ga na of de klacht gegrond is en zo ja, of we de overlast eventueel kunnen verminderen.

Wat is het belangrijkste bij communicatie met bewoners over bodemverontreiniging en -sanering?

Eerlijk en transparant zijn. Negatief nieuws kunnen brengen. Bijvoorbeeld als de planning niet gehaald wordt. Actief informeren en duidelijk aangeven waar je verantwoordelijkheid ligt, welke opdracht je hebt gekregen en tot hoever je kunt gaan. Een contactpersoon hebben waardoor het mogelijk is om laagdrempelig en informeel contact te hebben Er zijn op deze manier niet teveel kanalen, mensen weten meteen bij wie ze moeten zijn als het over de bodemsanering gaat.

Waarom is volgens jou communicatie met bewoners over bodemsanering nuttig?

Bij alle bodemsaneringen is het nuttig. Bij elke sanering moet je inventariseren wie je betrekt en in hoeverre het noodzakelijk is om te communiceren met omwonenden. Burgers zijn mondiger geworden. Het is dus ook belangrijker om goed te communiceren.

Wat heb je tot nu toe aan het begin van een bodemsanering mis zien gaan?

Informatie achterhouden terwijl de geruchten al rondgaan. Een slechte klachtenprocedure. Er was niet één aanspreekpunt, de terugkoppeling was te laat. Er waren te weinig deskundige mensen aan de telefoon. Er werd weinig actieve informatie naar buiten gebracht. Dit leidde tot onrust. Bewoners slecht geïnformeerd over de te verwachte overlast, waarbij niet voldoende nagedacht over wat een bodemsanering betekent voor een wijk.

Jij bent omgevingsmanager, wat is een omgevingsmanager?

Dat laat zich niet in één zin omschrijven. Zoveel mogelijk begrip en draagvlak creëren voor uitvoeren van de bodemsanering. Het respecteren van de omgeving van een project. Open staan voor ideeën, luisteren. Eerlijk zijn in wat je kan betekenen en mensen op de hoogte stellen van wat er speelt. De omgeving zien als een onderdeel van het project. Beloftes waarmaken en terugkoppelen.
Als omgevingsmanager ben je een intermediair. Ik ben zelf geen specialist of deskundige. Ik verifieer alles bij collega’s en koppel dit vervolgens weer terug met bewoners.

Welke communicatieactiviteiten hebben jullie uitgevoerd?

We hebben een workshop georganiseerd waar bewoners samen met ons op zoeken gingen naar knelpunten en hoe deze opgelost zouden kunnen worden. De bewoners vonden met name de veiligheid en slechte verlichting rondom het terrein erg belangrijk. Samen met de aannemer en de naastliggende school hebben we voor betere verlichting gezorgd.
We hebben op de school, die echt pal naast het saneringsterrein ligt, aan twee klassen les gegeven. Om zo ook op school meer draagvlak voor de sanering te creëren. Met de kerst is een borrel gegeven en voor de zomervakantie hebben we een BBQ gehouden.
Daarnaast versturen we elke maand een digitale nieuwsbrief. We hebben een website waar de actuele weekplanning en de voorspelde overlast op te vinden zijn (externe linkdmb.amsterdam.nl via Projecten in de stad/Oostergasfabriek). Voor de ‘Tuinwijcker’ (het buurtkrantje) schrijft elke keer iemand van onze projectorganisatie een stukje. We hebben elke twee weken een overleg met de beschermgroep. In deze groep zitten bewoners, de projectleider, de communicatieadviseur, een onafhankelijke deskundige, een vertegenwoordiger van de GGD en ikzelf.
Tijdens dit overleg bespreken we de planning van de komende weken en worden de klachten doorgenomen. Er is ruimte om gezamenlijk tot oplossingen te komen en bewoners te leren hoe een saneringsproces werkt.
Ik ben dus zelf de centrale contactpersoon. Dit is belangrijk. Ik ben makkelijk benaderbaar. Mensen kunnen mij direct bellen of ze komen langs in de keet. Ik ga direct met de klacht of vraag verder aan de slag en koppel dit met ze terug.
Als laatste hebben we een compensatieregeling voor de woonwijk geregeld omdat we tegen de afspraken in toch in de zomer zijn gaan saneren.

Hoe gaan jullie in het werk om met aan de ene kant de onzekerheid in de bodem en bijbehorende onzeker planning en aan de andere kant zekerheid aan bewoners willen bieden over de te verwachten overlast?

Het is belangrijk om van te voren aan te geven dat het moeilijk is om van te voren in te schatten wat de planning is. Regelmatig wordt de planning en de aangepaste planning besproken. Het is daarbij belangrijk het proces uit te leggen aan bewoners, uitleggen wat er allemaal bij komt kijken als een bodem gesaneerd moet worden. Als er zekerheid is, biedt die dan ook. Als je overlast verwacht, geef dat van tevoren aan.

Welke kansen biedt communicatie met burgers bij een bodemsaneringtraject?

Je hebt de mogelijkheid om draagvlak en begrip te creëren. Dit is positief voor de buurt en voor het project.

Wat zijn de valkuilen?

Je moet een balans vinden tussen overinformeren of te weinig informeren. Teveel informatie kan leiden tot irritatie, je moet je afvragen wat de mensen willen weten en wat niet. Met name veel technische informatie hebben bewoners niet nodig. Te weinig informatie kan leiden tot onrust. Dus dat moet je echt goed inschatten. Daarnaast moet je niet onduidelijk zijn. Als bewoners niet begrijpen wat je bedoelt kan dat ook tot onrust leiden of zelfs tot wantrouwen. Communiceren met bewoners is echt maatwerk.
Ik vond het soms moeilijk om een scheiding te maken tussen mijn professionele mening en mijn persoonlijke mening. Je kunt teveel betrokken raken bij het project. Mijn werk raakt echt mensen in hun eigen leefomgeving. Het kan dan niet anders dan dat dit je raakt. Het is goed om persoonlijk betrokken te zijn en informeel met elkaar om te gaan. Maar daardoor heb ik ook wel eens mijn persoonlijke mening gegeven die niet overeen kwam met mijn professionele mening. Dat was met name lastig richting de projectorganisatie en dat heb ik als een persoonlijk conflict ervaren.

Heb je nog tips?

Niet te lang wachten met negatief nieuws. Voorkom geruchten anders krijg je wantrouwen. Wees eerlijk in wat je weet en ook in wat je (nog) niet weet. En leg de complexiteit van de organisatie uit, dan kun je ook meer begrip krijgen van bewoners.

Marieke Nonhebel;
DHV B.V.
Projectorganisatie Bodemsanerings Oostergasfabriek Amsterdam
033-4682940
22-10-2006