Keuze saneringstechnieken landbodem - Bijlage : Wettelijke en beleidsmatige toepassingsvoorwaarden
Toepassingsvoorwaarden |
||||||
Thema |
Wettelijk kader |
Beoordelingsinstantie |
Operationele criteria t.b.v. beoordeling |
Relevante locatieparameters |
Methode |
Techniek |
1. Algemeen |
||||||
Levensduur (resistentie/ veroudering) |
|
provincie, afdeling Bodem |
A.Civieltechnische isolatiemaatregelen - 30 jaar - 50 jaar - > 50 jaar -………… |
•zettingsgevoeligheid |
•boven afdichten •onder afdichten •verticaal afdichten |
|
|
|
|
B. Geohydrologische isolatiemaatregelen - 10 jaar - 15 jaar - 25 jaar - > 25 jaar -………… |
•grondwaterkwaliteit |
•geohydrologisch isoleren |
|
Tijd |
|
provincie, afdeling Bodem |
C. Periode - < 5 jaar - < 10 jaar - < 15 jaar - ………… |
|
•ontgraven •in situ bodem reinigen |
|
2. Kwaliteit grond |
Wbb |
Provincie, afdeling Bodem |
A. Concentratie bodem (d.s.) - - achtergrondwaarde - . achtergr.w. < conc. < (AW+i)/2- waarde - risicogrenswaarde - < i-waarde - ………… |
•bodemeigenschappen •type verontreiniging •hydrologie •gebruik |
1. ontgraven
2. in situ bodemreinigen |
•droog •nat •biorestauratie •bodemluchtextractie •in situ strippen •spoelen |
|
|
|
B. Gebruik bodembelastende stoffen of hulpmiddelen - niet - buiten contactzone - ………… |
•bodemopbouw •type verontreiniging |
•boven afdichten •onder afdichten •verticaal afdichten •geohydrologisch isoleren •immobiliseren |
|
|
|
|
C. Vrijkomen van verontreinigde grond |
|
•boven afdichten •verticaal afdichten •geohydrologisch isoleren |
|
•verandering omvang verontreinigd gebied |
Wbb |
provincie, afdeling Bodem |
D. Omvang - niet - 1% toename - 10% toename - ………… |
•bodemopbouw •type verontreiniging |
•boven afdichten •onder afdichten •verticaal afdichten •geohydrologisch isoleren •immobiliseren |
|
|
|
|
E. Verandering bodemkwaliteit (mineralisatie o.s.) |
|
|
|
|
|
|
F. Uitloging |
|
|
|
3. Kwantiteit grond |
Wbb |
Provincie, afdeling Bodem |
A. Zettingen t.g.v. grondwaterstandverlagingen - geen zetting - zetting < 5 cm - zetting < 10 cm - geen maximum - ………… |
•zettingsgevoeligheid |
•ontgraven •in situ bodemreinigen •bodem afdichten •onder afdichten •verticaal afdichten •geohydrologisch isoleren |
|
|
|
|
B. Vrijkomen van verontreinigde grond - niet toegestaan - geen maximum - ………… |
|
•boven afdichten •verticaal afdichten |
|
|
|
|
C. Nauwkeurigheid profiel - ………… - ………… |
•bodemopbouw |
•ontgraven |
|
|
|
|
D. Verdichtingen |
•bodemtype •type techniek |
•boven afdichten •onder afdichten •verticaal afdichten |
|
|
|
|
E. Verstording afdichtende bodemlagen - herstellen noodzakelijk - herstel afhankelijk van grondwaterhuishouding - herstel afhankelijk van verbreiding afdichtende laag - ………… |
•geohydrologische situatie |
•onder afdichten •geohydrologisch isoleren |
|
4. Kwaliteitseisen/isolatievoorzieningen |
||||||
•restrisico’s |
Wbb |
provincie, afdeling Bodem |
A. IBC-situatie - volledig - beperkt rest-risico toelaatbaar - technisch maximaal haalbare - ………… |
|
•boven afdichten •onder afdichten •verticaal afdichten •geohydrologisch isoleren •immobiliseren |
|
IBC-criteria: •uitvoeringsgevoeligheid •controleerbaarheid •continuïteit •beheersbaarheid |
|
|
B. - ………… - ………… - ………… - ………… |
•bodemopbouw •type techniek |
•boven afdichten •onder afdichten •verticaal afdichten •geohydrologisch isoleren •immobiliseren |
|
•waterdoorlatendheid |
|
provincie, afdeling Bodem |
C. Bovenafdichting - < 20 mm/ jaar - < 50 mm/ jaar - ………… |
|
•boven afdichten |
|
|
|
|
D. Verticaal scherm - C = 500 etm. - C = 1.000 etm. - C = 5.000 etm. - ………… |
|
•verticaal afdichten |
|
|
|
|
E. Onderafdichting - C = 1.000 etm. - C = 2.000 etm. - C = 5.000 etm. - ………… |
|
•onder afdichten |
|
4. Kwaliteitseisen/isolatievoorzieningen (vervolg) |
||||||
•potentiaalverschil |
|
provincie, afdeling Bodem |
F. Potentiaalverschil - verschil = 0,25 m
- verschil = 0,50 m - anders - ………… |
|
•onder afdichten •verticaal afdichten |
|
•zettingen t.g.v. aanbrengen bovenbelasting |
|
|
G. Zettingen - geen zetting - zetting < 5 cm - zetting < 10 cm - geen maximum - ………… |
zettingsgevoeligheid |
•boven afdichten |
|
•trillingen |
|
|
H. Trillingen - ………… - ………… |
•type techniek |
•boven afdichten •onder afdichten •verticaal afdichten |
|
5. Vrijkomen verontreinigde grond |
Wm |
provincie, SCG, stortplaatsbeheerder |
A. Reinigbaarheid - conform SCG - anders - ………… |
|
•ontgraven •boven afdichten •onder afdichten •verticaal afdichten •geohydrologisch isoleren |
•droog •nat |
|
|
|
B. Hergebruik - < 0,5 * (AW+i)/2- waarde - < (AW+i)/ 2 waarde - conform Besluit bodemkwaliteit
- anders - ………… |
|
•achtergrondgehalten |
|
|
|
|
C. Storten - concentraties < WCA - reinigbaarheid - uitloging conform Besluit bodemkwaliteit - ………… |
|
|
|
|
|
|
D. Gebruik schaarse grondstoffen |
|
|
|
6. Transport van veron treinigde grond |
Wet gevaarlijke stoffen, Provinciale milieu verordening (VBA) in het kader van Wbb |
Rijk (Verkeer en Waterstaat) provincie, geldt nog niet in provincie Limburg |
A. Volume - > 5 m3 - > 20 m3 - anders - ………… |
bestem ming (bin nen/buiten provincie) |
ont graven |
droog nat |
7. Grondwaterkwantiteit |
||||||
verdroging |
Grondwaterwet |
provincie, afdeling Grondwa ter |
A. Grondwater standverlag ing - geen ver laging - verlaging <0,10 m - verlaging <0,50 m - geen maxi mum - ………… |
grondwater huishoud ing bodemop bouw zettingsgevoe ligheid bodembe schermings gebieden |
ont graven in situ bodem reinigen boven afdichten onder afdichten verticaal afdichten geohydro logisch isoleren |
(bema lings- water) biorestau ratie spoelen |
|
|
|
B. Grondwater standver hoging - geen ver hoging - verhoging <0,10 m - verhoging <0,50 m - geen maxi mum - ………… |
|
|
|
|
|
|
C. Verandering grondwater stroming - geen verander ingen - geen verander ing intrekge bieden grondwa teronttrek kingen - geen verander ingen voed ing bodembe scher mingsgebie den - ………… |
|
|
|
7. Grondwaterkwantiteit (vervolg) |
||||||
|
|
|
D. Hoeveelheid herinfiltratie proceswater - niet toegestaan - herinfiltratie< 25% - herinfiltra tie 25-50% - herinfiltratie 50-75% - herinfiltratie 75-100% - geen beperkingen - ………… |
mogelijkheid herinfiltratie in zelfde bodempakket |
ontgraven in situ bodemreinigen geohydrologisch isoleren |
|
|
|
|
E. Onttrekkingsdebiet/ volume - geen onttrekking toegestaan - < meldingsgrens (zie provinciale grondwaterverordeningen) - < vergunningsgrens - afhankelijk van situatie - ………… |
regionale geohydrologie grondwater beschermingsgebied nabijheid onttrekkingen |
|
|
|
|
|
F. Onttrekkingsduur - < 1 mnd - 1-4 mnd - 4-12 mnd - ………… |
|
ontgraven in situ bodemreinigen |
biorestauratie spoelen |
8. Grondwater kwaliteit |
Wbb |
provincie, afdeling Bodembescherming |
A. Concentratie in grondwater - < streefwaarde - < achtergrondwaarde - streefw. <conc.< (s+i)/2 waarde - EG-drinkwaternorm - < i-waarde - ………… |
type verontreiniging hydrologie nabijheid onttrekkingen grondwater beschermingsgebieden |
herstellen d.m.v. ontgraving
in situ bodemreinigen |
droog nat
biorestauratie bodemluchtextractie in situ strippen spoelen |
|
|
|
B. Concentraties infiltratiewater/retourbemaling - streefwaarde - effluentconcentratie zuivering (BTM) - < concentratie grondwater t.p.v. herinfiltratie - ………… |
bodemopbouw type verontreinging nabijheid onttrekkingen grondwaterbeschermings-gebieden |
bovenafdichten onder afdichten verticaal afdichten geohydrologisch isoleren |
|
9. Vermesting |
Structuurnota landbouw Derde nota waterhuishouding Besluit lozing meststoffen |
provincie, afdeling Bodembescherming |
A. Concentratie infiltratie water - 0,1 mg/1 P, 10 mg/I N - 1 mg/I P, 50 mg/I N - geen eisen - ………… |
geohydrologie regionaal bodemgebruik nabijheid grondwaterontrekkingen |
in situ bodemreinigen |
biorestauratie |
10. Oppervlakte water kwantiteit |
Wet op de waterhuishouding (Wvo) |
Waterkwantiteitsbeheerder |
A. Hoeveelheid lozingswater - afhankelijk van capaciteit - ………… |
functie oppervlaktewater |
bovenafdichten onderafdichten verticaal afdichten geohydrologisch isoleren |
|
11. Vrijkomen afvalstoffen |
Wm |
gemeente |
A. Concentraties - < WCA - > WCA - ………… |
|
ontgraven |
droog nat |
|
|
|
B. Volume afvalstoffen - < 5 m3 - > 5 m3 m………… |
|
|
|
12. Energie |
|
|
A. Energieverbruik materieel |
keuze type verticaal scherm immobilisatietechniek |
bovenafdichten onderafdichten verticaal afdichten geohydrologisch isoleren immobiliseren |
|
13. Natuurbeheer |
Boswet Wet op ruimtelijke ordening kapvergunning |
gemeente Staatsbosbeheer |
A. Verwijdering vegetatie - melding - herplantplicht - anders - ………… |
omgeving waarde/vervangbaarheid vegetatie |
ontgraven bovenafdichten onderafdichten |
droog nat |
14. Aanleg isolatiemaatregelen |
aanleg vergunning |
gemeente |
|
type techniek |
bovenafdichten onderafdichten verticaal afdichten |
|
15. Sloop bebouwing |
Woningwet Wet op de ruimtelijke ordening Wet op de stads- dorpsvernieuwing Monumentenwet |
gemeente |
A. Selectief slopen - < 10 m3 - > 10 m3 - ………… |
omvang sloopwerk locatie sloopwerkzaamheden |
ontgraven bovenafdichten onderafdichten |
droog en nat |
|
|
provincie/ Rijk |
B. Scheiden sloopafval - afvalhout - < WCA/ >WCA - asbest - overig - ………… |
|
|
|
|
Wm |
|
C. Opslag sloopafval - < 5 m3 - > 5 m3 - ………… |
|
|
|
16. Geurhinder |
Wm/NER |
gemeente |
A. Geurniveau - < 0,1 * geurgrens - <geurgren s - anders - ………… |
|
ontgraven in situ bodemreinigen bovenafdichten onderafdichten verticaal afdichten geohydrologisch isoleren immobiliseren |
droog nat alle technieken |
17. Geluidshinder |
Wm |
gemeente |
A. Geluidsniveau - < 40 DB (nacht) - < 45 DB (avond) - < 50 DB (dag) - ………… |
gebruiksfunctie omgeving achtergrondlawaai |
herstel d.m.v. ontgraving in-situ bodemreiniging bovenafdichten onderafdichten verticaal afdichten geohydrologisch isoleren immobiliseren |
droog nat alle technieken |
18. Veiligheid |
ARBO |
Arbeidsinspectie/ Inspectie SZW |
A. Gezondheids risico’s - 0,1 * MAC- waarden - MAC- waarden - anders - ………… |
omgeving duur blootstelling |
ontgraven in situ bodemreinigen bovenafdichten onderafdichten verticaal afdichten geohydrologisch isoleren immobiliseren |
droog nat alle technieken |
|
|
|
B. Explosie risico’s - TEL/LEL - anders - ………… |
|
|
|