Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Communicatie over bodemsanering, beleving van bodemverontreiniging en -sanering

Verschillende partijen zijn betrokken bij bodemonderzoek en bodemsanering. Deze verschillende partijen beleven bodemverontreiniging en -sanering op een verschillende manier. Bij het beoordelen van de gevolgen voor het milieu en de eventuele gezondheidsschade door bodemverontreiniging, kijkt de overheid naar de gevolgen voor de bevolking in algemene zin. De overheid, een gemeente of provincie, heeft vaak de rol van opdrachtgever en is daarnaast vergunningverlener. In deze rollen beoordeeld de overheid gevallen van gezondheidsschade in relatie tot elkaar, voor het gehele gebied waarvoor ze verantwoordelijk is. Bij gezondheidsschade kan de overheid aan verschillende groepen denken: kinderen, ouderen, zieken, enzovoorts. De overheid denkt echter niet aan individuele personen. De overheid werkt niet met namen of gezichten maar met getallen.
De bodemproblematiek is een vrij technische aangelegenheid die voor een niet bodemdeskundige lastig zijn te doorgronden. De deskundige let vooral op de ernst van de verontreiniging. Het is immers de taak van deskundigen om te beoordelen of een relatie tussen milieuverontreiniging en gezondheidsschade mogelijk is. Zo’n beoordeling drukt de deskundige bijna altijd uit in een kans op het optreden van bepaalde nadelige gevolgen. De conclusie van een bodemonderzoek luidt bijvoorbeeld:

"De kans is 1 op 1.000.000 dat een persoon ooit in zijn leven kanker krijgt door de aanwezigheid van 30 milligram benzo(a)pyreen per kilogram bodemgrond"

Zo’n uitspraak kijkt bijna uitsluitend naar de verwachte gezondheidsschade. De bedreigde persoon onthoudt alleen dat de kans bestaat dat gezondheidsschade optreedt, ook al is die klein (net als de kans dat je ooit de lotto wint). Getroffen burgers letten daarbij veel meer op andere factoren zoals de vrijwilligheid, beheersbaarheid, aandacht van de media, het vertrouwen in de instanties en openheid. Het is daarom beter aan te geven welke overlast de bodemsanering veroorzaakt en hoe men hier als bewoner of bedrijf het beste mee om kan gaan.

Bewoners kunnen op verschillende manieren de greep op hun omgeving verliezen als bekend wordt dat de bodem is verontreinigd. Ten eerste blijkt de fysieke omgeving plotseling veel minder veilig en aantrekkelijk dan voorheen. Ook in sociaal opzicht kunnen bewoners de greep op hun omgeving kwijt raken. Ze worden afhankelijk van de overheid voor het herstel van een veilige woonomgeving. Bij anderen projecten kan de verontreinigingen de buurt een slechte naam geven. Bodemverontreiniging tast de keuzevrijheid van huiseigenaren en huurders aan. Prijzen van huizen kunnen dalen. Verhuizen naar een andere huurwoning is in veel gevallen niet mogelijk of duurt lang. Sommige bewoners raken uiteindelijk ook de greep op zichzelf kwijt. De verontreiniging en het onvermogen daar zelf iets aan te doen, geeft ze het gevoel dat ze hun eigen zaakjes niet kunnen regelen waardoor ze zichzelf als ongezond en incompetent beschouwen. De bewoners zullen niet allemaal op dezelfde wijze proberen om de greep op de omgeving terug te krijgen. (zie Literatuurlijst nr. 2 SV-410 Communicatie en participatie bij bodemonderzoek en sanering)
Bij de communicatie met de omgeving is het dus van belang oog te hebben voor de verschillende manieren waarop mensen tegen bodemonderzoek en bodemsanering aan kijken. Als mensen zich meer in elkaars belevingswereld verdiepen verbetert dit het onderling begrip. Onderling begrip en wederzijds respect is belangrijk in de communicatie tussen verschillende mensen en partijen.